Deel 20

301 15 3
                                    

Ik zit rustig op mijn bed te chillen, als Daan de kamer binnen komt lopen. 'Goedemorgen Roos! Hoe voel je je?' Ik steek mijn duim op. 'Dikke prima!' Antwoord ik. Hij grinnikt. 'Roos, kan je je nog steeds niets herinneren van vroeger?' Ik schud mijn hoofd. Daan knikt. 'Er zijn een paar jongens die langs willen komen. Je was bevriend met ze, voordat je in een coma raakte. Vind je het oké als je komen praten?' Ik knik. 'Ja, waarom niet.' Daan geeft een lief glimlachje en loopt dan de kamer weer uit.

Een paar jongens? Ik stap voorzichtig mijn bed uit en loop naar de wasbak in mijn kamer. Ik doe de kraan open en was mijn gezicht. Ik kijk mezelf aan in de spiegel en denk aan 'de jongens' die zo langs gaan komen. Ik zucht en ga terug mijn bed in.

Ik zit samen met de jongens aan de eettafel als mijn telefoon gaat. 'Hallo met Koen.' Zeg ik door mijn telefoon. 'Het Koen, je spreekt met Daan uit het ziekenhuis. Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws, Roos is wakker! En de coma heeft bijna niks aangetast.' Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Dan nu het slechte nieuws, ze kan zich bijna niks meer herinneren.' Mijn lach verdwijnt weer. 'Wat? Wat kan ze zich niet meer herinneren?' Vraag ik angstig. 'Ze weet haar naam en leeftijd nog, maar meer niet. Ze herinnert jou ook niet meer...' zegt Daan zachtjes. Een traan rolt over mijn wang. Raoul legt zijn hand op mijn rug. 'Mogen we haar zien?' Vraag ik. 'Ik zal het aan haar vragen. Als ik antwoord heb, bel ik je terug!' Ik laat mijn telefoon langzaam zakken. 'Ze is wakker, maar ze herinnert niks meer.' Zeg ik voorzichtig tegen de jongens. 'Dus- dus ze herinnert ons ook niet meer?' Vraagt Rob. Ik schud mijn hoofd.

Ik loop samen met Daan naar een kamertje op de begane grond. Ik moet daarheen om met 'de jongens' te praten.

Daan opent de deur van het kamertje en begeleid me naar binnen. Ik zie 'de jongens' ik het kamertje zitten. Het is een klein wit kamertje. Er staat een tafel met een computer erop. Er staan ook bloemen op de tafel. Aan de muur hangt een schilderij, verder is alles wit. Het kamertje stinkt, het stinkt naar die plastic handschoentjes, die ze in het ziekenhuis veel gebruiken.

Ik haal diep adem en neem plaats aan het hoofd van de tafel. Alle ogen zijn op mij gericht. Het is stil, dood stil. Het is zo stil, dat je de sirenes van de ambulances kan horen. Ik kijk naar de jongens en de jongens kijken naar mij. Daan komt naast me staan. 'Herken je 1 van deze jongens?' Ik kijk de jongens 1 voor 1 aan. Dan kijk ik naar de tafel en schud langzaam mijn hoofd. Ik hoor de jongens zuchten. Ik wil ze niet aankijken. Ik ben hun vergeten, dat moet best veel pijn doen, geloof ik.

Ik kijk voorzichtig omhoog naar de jongen die links van me zit. Hij heeft zijn gezicht in zijn handen. 'Roos, je herinnert deze jongens niet, maar wil je misschien opnieuw met ze kennis maken? Het kan zijn dat je ze na een gesprek wel weer herinnert.' Ik knik. 'Oké, ik zal even de kamer uit gaan.' Zegt Daan en hij stapt de kamer uit.

Weer is het stil. Ik kijk voorzichtig de kamer rond. Ik kijk naar de witte muren en de schilderijen. Dan valt mijn blik weer op de jongen die links van me zit. Hij heeft nog steeds zijn handen voor zijn gezicht.

'Sorry.' Zeg ik zacht. Meteen zijn alle 10 de ogen weer op me gericht. De jongens links van me veegt een traan weg. Dat raakt me, ik heb ze echt pijn gedaan. Ook een bruin harige jongen die aan de rechter kant van de tafel zit veegt een traan weg. Het voelt alsof ik de bruin harige jongen eerder heb gezien. 'Hoe heten jullie eigenlijk?' 1 voor 1 zeggen de jongens hun naam. 'Milo' 'Matthy' 'Raoul' 'Rob' en 'Koen'

Ik kijk naar Koen die links van me zit. Zijn ogen zijn rood. Ik heb het gevoel alsof ik iets moet doen, iets moet zeggen, maar ik weet niet wat. Ik kijk nog een keer de kamer rond. Ik kijk naar de jongens. Ze staren wat voor zich uit. Ik laat mijn hand onder de tafel zakken. Ik zoek zo onopvallend mogelijk met mijn hand naar de hand van Koen. Het lukt. Voorzichtig pak ik zijn hand vast. Vol verbazing kijkt hij op. Ik schenk hem een klein glimlachje.

'Roos, kan je je echt helemaal niets meer herinneren?' Vraagt Matthy. Ik schud mijn hoofd. 'Echt helemaal niks?' Weer schud ik mijn hoofd. 'Dat kan toch niet!' Zegt hij op een pissige toon tegen zichzelf. 'Er moet toch iets zijn wat is blijven hangen!' Zegt hij luid tegen me. Ik schrik van zijn toon. Door de schrik laat ik Koens hand los.

'Kom op! Denk even terug aan het gevecht! Denk terug aan je vrienden die je kwamen helpen! Denk terug aan Alyssa en Melissa! Denk aan je vader!' Schreeuwt hij. Hij staat op en buigt zich richting mij. Ineens voel ik me een klein machteloos kindje. 'KOM OP, ER MOET TOCH IETS ZIJN!' Schreeuwt hij met tranen in zijn ogen. Rob trekt Matthy terug. 'Matt doe normaal!' Schreeuwt Rob tegen Matthy. Ik voel een traan over mijn wang lopen. 'Kijk nou wat je hebt gedaan!' Schreeuwt Milo tegen Matthy, terwijl hij naar mij wijst. Matthy ziet mijn traan en schrikt ervan. Hij laat zijn hoofd ik zijn handen vallen en zucht diep uit.

'Sorry' zegt Matthy snikkend. 'Matt, waarom doe zo?' Vraagt Raoul zachtjes. 'Ik wil dit niet nog een keer meemaken.' Zegt hij zacht. Milo slaat een arm om hem heen. Ik kijk Matthy aan. Waarom doet dit me zo veel pijn. Ik ken die jongen amper.

Ik weet eindelijk wat ik wil zeggen. Ik moet het zeggen, anders loopt alles uit de hand. Ik ga rechtop zitten en wil beginnen met praten, maar op dat moment komen Daan en nog een andere verpleegkundige de kamer binnen. Daan ziet mijn natte wangen en hij krijgt een bozige blik op zijn gezicht. 'Zo is het genoeg jongens!' Zegt hij streng. 'Kom Roos, je gaat terug!' Hij pakt me bij mijn arm en trekt me uit de stoel.

Daan pakt mijn arm stevig vast en begeleid me terug naar mijn afdeling. We lopen snel door de gangen richting de liften. Ik kijk nog 1 keer achter me en zie de jongens daar staan. Ze kijken me na. Er springt weer een traan in mijn ogen.

Ik had het moeten zeggen...

Jaja, deel 20 alweer. En een lekkere cliffhanger.

Mensen het is officieel. Ik het het laatste deel af. Nu is het alleen nog een kwestie van online zetten. Ik denk dat het laatste deel ergens komende week online komt.

Nu kan ik me eindelijk ff op school focussen... tuurlijk niet! Ik ben nog veel meer boeken aan het schrijven. Ik ben nu bezig met 'why did you leave'. Gaat voornamelijk over Rob, maar als je wil weten wat er gebeurt, zal je echt het boek moeten lezen.

Nou mensen, tot het volgende deel!

Toedelssss

Waarom jij altijd? // bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu