Letter Twelve

2.3K 96 12
                                    

Enkel een brief dit keer, I know.

Het volgende hoofdstuk is leuker, dat beloof ik.

xRose

**************************

Madison Smith

12 October 2012

London, England

Weet je, Li? Ik weet ik niet meer wat ik moet doen. Ik stond vanmorgen op de rand van het dak, waar ik vaker stond. Meestal omdat het uitzicht daar geweldig is, en ik het heerlijk vind om de wind in mijn haren te hebben, als ik aan het schrijven ben. Dit keer was het anders. Ik stond daar, keek naar beneden, en opeens begon mijn hele lichaam te tintelen. Ik ging niet zitten, ik bleef kijken naar de grond. Tientallen meters beneden. Ik bleef kijken. Alsof mijn blik aan de grond zat geplak, en opeens leek het wel of er iemand tegen me begon te schreeuwen, ‘SPRING!’

En ergens wilde ik springen. Diep in mijn hart zou ik me om willen draaien en we laten vallen van het metershoge gebouw. Met mijn gezicht naar de wolken. Naar de hemel. Daarna zou ik papa bedanken, en daarna zou ik mijn ogen sluiten, en wachten tot ik de grond zou raken.

Het vreemde is dat eigenlijk niets me tegen hielt. Als Pearl niet was gekomen, was ik gesprongen. Ik zweer het, ik had me zo laten vallen. Maar nee hoor, Pearl moest alle pret weer bederven.

‘What the hell, Maddy!’ had ze gegilt.

Ik had haar niet eens aangekeken, Li. Ik kijk niet naar verraders. Anyways, ik bleef staan waar ik stond en schreeuwde, ‘Eén stap dichterbij en ik spring!’

Eigenlijk begrijp ik niet waarom ik dat deed, want het heeft de situatie nogal wat heftiger gemaakt. Maar ja, ik ben niet helemaal goed. In ieder geval, dat is wat iedereen altijd tegen me zegt. Ik ben gek, dus waarom zou ik er langer over prakkeseren?

‘Maddy, kom terug, alsjeblieft,’ had ze gegild.

Ze was bang, Liam. Ow zo bang.

Natuurlijk was ik niet gesprongen waar zij bij was. Dat is alsof het opnemen van zelfmoord. En als je er zo over nadenkt, is dat ook zo, dus laat maar.

Ik stond daar gewoon een beetje met haar te dollen. Oke, misschien geen leuk grapje, maar dat had het ook niet moeten zijn. Want ik was boos. Boos omdat ze me had verlaten terwijl ze altijd zei dat ze m’n beste vriendin was en dat ze me zou steunen, maar niet uit wat er gebeurde.

Dus terwijl ik daar stond, en een scenario bedacht hoe ik kon springen, zonder te springen, bleef ik steeds een stapje naar achter zetten, terwijl hij daar maar stond, half huilend. En toen gleed ik uit.

Ja je leest het goed, ik gleed over de rand van het gebouw, omdat ik te ver was gelopen.

Wonder boven wonder kon ik me nog net vastpakken aan de rand van de reling. Waarom ik dat deed weet ik niet. Misschien uit angst.

Was ik maar gevallen, zeg. Dat had ik al deze problemen niet gehad. Maar goed,

Ik viel dus bijna maar toen kwam Pearl er aan gerent, en heeft me terug omhoog getrokken.

Ik zweer het je Liam, ze was aan het janken als een gek. Ik leef toch nog? Waar maakt ze zich druk om?

Maar ja, toen begon ze me natuurlijk als een gek te knuffelen, en maar huilen. Huilen, huilen, huilen.

Toen we beneden waren moest ze het natuurlijk weer aan de afdelingshoofd vertellen, en nu hem ik kamer arrest. Ik lijk wel een gevangene hier.

Ow, en er is een slot op de deur naar het dak gezet. Pfff, ik kom er toch wel langs.

En waarschijnlijk gaat Mrs. Davis hier volgende week ook over praten met me. Waarom is dit zo ingewikkeld?! Als ik gewoon was gesprongen, was het allemaal vel makkelijker geweest. Dan ben jij van mijn depressieve brieven af, Talischa en de rest van de klas van mijn lelijke gezicht, mijn moeder van de slechtste dochter ooit en dan kon ik ook naar pappa. Makkelijk zat.

Nu ik deze brief zo terug lees, snap ik mezelf niet. Ik lijk wel en gestoorde psychopaat die per se dood wil. Niet dat suïcidale mensen psychopaten zijn hoor, niet zo. Echt niet, ik bedoel… nou ja, ik weet hoe ze zich voelen. Ze snappen gewoon niet waar het mis ging, en waarom het voelt alsof de wereld geen fleur meer heeft. Het lijkt alsof ze verdringen, maar in plaatst daarvan zie je iedereen om je heen ademen. Alsof je schreeuwt, maar niemand kan je horen.

Geloof me Li, we zijn geen gestoorde psychopaten. We hebben iemand nodig die ons hier doorheen trekt. Maar die hebben we niet, dus worden we gedwongen onszelf te helpen. En het grootste probleem is dat we dat niet kunnen. We weten niet wat we moeten doen, dat is het Liam! Iemand moet ons vertellen wat er met ons gebeurt, want je weten niet meer wat we moeten doen!

Waarschijnlijk lees je dit nu, en denk je; ‘Ow God, ze is echt gestoord.’ Of ‘ik geef Pearl een award voor het redden van haar leven.’

Of nou ja, misschien denk je niks, want misschien lees je dit niet, wat waarschijnlijk 100% zeker is, maar goed.

Ugh, Liam. Ik wil niet springen, maar ik wil springen. Ja, geen schrijffout. Ik wil springen, zo graag! Maar aan de andere kant… Wil ik ook juist níet springen. Wat als de wereld na leven veel erger is dan het hier is? Wat als dit enkel een voorproefje is of het oneindige leven daarboven? Dat is oneindig, dus dat zal er voor altijd zijn. Als het daar fout gaat, kan ik niet meer terug.

Misschien klinkt het paranoïde, maar ik ben bang voor wat er na de dood komt. Doodsbang.

Oke, dat was geen goeie woordkeuze, maar toch.

Ik weet niet meer wat ik moet doen, Liam. Ik word gek in deze kamer. Ik moet naar buiten. Ik moet de wereld zien.

Ik ben niet gek, ik wil niet hier zitten.

Ik wil de wereld zien, dat is mijn enigste droom. De wereld. Maar dan ook echt álles!

Love,

Maddy.

Twenty-Two Letters To LiamWhere stories live. Discover now