Deel 19

293 14 1
                                    

Voorzichtig open ik mijn ogen. Een felle lamp schijnt in mijn ogen. Ik hoor een piepje naast me. Ik herken het piepje. Het is het geluid van een hart monitor. Ben ik in het ziekenhuis?

'Dag Roos, wat fijn dat je wakker bent.' Ik kijk om en zie een vrouwelijke dokter naast mijn bed staan. 'Ik ben dokter Melissa van den Hoorn en ik ga voor je zorgen vandaag. Is dat oké?' Ik knik langzaam. Melissa... ik probeer na te denken, maar kan me niet vee herinneren. Ik herinner alleen Melissa.

Ik zit rechtop in mijn bed. Melissa zit tegenover me. 'Roos, kan je je herinneren waarom je hier bent?' Ik denk hard na. 'Nee...' Melissa knikt en schrijft het op. 'Zou je mij wel iets over jezelf kunnen vertellen?' Ik denk even na. 'Ik ben Roos. Ik ben 23 jaar oud.' Ik denk hard na. 'I- ik- ik heb..' stotter ik. 'Vertel het maar.' 'Ik heb een tweelingbroer, Koen.' 'Oké, kan je mij iets over Koen vertellen?' 'Ik vond Koen een verschrikkelijke broer.' Zeg ik zachtjes. Een traan rolt over mijn wang. 'Ik wilde wraak op hem nemen, maar dat ging fout.' Zeg ik voorzichtig. 'Ik wilde hem gewoon een beetje plagen, maar mijn vader ging zich ermee bemoeien en toen liep alles uit de hand.' Melissa schrijft alles netjes op. 'Papa probeerde Koen en zijn vrienden te vermoorden. Hij heeft een vriend van Koen ontvoerd en een vriendin van mij vermoord...' Melissa kijkt verschrikt op. 'Haar naam was ook Melissa.' Zeg ik zacht. Ze legt haar hand op de mijne. 'Wij wilde papa een stap voor zijn, dus bedachten we een plan, maar dat mislukte. Koen en zijn vrienden hadden mij verraden. Maar eigenlijk stonden ze wel aan mijn kant en wilde ze gewoon papa een stap voor zijn. De jongens hadden een plan, maar dat mislukte ook. Het idee was om alleen papa te elektrocuteren, maar iedereen werd geëlektrocuteerd.' Ik adem diep uit. Melissa geeft me een aai over mijn hoofd. 'Dankje voor deze informatie, Roos.' Ze staat op en loopt de kamer uit. Ik laat mezelf in mijn bed zakken en val weer in slaap.

Moeizaam open ik mijn ogen. Ik zie helemaal niks. Ben ik blind? Nee, na een tijdje wennen mijn ogen aan het donker en zie ik mijn kamer. Ik ga rechtop in bed zitten en denk terug aan alles wat er gebeurd is. Ik herinner alles. Ik sla de deken van me af en stap mijn bed uit. Ik pak mijn infuuspaal en doe voorzichtig de deur open. Het licht van de lampen op de gang schijnen in mijn ogen. Ik heb niet veel evenwicht. Ik wankel op mijn zwakke beentjes. Ik sta in een gang, witte muren, een wit plafond, felle lampen, veel deuren en kamer nummers. Ik loop naar de balie. Stapje voor stapje kom ik steeds dichterbij. Er is geen mens te bekennen op de afdeling.

Ik stop met wankelen en kijk om me heen. Aan de muur zie ik een kaart met patiënten hangen. Ik zie mijn eigen naam, Roos van Heest. Kamer 3 staat er achter. Ik kijk verder. Mijn hart maakt een sprongetje. Raoul de Graaf, kamer 8. Milo Ter Reegen, kamer 8. Matthyas het Lam, kamer 8. Amy van Lissen, kamer 12. Robbie van de Graaf, kamer 5. Koen van Heest, kamer 5. Ik schrik als ik de volgende naam op het bord zie staan. Jasper van Heest, kamer 5. Rob en Koen liggen bij papa op de kamer.

Ik kijk terug de witte gang in en probeer de kamer nummers te lezen, maar het lukt me niet. Alles word wazig. Mijn oren beginnen te suizen. Mijn hoofd begint te bonken. 'Roos?!' Hoor ik iemand schreeuwen. Ik probeer op mijn zwakke beentjes te blijven staan, maar het lukt niet. Ik val achterover. Ik voel dat iemand mij opvangt, maar ik kan niet zien wie. De piep in mijn oren neemt langzaam af en alles word langzaam zwart.

Voorzichtig open ik mijn ogen. Een felle lamp schijnt in mijn ogen. Ik hoor een piepje naast me. Ik herken het piepje. Het is het geluid van een hart monitor. Leef ik nog? Ik kijk om me heen. Ik herken de kamer, ik ben in mijn kamer in het ziekenhuis. Weer staat er iemand naast mijn bed, het is weer een dokter. 'Dag Roos, ik ben dokter Daan Burgers. Hoe voel je je?' Ik duw mezelf een beetje omhoog, maar Daan duwt me terug. 'Blijf maar liggen, anders gaat de wond weer open.' 'Welke wond?'

Daan kijkt me even raar aan. Dan slaat hij de dekens van me af en doet voorzichtig mijn ziekenhuis shirt omhoog. 'Toen je hier in het ziekenhuis aankwam, had je veel bloed verloren. Je werd met spoed geopereerd. De dokteren hebben de kogel uit je buik verwijderd en de wond daarna dicht gehecht, maar een week later ging de wond weer open. Je raakte toen in een coma.' Mijn mond valt open. 'Hoelang heb ik in een coma gelegen?' 'Iets meer als 3 maanden.' Een traan rolt over mijn wangen. 'Roos, kan je je nog iets herinneren van wat er gebeurt is?' Ik denk diep na. Ik schud mijn hoofd. 'Nee.. ik herinner niks.' Zeg ik zacht. Daan geeft me een klein glimlachje. Hij haalt mijn haar uit mijn gezicht. 'Rust maar goed uit.'

'Goedemorgen Koen! Ik ben dokter Barend en ik kom jou fantastisch nieuws brengen.' Ik ga rechtop in mijn bed zitten. 'Je mag naar huis.' 'Yess!!' Schreeuw ik. 'Ik heb Raoul gebeld, hij komt je ophalen.' Ik kan niet stoppen met lachen. Eindelijk mag ik na 3 weken weg uit dit vreselijke ziekenhuis.

Ik stop mijn laatste dingetjes in mijn tas en loop mijn kamer af. Ik doe de deur van mijn kamer achter me dicht. Als ik voor me kijk zie ik Raoul al aan komen rennen. Ik laat mijn tas op de grond vallen en open mijn armen. Hij rent mijn armen in en houdt me stevig vast. 'Ik ben zo blij dat je naar huis mag!!' 'Ik ook.' Zeg ik. 'Dag Raoul, hoe gaat het?' Vraagt dokter Barend. 'Perfect!' Zegt hij. 'Mooi zo!' Zegt Barend lachend. 'Lopen jullie nog even mee naar de balie?'

Barend neemt plaats achter de balie en verteld de laatste dingen. 'Goed Koen, je moet nog veel rust houden. 2 maanden niet sporten!' Hij zet een doosje medicijnen op de balie. 'Elke dag 1 pilletje en als je weer pijn krijgt, bel je dit nummer.' Ik kijk naar het briefje met het telefoon nummer erop 'Begrepen?' 'Zekers!' Barend staat op en loopt naar ons toe. 'Ik ga je best wel missen vriend.' Zegt Barend terwijl hij mij een stevige handdruk geeft. 'Ik jou niet' antwoord ik lachend. Barend geeft me een klopje op zijn schouder. 'Veel geluk mannen.' Zegt hij en hij loopt weg.

Raoul pakt mijn tas van me over en loopt weg. 'Kom je?' Ik geef geen antwoord. Ik draai me om en kijk naar kamer 1. Raoul legt zijn hand op mijn schouder. 'Wil je nog even kijken?' Ik knik. Samen lopen we naar kamer 1 toe. Raoul opent de deur voor me en we lopen naar binnen. Daar ligt ze dan, zwak en kwetsbaar. Ik pak haar hand vast. Praten heeft geen zin, ze reageert toch niet. Ik aai met mijn duim over de rug van haar hand en kijk naar haar gezicht. 'Alsjeblieft Roos, word wakker.' Zeg ik zacht. Ik veeg een paar haren uit haar gezicht en geef haar een kusje op haar voorhoofd. Dan laat ik haar hand weer los en loop ik samen met Raoul haar kamer uit. Raoul slaat een arm om me heen. 'Het komt wel goed.' 'Hoe weet je dat?' Vraag ik. 'Dat weet ik gewoon. Jullie zijn veel te speciaal om dood te gaan.' Zegt Raoul met een kleine glimlach. Ik lach ook. Eindelijk naar huis.

Jeeejjj, nog meer dramaaaa!! Houden we van!

Het einde komt steeds dichterbij! Aan de ene kant vind ik het fijn als dit boek af is, maar andere andere kant is het ook weer jammer, want ik vind dit boek echt geweldig om te schrijven!

Ik wil jullie ook ff bedanken. Ik vind het echt super gaaf dat jullie dit boek lezen en zoveel sterren en reacties geven <3

Waarom jij altijd? // bankzittersWhere stories live. Discover now