22

22 3 2
                                    

'Daleh!' riep Rayan nog vlug toen de wolf net verdwenen was achter de struiken, maar hij keerde niet terug, liet niet eens merken dat hij Rayan gehoord had. Het geluid van zijn poten op de aarde stierf weg. De andere wolven waren inmiddels naar hun toegekomen. Ismene begreep meteen dat ze de achtervolging zouden inzetten, dus deed ze wat Rayan ook deed. Ze klom op Imker, greep meteen zijn vacht stevig vast en voelde toen hoe Imker volop zijn spieren spande en begon te rennen. Met Rayan en Armin voorop en Malek vanachter liepen ze Daleh achterna.

Ze had inmiddels door dat ze noordoost aan het gaan waren, maar ze vroeg zich af waarom. Had Daleh Nachtvrouwen zien aankomen? Was dit een soort evacuatie? Ze overbrugden een heel terrein, en bij elke kilometer die ze aflegden, groeide het wantrouwen van de groep. Naar waar leidde Daleh ons? Ze besefte dat de andere wolven en Rayan nog steeds een niet-begrijpende uitdrukking op hun gezicht hadden staan. Maar zelfs zij kon door haar zintuigen aan te scherpen ook niet zien wat er scheelde.

Op een bepaald moment maakte Rayan een handgebaar dat duidelijk wou maken dat ze tot stilstand moesten komen. Ismene begreep dit niet meteen. Moesten ze Daleh dan niet verder volgen? Daleh ging nog altijd onvertraagd verder, en werd weer aan het zicht onttrokken door de geslotenheid van het bos.
'Rayan...' fluisterde ze hem toe, maar Rayan bracht meteen zijn vinger naar zijn lippen om haar het zwijgen op te leggen. Vervolgens tikte hij met diezelfde vinger tweemaal tegen zijn oor. Terwijl het tot haar doordrong wat ze moest doen, liet ze zich zakken tegen een boom en bracht haar haar achter haar oor.

Ze richtte haar volledige aandacht op haar gehoor. Gelukkig had ze al haar zintuigen getraind om zich scherp te stellen, anders had dit nu niet zo makkelijk geweest. Maar toen haar oren plots overgevoelig werden, kreeg ze even een heel duizelig en pijnlijk gevoel in haar hoofd. Al de geluiden van het bos die tegelijkertijd haar trommelvlies deden trillen, overweldigde haar. Ze probeerde snel het geluid te vinden dat Rayan zo interessant achtte.
En toen vond ze het.
Meteen focuste ze enkel nog op dit geluid en trok daarmee de hoofdpijn als een wolk voor de zon weg. Ze ving eerst enkele flarden op, en pas daarna volzinnen.
'Daleh?' 'Ik... maar... gereed...'
Iets kriebelde aan haar geheugen.
'Hier moet een eind aan komen.' klonk een stem. Een... bekende stem?
'Jullie denken dat ik haar heb... Jullie denken dat ze nog leeft. En wat als jullie het fout hebben?'
'Wij hebben het niet fout!' klonk opeens een andere hogere vreemde stem. Vreemd omdat het leek alsof de woorden door twee stemmen tegelijk werden uitgesproken. Is dat... Dat is Jona!

Ismene keek Rayan met geschokte ogen aan, maar hij zette weer zijn vinger tegen zijn mond en gebaarde haar om te blijven zitten en verder te luisteren.
'Ik voelde haar steeds bij jou.'
'Dat kan niet! Mijn mes heeft haar hart doorboord,' klonk het woedend.
'Of heeft het het enkel gesneden? Maak mij niets wijs, mijn gevoel bedriegt mij niet.'
'En wat dan nog. Jullie hebben mijn vrouw gedood!'
Een schel gegiechel weergalmde doorheen het bos. 'Dat zwakke mens? Nee, die heeft haar eigen ondergang over zichzelf afgeroepen door dat kind te baren.'
'Hoe durf je haar zwak te noemen! En betrek mijn dochter hier niet in, zij weet niks van dit alles. Zij leidt een ander leven.'
Kon dit...
Weer een kort gegiechel. 'Ik vrees dat je niks weet van je dochter. Weet je, ze heeft heel wat karaktertrekken van haar moeder zoals haar naïviteit en haar gebrek aan kracht, maar ze heeft wel overduidelijk jouw blauwe ogen.'

Ismene's adem stokte in haar keel. En voor een moment zoog ze geen enkele lucht meer naar binnen.
'Wat? Ze bevindt zich op een andere plaats tussen de gewone mensen, een plaats waar je haar niet zult vinden en waar ze veilig haar leven leidt. Je hebt haar nog nooit gezien. Je weet niks van haar.'
'Wat is het toch grappig te zien hoe je er altijd weer naast zit. Ze is hier, ze is in Keensen. En ik heb haar al mijn persoonlijke begroeting gegeven.'
'Dat... Dat kan niet,' werd er gestameld, 'Je liegt.'
'Ze is naar hier verhuisd met haar tante en neefje. Ze heeft ook al de familie Morensen ontmoet, wat mij doet vermoeden dat ze inmiddels al meer weet van deze wereld dan jou lief is. En ik denk eindelijk te weten welke schakel ze in dit spel speelt.'
'Zij heeft hier niks mee te maken! Laat haar hier buiten!'
'Ik denk dat dat spijtig genoeg voor jou niet mogelijk zal zijn. Al zelfs voor haar geboorte zit ze in dit spinnenweb verstrikt.'
'Wat beweer je nu? Weet je zelf wel wat je aan het zeggen bent?'
Er luidde een kwade grom. 'Natuurlijk weet ik dat! Ik weet niet hoe het mogelijk is maar Serafina zit in haar.'
'Dat is onmogelijk.'
'En toch is het zo,' klonk Jona verbitterd, 'Ik heb het gevoeld, alhoewel ik het niet meteen herkende, ben ik er nu helemaal zeker van. Ze zit in haar.'

De Laatste KoninginWhere stories live. Discover now