- 4 -

674 53 5
                                    

Even weet ik niet zo goed wat hij moet zeggen. 'Oke,' zeg ik uiteindelijk toch. 'Ik eehm-,' hij gaat rechtop zitten, waarna ik hetzelfde doe. 'Ik zit in de problemen.' "Problemen? Wat voor problemen?" wil ik vragen maar er komt geen geluid uit mijn keel. 'Ik heb een tijdje zwart gewerkt, als chauffeur.' Hij kijkt me aan en gaat verder. 'Ik had geen flauw idee waarvoor, het enige wat ik wist was dat het veel geld opleverde. En omdat ik op mijn achttiende al zelfstandig moest worden, was dat was dat geld hard nodig. Ik begon toen ik 21 was. Dat werk heb ik ruim 1 jaar gedaan, zonder dat ik wist waarvoor. Op de gekste momenten werd ik gebeld om mensen of zelfs spullen te vervoeren. Nooit mocht ik in de tassen kijken die ze mee hadden, spreken met de mensen was verboden. Maar ach, waarom zou je praten met mensen. Het geld kreeg ik. Het wás een geweldige baan, totdat ik ontdekte waarvoor ik eigenlijk werkte. Op school had ik er iets over gehoord, en toen ben ik een keer heel stiekem gaan kijken wat er in een van de tassen zat. Het ging van een zakje met drugs tot tassen met moordwapens die ik moest vervoeren. Ik kreeg zowat een hartverzakking toen ik een lijk in de kofferbak zag liggen. Toen werd alles voor me duidelijk. Ze gebruikten me voor de vuilste klusjes. Misschien nog wel de meest gevaarlijke van allemaal. Telkens als ik voor het stoplicht stond en er een politieauto naast me stopte, brak het zweet me uit. Het was verschrikkelijk en ik wilde het niet meer. En dat was ook niet echt goed voor mijn toekomst als rechercheur. Ik ben naar mijn "baas" toe gegaan en uitgelegd waarom ik wilde stoppen, dat was ruim twee maand geleden. Hij begreep het, maar toen ik me per ongeluk versprak over de inhoud van tassen flipte hij hem helemaal. Ik was echt zo bang, ik wist niet wat ik moest doen. Die vent was levensgevaarlijk. Toen het kon, ben ik gevlucht en heb ik mezelf minstens een dag opgesloten in mijn appartement. De mogelijkheid bestond dat ze me voor de deur stonden op te wachten. Maar gelukkig stonden ze er niet. Ze weten immers niet waar ik woon, dus dat was ook bijna onmogelijk. Misschien waren ze me gevolgd, maar gelukkig was dat niet het geval. Ik heb ze sinds dien één keer gezien, waarvan ik bijna zeker weet dat ze mij niet hebben gezien. Maar twee weken terug ben ik gebeld. De allereerste keer heb ik opgenomen omdat ik het nummer niet herkende, maar toen ik zijn stem hoorde, stond ik als genageld aan de vloer. Praten lukte niet, mijn stem leek wel bevroren. Pas toen ik weer bij positieven kwam, wist ik dat ik te lang had gebeld. In die tijd hadden ze misschien mijn plaats kunnen uitpeilen. Maar ik weet niet zeker of ze over dat soort apparaten beschikken, maar het zal me niks verbazen als het wel zo is.' 'Hebben ze je ook opgezocht?' vraag ik geschrokken door dit heftige verhaal. 'Er is een paar keer aangebeld, maar ik heb niet open gedaan. Maar ik weet zeker dat ze ooit een keer wraak gaan nemen.' 'Hoe weet je dat zo zeker? Als jij ze met rust laat, dan doen zij dat misschien ook.' 'Dat is de criminele wereld, Eva. Zij laten mensen niet met rust als ze een mogelijke bedreiging zijn.' Hij kijkt me aan en ik kijk terug. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Alles moet tot me doordringen. 'Als je me niet meer wil dan begrijp ik dat.' 'Ik wil jou nog steeds,' verzeker ik hem. Hij glimlacht flauw. 'Dankjewel dat je het hebt verteld.' 'Jij dankjewel dat je wilde luisteren.' Ik sla mijn beide armen om zijn schouders en druk hem stevig tegen me aan. 'Ik hou nog steeds van je.'

Meedogenloos - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now