- 8 -

576 50 13
                                    

Een paar dagen later...
Tot nu toe ben ik elke dag bij Floris wezen kijken. Dus ook vandaag sla ik niet over. Diep in gedachten fiets ik de welbekende weg naar het ziekenhuis. Inmiddels heb ik dit stuk al zó vaak gefietst, dat ik er nauwelijks meer over na hoef te denken welke bochten ik moet nemen. Ook deze keer ben ik er binnen no-time. Ik loop de trap op zoals ik al heel vaak heb gedaan en begroet wat verpleegsters die ik af en toe ook bij Floris zie. Ik loop door de gang, naar het eind en open zachtjes de deur van de kamer waar Floris altijd ligt. Maar zodra ik binnenkom, is het veranderd. Het bed is leeg en de witte lakens liggen netjes opgemaakt. Van Floris is er geen spoor. Ik zet een paar passen achteruit omdat ik het gewoon niet kan geloven, hij zal toch niet dood zijn? Mijn adem begint te schokken en de eerste tranen rollen al over mijn wangen. Ik laat me door mijn knieën zakken en schreeuw het uit. Ik heb dan ook niet door dat er iemand de kamer binnen komt. Pas als ik een hand op mijn schouder voel schrik ik op. Het is Nick. 'Eva,' zegt hij zacht. 'Nee! Nee, ga weg!' schreeuw ik. Ik begin om me heen te slaan en ik heb mezelf niet meer in de hand. Nick krijgt dan ook een paar rake klappen. 'Eva!' Hij pakt me vast en zet me op bed neer. 'Hij is níet dood!' Het duurt even voordat het tot me doordringt, maar toch kalmeer ik langzaam. 'Hij is niet dood, maar je mag niet meer met hem praten. Hij wordt nu vastgehouden, we hebben hem gehoord en hij heeft bekend. Hij krijgt een taakstraf. Maar ook zodra hij vrij komt mag je niet meer met hem praten. Nooit meer. Hij krijgt een nieuwe identiteit.' Zijn woorden dringen langzaam tot me door. Nooit meer, nooit van mijn leven krijg ik Floris nog te zien. Weer komen die verdomde tranen. Ik ruk me los uit de greep van Nick en ren de kamer en het ziekenhuis uit. Ik ren totdat ik niet meer kan en erbij neerval. De emotionele pijn is vele malen sterker van fysieke pijn. De pijn die ik van binnen heb, de pijn in mijn hart is nauwelijks te verdragen. Ik laat me tegen een boom vallen en daar zak ik in elkaar van ellende. Hoe had het zover kunnen komen? Hij had eerder naar de politie moeten gaan, dan was het misschien heel anders verlopen. Dan was hij niet ontvoerd, niet in coma geraakt en waarschijnlijk ook niet gehoord zoals hij nu wel is gehoord. Zo'n verhoor kan wel uren duren. Hij heeft wel alles bekend, dat weet ik zeker. Zo is Floris. Als hij rechercheur wil worden -als hij überhaupt nog toegelaten wordt bij de politie- dan moet hij eerlijk zijn, ook in zulke situaties. Wat als hij geen rechercheur meer mag worden? Dan heeft hij de hele opleiding voor niks gedaan. Ik leg mijn handen op mijn oren met de hoop om zo de verschrikkelijke gedachten te verdringen. Het werkt, en zonder dat ik het door heb val ik langzaam in slaap.

Meedogenloos - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now