Invisible

By Mystorytotell

2.4K 321 138

Zij die niemand ziet. Alleen hij. Hij die haar niet mag zien. More

Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Nieuw boek - Wildflower

Hoofdstuk 11

121 17 2
By Mystorytotell

'Dus,' zei Luke na een hele lange stilte. Ik keek geschrokken op. Verbaasd keek ik Luke aan. Eigenlijk had ik niet meer eens door dat hij daar zat. Dat hij zijn handen om me heen geslagen had en me had laten huilen. Hoelang we hier al zaten wist ik niet, ik wist alleen dat het inmiddels al donker buiten was. Verder deed ik geen moeite om op de klok te kijken. Het maakte toch niets uit. Tijd was iets wat de mensen hadden bedacht, omdat zij dat handig vonden. Niemand had zich ooit afgevraagd waar dat op gebaseerd was. Niemand had zich ooit afgevraagd of dit misschien achterhaalt was. Waarom leefden we niet 's avonds en sliepen overdag? Ik wist het niet, maar ik was ook niet degene die dat ging uitvinden. Ik wachtte wel, totdat er iemand was die zei dat we het helemaal verkeer deden. Totdat er iemand was die besloot het beter te weten.

'Zullen we het over iets leuks hebben?' Hij keek me aan. Zijn ogen stonden vastberaden en ik ontdekte een kleine twinkeling. Waar haalde hij deze energie toch vandaan? Ik keek de kamer rond en ontdekte dat het stopcontact aan de andere kant van de kamer al vol zat. Deze kon het dus niet zijn.

'Zoals?' Ik probeerde ook energie uit de kamer te halen, maar dat lukte niet. De zon was onder en al mijn energie was weg. Ik leek net een plant. Fotosynthese kon alleen overdag plaatsvinden. 's Avonds moest ik uitrusten en slapen. Ik hield ervan om lekker vroeg naar bed te gaan. Ook al lukte dat me niet tegenwoordig. Misschien was ik wel gewoon een vleesetende plant. Deze hadden tenminste geen fotosynthese nodig en dus ook geen zon. Maar wel heel veel geduld.

'Hoe ging je toets week?'

Verbaasd keek ik Luke aan, die zich waarschijnlijk afvroeg waarom er plotseling zo'n enorme grijns op mijn gezicht stond. 'Ik dacht dat je zei dat we het over iets leuks gingen hebben.' schaterde ik uit. Ik voelde hoe nog een lach omhoog borrelde, die ik graag tegen wilde houden. Ik wist wat er ging komen als ik dat niet deed, maar het was te moeilijk. Knorrend probeerde ik mezelf onder controle te houden. Ik leek net een varken die voor het eerst rolde in een grote moederpoel. Het was niet eens zo heel grappig, maar het was fijn om even te kunnen lachen.

Luke keek me verbijsterd aan, waardoor ik nog harder moest lachen, en prikte me vervolgens in mijn zij. Het varken dat net nog nietsvermoedend in zijn eerste moederpoel rolde, lag nu op de slachtbanken.

'Luke!' schreeuwde ik hard en ik sprong overeind.

Nu was het Lukes beurt om te lachen, maar dat ging een stuk minder hard. Zijn mondhoeken krulde iets omhoog en een lage toon verliet zijn lippen. Daarna hapte hij naar adem, alsof hij al een week geen zuurstof meer had gekregen. Als walvissen astma hadden, dan was dit hoe het waarschijnlijk klonk.

'Wat?' vroeg hij onschuldig. 'Kun je daar niet tegen?' Hij stond op en liep op me af. Ik rende naar de andere kant van mijn kamer. Na deze halve marathon van Sydney gelopen te hebben zag ik dat Luke steeds dichterbij kwam. Vlak voor me stopte hij en keek hij me uitdagend aan. Ik keek terug, niet van plan om me te laten intimideren door hem. Dit varken werd niet zomaar gewassen.

Luke stak zijn handen uit en een gil verliet mijn mond. Meteen sloeg ik mijn hand voor mijn mond en keek ik Luke aan. Ook Luke keek me aan, want we wisten het allebei. Voor sommige dingen had je geen woorden nodig. Ik wist niet waar mijn ouders waren, maar de kans was groot dat ze op hun slaapkamer waren. Ik hoefde hen nu even niet te zien, dus kon ik maar beter zachtjes doen.

'Maar mijn toets week ging goed,' zei ik terwijl ik op mijn bed ging zitten. Luke trok de stoel achter mijn bureau naar achter en ging erop zitten. Het houten ding kraakte uit protest, maar er was niemand die daarna luisterden.

'Mooi zo,' glimlachte Luke. In lange tijden had ik niemand zo zien glimlachen. Het was fijn. Het was fijn om even doelloos over school te praten, alsof dat het enige probleem was. De proefwerkweek ging zo slecht, dat ik me afvroeg of ik überhaupt wel boven de een gehaald had. Toch maakte me dat niet zo heel veel uit. Ik had wel andere dingen aan mijn hoofd. Elke keer als ik mezelf erop ingesteld had dat ik ging leren, gebeurde er zoiets. Morgen zou ik me niet kunnen concentreren op mijn wiskunde proefwerk. Iets waar ik toch al geen zin in had. Wat ik ook deed, ik haalde maar geen voldoende. Het leek alsof de leraar mijn proefwerk niet eens nakeek, maar er gewoon een drie boven schreef. Twee punten voor de moeite en een voor mijn naam. Wiskunde was een van de stomste vakken die ik had. Zodra ik kon, wilde ik ervan af zijn. Wat had je eraan? Het was niet alsof er plotseling op straat iemand vroeg om de stelling van Pythagoras.

'Wat heb je morgen?' vroeg Luke. Hij tilde zijn benen op en zette zijn voeten op het randje van mijn bed. Zijn grijze gympen waren vies van de onderkant en zodra ik dat zag kwam de ninja in mijn naar boven. Toch hield ik me in. Op een of andere manier was het minder erg als Luke het deed.

'Wiskunde,' gaf ik hem zuchtend als antwoord.

'Leuk!' riep hij enthousiast.

'Ja,' lachte ik sarcastisch, 'leuk.'

Luke lachte niet met me mee en keek me serieus aan. Hierdoor had ik door dat hij het serieus meende en dat het geen sarcastische opmerking was. Snel stopte ik met lachen.

'Je vindt wiskunde leuk?' vroeg ik verbaasd.

Luke haalde een beetje twijfelend zijn schouders op. 'Nou ja, het is niet heel vervelend toch?'

Ik keek hem verbaasd aan. Mijn mond viel ope en mijn wenkbrauwen schoten omhoog. 'Dat meen je niet?' riep ik uit. Wie vond wiskunde nou leuk? Het was een van de saaiste en moeilijkste vakken. Gaf mij maar een vak zoals kunst, of desnoods aardrijkskunde, maar wiskunde?

'Zo erg is het nou toch ook weer niet?' Een kleine glimlach speelde rond zijn lippen, waardoor ik zag dat hij het ook niet serieus nam. Ik wilde hem ook niet beledigen, ik snapte het oprecht gewoon niet. Het was alsof hij me net had verteld dat hij op de maan leefde. Misschien was dat zelfs nog geloofwaardiger.

'Wel,' schoot ik in de verdediging. 'Niemand snapt er iets van!' Ik hief mijn handen in de lucht om mijn woorden kracht bij te zetten.

'Ik snap er wel iets van,' zei Luke een beetje beledigd. Toch zag ik dat hij het speelde. In zijn ogen stond namelijk een vrolijke twinkeling, die ik vaker bij hem zag. Ik hield ervan om te zien hoe we zo konden lachen, zonder dat er eigenlijk iets was.

'Hoe kan dat? Ben je wel een mens?' Ik schoof iets dichter naar hem toe. Waarom ik dat deed wist ik niet, het voelde gewoon goed. Het voelde goed om met Luke te lachen, terwijl dat eigenlijk helemaal niet goed mocht voelen. Vooral niet op dit moment. Toch gingen we ermee door, alsof dat het enige was wat we op dit moment hadden. Alsof dat het enige was wat we op dit moment konden doen – en misschien was dat ook wel zo.

Misschien was dat het enige wat we op dit moment konden doen.

'Mijn moeder is wiskunde leraar,' zei Luke met een grote grijns.

Ik speelde met hem mee en deed alsof dat het raarste was wat ik ooit gehoord had. 'Je moeder is wiskunde leraar?' riep ik geschokt uit. 'Is dat eigenlijk wel een beroep? Zijn die wezens dan mensen?'

Luke schudde lachend zijn hoofd en ook ik deed met hem mee.

'Grapje,' zei ik nadat we uitgelachen waren. 'Het is superhandig als je moeder wiskundedocent is.'

'Klopt,' gaf Luke toe. 'Ik denk dat ik haar talent heb geërfd.'

'Daar mag je erg blij mee zijn,' glimlachte ik. 'Want ik zie het verschil tussen Chinese tekens en wiskundige cijfers niet eens en geloofd me: dat is erg onhandig.'

'Ik wil het je wel uitleggen?' zei Luke plotseling.

Mijn ogen schoten omhoog. Het paarse dekbed was niet langer meer interessant, in tegenstelling tot de blonde jongen voor me.

'Het hoeft niet als je niet wilt,' zei ik beleefd. Toch hoopte ik dat hij het wel zou doen. Niet omdat ik mijn proefwerk dan goed zou maken, dat was een mooie bijkomstigheid, maar omdat hij dan langer zou blijven. Dan zou ik me nog heel even langer veilig voelen. Alsof hij een slot was, dat op slot ging zodra hij bij mij was. Met dat slot was ik veilig voor alles en iedereen. Dan kon niemand me stelen. Behalve degene met de sleutel.

'Jawel!' zei Luke vastberaden. Hij keek naar mijn bureau, waar al mijn schoolboeken opstonden. Ik had ze niet gekaft, want daar was ik te lui voor geweest. Ik zag het punt van kaften niet, als ik ze toch nooit gebruikten. Dan deed ik al die moeite voor niets, want niemand zou het zien.

Zijn sterke vingers gleden langs de boeken en bleven mijn wiskunde boek hangen. Hij pakte het eruit en keek er even naar. Daarna draaide hij zich om naar mij en keek me vragend aan. Ik knikte alleen maar. Terwijl ik dat deed stond Luke op en liep hij voorzichtig naar mijn bed. Hij schopte zijn nieuwe gympen uit en ging heel langzaam zitten. Daarna schoof hij zich naar achter, totdat hij vlak naast me zat. Hij zat net niet tegen me aan, waardoor ik heel zenuwachtig werd. Ik had zin om me tegen hem aan te drukken, maar ik wist ook dat dat niet kon. Hij was mijn leraar en ik de leerling. Hij was de vriend van mijn zus.

Luke gaf in stilte het boek aan mij en ik bladerde naar hoofdstuk drie. Het hoofdstuk dat we voor de toets moesten kennen en waar ik nog helemaal niets aangedaan had. Simpelweg omdat het verspilde moeite was. Ik snapte het toch niet.

Luke schoof weer van mijn bed af, wat me achterliet met een koud gevoel, waarna hij terugkwam met een blaadje en een pen. Rustig begon hij met uitleggen en ik luisterde. Ik luisterde naar zijn diepgekleurde stem, zijn ademhaling en zijn woorden. Ik keek naar zijn handen, die langzaam tekens vormden op het papier. Zijn spieren, die zich aanspanden en ik voelde zijn lichaam. Zijn lichaam dat steeds iets dichterbij kwam, maar nooit dicht genoeg.

'Snap je het?' Luke sloeg het boek dicht en ik rekte me even uit. Daarna keek ik op de klok en zag ik dat het al half twaalf was. O, zo lang was ik nog nooit bezig geweest met wiskunde. Echter leek het niet zo lang. Doordat Luke het uitlegde, snapte ik het. Voor het eerst had ik het gevoel dat ik een toets goed ging maken. Voor het eerst had ik het gevoel dat dit misschien iets hoger kon worden dan een eén.

'Je moet echt leraar worden,' lachte ik, terwijl ik opstond. Ik strekte me even uit en legde mijn wiskunde boek vervolgens terug op mijn bureau.

'Misschien ga ik dat ook wel doen,' zei hij serieus. Luke schoof naar voren en pakte zijn schoenen. 'Het is al laat,' zei hij daarna. 'Ik moet maar eens gaan.'

Ik wilde protesteren, zegen dat hij wel kon blijven, maar ik wist beter. Hij kon niet blijven.

Bijtend op mijn lip keek ik hoe Luke zijn schoenen weer aandeed. Vervolgens stond hij op. 'Ik hoor het punt wel en als het hoger is dan acht verwacht ik een traktatie.'

Lachend knikte ik mijn hoofd. 'Natuurlijk,' zei ik. Dat ging toch niet lukken.

'Deal,' knipoogde Luke. Ik voelde hoe mijn wangen rood kleurden. Meteen dacht ik aan Ashton en hoe hij geknipoogd had. Mijn ogen schoten naar het notitieboekje, dat in mijn boekenkast lag. Een boekenkast gevuld met verhalen, van allerlei schrijvers, maar deze was toch wel de bijzonderste. Kleurrijke boeken sierde de plakken, waardoor het zwarte ding alleen nog maar meer opviel.

Luke volgde mijn blik en zag het boek ook. Zijn ogen bleven langer dan nodig was hangen en even was ik bang dat hij het zou herkennen. Toch kon dat niet, maakte ik mezelf wijs. Waarom zou hij dat boek kennen? Ashton had geen rede om het met Luke te delen, toch?

Met grote passen liep Luke op het boek af en pakte het vervolgens op. Ik hapte naar adem. Voelde hoe de grond onder mijn voeten vandaan viel. Paniek sloeg toe. Dit was niet iets wat Luke hoorde te zien. Ik wilde niet dat hij het zag en niet alleen omdat het een geheim van Ashton was. Ik wilde niet dat Luke wist dat ik samen een geheim met Ashton had.

Zijn gespierde vingers bladerde door het boek heen. Met elke bladzijde die hij bladerde, voelde ik de moed verder in mijn schoenen zakken. De glinstering verdween uit zijn ogen, terwijl hij de bladzijdes scanden. Het leek haast wel alsof hij wist wat erin stond. Het enige wat hij nodig had was bevestiging. Bevestiging dat het inderdaad Ashtons boekje was. Emotie dreef uit zijn lichaam weg. Uiteindelijk klapte hij het boekje dicht en keek me strak aan. Ik kon niet zien wat hij voelde. Het boek was gesloten. Zijn boek was gesloten.

'Heb je het al gelezen?' vroeg hij monotoon. Hij zei het alsof het hem niets uitmaakte, maar dat was niet zo. Toch? Want als het hem niets uitmaakte, dan was het een overbodige vraag geweest. Dan maakte het hem ook niets uit of ik het wel of niet had gelezen.

'Nee,' zei ik naar waarheid. Luke keek me heel even onderzoekend aan. Ik wilde in de verdediging schieten, ik had het echt niet gelezen, maar dat was niet nodig. Hij besloot mij te vertrouwen.

'Ik denk dat je het niet moet lezen. Ik geef het wel weer teruggeven aan Ashton.' Luke klemde het boekje strak in zijn handden.

'Nee,' floepte ik er sneller uit dan ik kon denken. Het was toch ook zo? Het was niet aan Luke om te bepalen of ik het wel of niet mocht lezen. Dat was Ashtons beslissing en die had besloten dat ik het wel mocht lezen. Daarom wilde ik het lezen. Ik wilde weten wat er dan zo belangrijk was. Ik wilde weten wat hij mij toevertrouwde.

'Ja,' zei Luke terwijl hij zich omdraaide. Zoals hij al zo vaak had gedaan draaide hij zich om en wilde hij weglopen. Mij geen keus latend anders dan om naar hem te luisteren. Hij kwam zomaar mijn kamer binnengelopen, al voor de tweede keer. Hij was de rede dat ik afgelopen week in het café strandde, want hij had gevraagd of ik mee wilde, en hij was de rede dat ik nu dit boek niet mocht lezen. Terwijl hij eigenlijk helemaal niets te zeggen had over mij.

'Geef het terug,' siste ik. Ik was er helemaal klaar mee. Voor langere tijd had ik gedacht dat Luke iets om mij gaf, op wat voor manier dan ook, maar ik had het mis. Natuurlijk had ik het mis. Hij wilde mij, net als mijn ouders, alleen maar wegstoppen. Bang dat ik een verkeer ding zou zeggen. Bang dat ik zou zeggen wie Lori echt was. Bang dat mensen haar echte gezicht zouden zien en bang dat hij dan ook als gek werd bestempeld. Misschien was hij dat ook wel. Wie bleef er nu nog trouw aan zo iemand? Ik niet. Ik kon het niet. Het was alsof ik naar een totaal vreemde keek. Mijn zus was weg. Mijn zus was al heel lang weg. Ik miste haar, maar kon niets doen om haar terug te krijgen.

Luke trok zich niets van me aan. Met grote passen liep hij naar de dichte deur toe. Hij stak zijn hand uit en legde deze op de deurklink. Er knapte iets in mij. Ik wist precies waarom, maar het was al de tweede keer. Het was de tweede keer dat Luke mij zo ontzettend boos maakte. Misschien was hij gewoon er telkens gewoon op het verkeerde moment, of misschien was het wel iets ander. Misschien verwachte ik wel gewoon dat Luke mij snapte en werd ik boos als hij dat niet deed. Ik werd er zo moe van. Ik werd moe van het vechten voor dat kleine beetje aandacht, dat eigenlijk iedereen zou moeten krijgen.

'Stop!' krijste ik. Al mijn emotie in dat ene woord. De trillingen van woede schoten door de kamer heen. Deden de spullen op hun plek schudden. Verdriet droop van de muren witte muren af, als afbladerende verf. Luke schrok er zo van dat hij bleef staan. Met de woorden pakte ik hem vast en hield ik hem tegen. Ik wilde niet dat hij ging en ik wilde al helemaal niet tegen hem schreeuwen. Bovendien wilde ik Ashtons boek terug, dat ik nu echt wilde lezen.

'Luister nou naar me,' zei Luke zacht. Hij draaide zich niet om, bewoog geen spier in zijn lijf, maar de emotie was ook in zijn stem te horen. Radeloosheid, verward en misschien zelfs verdriet. Verdriet om haar natuurlijk. 'Het is niet goed voor je om dit te lezen. Ashton heeft zijn eigen problemen, die hij zelf moet oplossen. Dat hoef jij niet te doen. Lees het alsjeblieft niet. Je hebt al genoeg aan je hoofd.'

Ik wilde het heus wel lief vinden, en dat vond ik ergens ook, maar door de ruisende woede in mijn oren hoorde ik helemaal niets meer. Zijn beschermde smeekbede kwam niet bij me binnen. Hoe lief deze ook was.

'Luke geef het terug.' Ik liep naar hem toe, bleef vlak achter hem staan. Nu ik zo achter hem stond viel het me pas op hoe sterk hij was. Zijn brede schouders zaten strak in zijn shirt en zijn ruggengraat was zichtbaar. Hij huiverde. 'Geef het terug,' fluisterde ik nog een keer.

Uit het niets draaide Luke zich om. 'Denk je dat ik dit leuk vind?' zei hij. Ik keek hem verbaasd aan, niet wetende waar hij precies op doelde.

'Het is van mij,' zei ik in plaats daarvan. Woede was veel beter dan verdriet. Huilen was voor zwakken. Ik moest laten zien dat ik hier de baas was, niet hij. Nog nooit had iemand me beschermt, dus nu ook niet. Ik had het niet nodig. Het was al te laat.

Luke keek me aan. Zijn bruine ogen prikte in die van mij. Mijn donkere, bijna zwarte ogen keken hem aan. Werden overspoeld door schoonheid. Ik wilde wegkijken, maar dat lukte niet. Zijn kaken strak op elkaar gedrukt. Zijn mond in een lange streep.

'Ik doe dit niet voor mezelf,' zei hij fluisterend, maar zo krachtig dat mijn oren ervan gingen piepen. Ze piepte zo erg dat ik niet luisterde naar wat hij zei. Ik hoorde wel, maar luisterde niet.

'Geef het hier.' Met een boze ruk trok ik het boekje uit zijn handen. Mijn handen raakte even zijn vingers. Deze voelde warm en vertrouwd aan. Ik voelde de tranen opkomen, maar slikte deze weg.

'Ik heb je gewaarschuwd,' zei Luke nu nog zachter. Hij draaide zich om en liep en legde zijn hand op de deurklink.

'Ga weg,' riep ik naar hem, terwijl hij nog geen twee centimeter van me afstond. Ik wilde het niet zeggen, maar ik kon hem ook niet laten gaan. Ik moest het laatste woord hebben, altijd. Waarom wist ik niet. Waarschijnlijk omdat ik mensen wilde laten zien dat ik sterk was. Ik wilde laten weten dat ze mij niet konden onderdrukken. Als ik het laatste woord had, zouden ze mij zich misschien herinneren. Dan zou ik niet vergeten worden.

Luke liep de deur uit en bij iedere stap die hij zetten, voelde ik de leegte meer op me afkomen. Net wanneer ik dacht dat hij wegliep, draaide hij zich om. Hij zei niets, wat misschien nog wel het ergste was. Hij wilde mij het laatste woord geven, hij wist dat ik dat graag wilde. We hadden ruzie, maar ik wist niet of ik het wel zo kon noemen. Volgens mij hadden wij nooit ruzie, want dat moest van twee kanten komen. Ik was altijd boos op Luke en Luke bleef mij altijd steunen.

Hij keek mij aan en glimlachte. Een lach die dwars door me heen sneed. Ik wilde gillen, roepen dat hij moest blijven. In plaats daarvan keek ik hem emotieloos aan, alsof hij niet welkom was. Met trieste glimlach op zijn gezicht draaide hij zich om. Ik hield mijn adem in terwijl ik hem zag weglopen. Hopend dat ik hem nooit meer tegenkwam. Hopend dat ik hem overal tegenkwam.

Ik sloeg de deur met een harde klap dicht. Daarna doodse stilte. Stilte die sneed door de nacht. Door mijn kamer. Ik was alleen. Ik was weer alleen. Tranen liepen over mijn wangen, terwijl ik met mijn rug tegen de deur aanviel. Langzaam zakte ik naar beneden. Daarna hoorde ik een harde schreeuw. Een schreeuw die het hele huis vulde, de zuurstof wegnam. Ik hoorde de schreeuw en herkende de stem. Ik luisterde ernaar. Voor het eerst luisterde ik. Ik luisterde naar mijn eigen stem die net zolang klonk totdat er niets meer van over was.


Continue Reading

You'll Also Like

19.2K 279 51
Kan de net afgestudeerde en zoekende Elin wel het drukke YouTuber leven aan van Matthy of zal het zorgen voor een kloof tussen de twee die ze niet me...
12.2K 202 15
Hij heeft een hekel aan je, maar je bent de enigste die hem rustig krijgt op momenten dat hij boos is. Hij wil niks van je hebben, maar op het moment...
162K 2.2K 59
Yara is nu al een tijdje beste vrienden met de Bankzitters. Ze kan het met alle jongens goed vinden, behalve met Matthy. Altijd doet hij chagrijnig e...
51.8K 679 87
Sophie zit in een hechte vriendengroep met de Bankzitters. Al heeft ze het gevoel dat de band van haar en Matthy toch net wat anders is. Maar is hij...