- 7 -

573 49 3
                                    

Eén week later...
Mijn leven gaat gewoon door. School, met vrienden afspreken, slapen, eten. Maar zelfs in de normaalste dagelijkse bezigheid mis ik Floris. Ik heb niks meer van hem gehoord, ook niet van de politie. Een dag nadat ik had gebeld wilde ze mijn hele verhaal nog horen over hoe en wat, meer niet. Omdat ik vanmiddag vrij ben ga ik langs het politiebureau om navraag te doen. Misschien dat het dan wat duidelijker wordt. Maar laat ik me nu eerst maar weer richten op de saaie les over rechten.
Gelukkig is deze morgen al redelijk snel voorbij en zo parkeer ik rond half één mijn fiets voor het gebouw van de politie. Ik stap naar binnen en loop gelijk door naar de balie. 'Kan ik u helpen?' vraagt een vriendelijk uitziende vrouw. 'Ja, vorige week heb ik het alarmnummer gebeld voor mijn vriend Floris Wolfs, en ik wil graag weten of er al meer informatie is.' 'Ik zal even de juiste persoon voor je zoeken en dan mag je nu even in de wachtkamer plaatsnemen.' Ze wijst naar een rij met lege stoeltjes. Ik knik dat ik het heb begrepen en laat me dan ook zuchtend op een stoeltje zakken. Maar eigenlijk had het niet zoveel zin, want er komt al een man naar me toegelopen. 'U mag wel even meelopen naar de spreekkamer.' Ik volg hem en als we binnen zijn ga ik tegenover de man zitten die zich voorstelde als Nick. 'We hebben eergisteren dankzij jou de hele bende opgepakt. We waren al maanden naar hun opzoek, maar nergens konden we aanwijzingen vinden.' 'Iedereen? Ook Floris?' vraag ik geschrokken. 'Dat is eeh... Hij is een geval apart. Ten eerste hebben we hem nog niet gesproken, hij ligt in coma.' Coma, coma, coma, het woord galmt in mijn hoofd een paar keer door. 'Zijn verhaal hebben we nog niet gehoord, dus wat er met hem gebeurt weten we nog niet,' gaat hij verder. Eigenlijk interesseert die informatie me helemaal niet. Ik wil Floris nu gewoon zien. 'Kan ik hem zien?' vraag ik een beetje wanhopig. 'Ja, dat kan. Wil je dat ik je breng?' Dat komt me wel heel goed uit. 'Ja, graag.'

Een klein kwartiertje later lopen we met ons tweeën het ziekenhuis binnen. En aangezien Nick hier al vaker is geweest volg ik hem. 'Hier is het,' wijst hij een kamer aan bijna helemaal aan het eind van een gang op de tweede verdieping. Ik kijk Nick aan waarna hij knikt dat ik naar binnen mag. 'Toe maar, ik laat jullie wel alleen.' Zachtjes loop ik de kamer binnen waar Floris midden in de kamer op een ziekenhuisbed ligt. Wanneer ik wat dichterbij kom, zie ik hoe slecht hij er aan toe is. De blauwe plekken en schrammen steken heel erg af van zijn bleke gezicht. Er staan zelfs blauwe afdrukken op de huid van zijn keel. Zijn mond en neus zijn bedekt met een zuurstofmasker en er zijn allemaal apparaten op hem aangesloten. Voorzichtig streel ik met mijn vinger langs zijn hand en dan zie ik pas dat zijn pols met handboeien aan het bed vast zitten. Is die politie nou helemaal gek geworden?! Hij kan niet eens zelfstandig ademen, laat staan ontsnappen. Hij is geen crimineel. Nou ja, er is niks aan te doen. Ik pak er een stoel bij en ga erop zitten. Tranen kan ik niet meer tegenhouden en ik laat me dan ook volledig gaan. 'Waarom, Floris. Waarom?' Ik wist echt niet dat het zó gevaarlijk was. 'Ga alsjeblieft niet dood. Ik wil je bij me hebben,' huil ik. Ik hoor dat iemand achter me zijn keel schraapt. Snel droog ik mijn wangen droog en kijk ik op. 'Ik denk dat we weer moeten gaan,' zegt Nick. Ik knik en geef een snelle kus op Floris' hand. In trans loop ik met Nick mee terug naar de auto en ik heb dan ook niet veel door van de reis.

'We zijn er,' schrik ik op uit mijn gedachten. 'Ooh ja, sorry. Bedankt voor de lift.' Hij drukt me nog snel een kaartje met een 06-nummer in mijn handen en ik stap uit en pak mijn fiets om in stilte naar huis te rijden waar ik mijn moeder huilend in de armen val. Ze weet wel het een en ander maar de details heb ik haar niet verteld, maar nu kan ik er toch niet meer onderuit. Ik vertel dan ook het hele verhaal van begin tot eind. Zij schrikt ook duidelijk. 'Ach, Eva toch,' troost ze me. 'Ik ga naar boven,' deel ik mee waarna ik naar boven vertrek om me daar in slaap te huilen.

Meedogenloos - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now