9

31 5 9
                                    

Ze had Rayan na het gesprek in de kantine niet meer teruggezien, ook niet in de les. Het was niks nieuws, de hele school wist tevens al dat Rayan vaak spijbelde. Maar ze was ook iets anders te weten gekomen, gehoord van vrienden van Jona, wat ze best tegenstrijdig vond. Het was het feit dat Rayan goede punten scoorden. Ondanks zijn afwezigheid in de lessen. Hij bleek redelijk intelligent te zijn en leerkrachten waren daardoor stiekem altijd loffelijk tegenover hem, al zou zijn attitude nog zo slecht zijn. Behalve de directeur die serieus aan het overwegen was hem te schorsen als hij bleef spijbelen. Het leek er werkelijk op dat Rayan alleen maar sterke kanten had. Ismene was ook wel intelligent, maar in de verste verte dacht ze niet in de buurt te kunnen komen van Rayans genialiteit.

Ze was net toegekomen aan Jona's huis en belde aan. Vooraleer ze naar huis ging, wou ze even checken of Jona zich al wat beter voelde. Ze hoorde binnen een deuntje afgaan en vervolgens hoorde ze een serie van uitroepen:
'Viktor, de deur!'
'Waarom doe jij de deur niet open, Lennart?'
'Lorens, jij bent de jongste, ga de deur eens opendoen!'
Uiteindelijk zwaaide de deur open met in de opening ervan een jongetje die zeker een kop kleiner was dan Ismene.
'Hallo, u bent...?
Het jongetje had een bos steil donkerblond haar dat tot bijna over zijn kastanjebruine ogen liep.
'Ik ben een vriendin van Jona. Mag ik haar even zien?'

Het jongetje zette een stap opzij en Ismene passeerde erlangs, hij sloot vervolgens de deur. Ze stonden in een klein halletje en de jongen vertelde dat ze haar jas aan de kapstok kon hangen en haar sneeuwbotten uit kon doen. Hierna volgde ze de jongen de woonkamer in. Hier was een enorme zetel gepositioneerd in het midden van de ruimte. Twee oudere jongens zaten erin, ze vermoedde Viktor en Lennart. Ze zaten naar een sportprogramma te kijken.
Uiteindelijk kwamen ze aan een donkere deur op het einde van een gang. De jongen klopte er zachtjes op.
'Jona? Er is hier een van jouw vriendinnen.'
Ismene gebaarde naar de jongen dat zij het verder wel alleen kon en de jongen keerde terug naar de woonkamer. De deur kraakte toen ze binnenliep.

Jona's kamer was vol behangen met posters van wintersporters. Het was er zwak verlicht, enkel een bureaulampje brandde en Jona lag in de hoek van de kamer op een bed met zwarte lakens. Ze knipperde verdwaasd toen Ismene in het licht trad.
'Hey Jona, ik ben het, Ismene. Voel je je al beter?'
Ismene ging zitten op de rand van het bed.
'Ja, een beetje. Ik heb geprobeerd te slapen, maar het lukt niet. Sinds deze ochtend voel ik me al zo rusteloos. En ik voel me ook nog altijd misselijk, maar wel wat minder. Hoe was het op school?'
'Goed, zoals altijd wat te lang als het vrijdag is. En ook wat vreemd, want Rayan had opeens de behoeften om met mij te praten.'

Jona keek verbaasd.
'Wat heeft die dan vertelt?'
'Nou, eerst hadden we het over het weer en daarna zei hij dat we elkaar vroeger ontmoet hebben, als kinderen.'
Nu keek Jona nog meer verbaasd en luisterde vol interesse.
'Dat is zo gek! Heeft die nog wat anders verteld?' vroeg Jona opgelaten.
'Nou nee, dat was het. Maar ik was zelf ook verwonderd. Dat wist ik helemaal niet meer! Hij zou sowieso veel veranderd zijn.'
Jona knipperde weer verdwaasd. Vervolgens keek ze naar Ismene met een nietszeggende blik.
'Heb je plannen voor deze avond, het is tenslotte vrijdag.'
Ismene vroeg zich af of ze haar zou vertellen over de bizarre afspraak met Rayan, maar besloot het nu nog even te verzwijgen. Ze zou er wel eens over beginnen als het achter de rug was.
'Om zeven uur ga ik weg,' zei ze dan maar in de plaats.
'Wat ga je doen?'
'Vermits ik toch maar alleen thuis ben deze avond, dacht ik ergens te gaan eten.'
Dat was ook de volle waarheid, want haar tante en neefje hadden weer een afspraak in het ziekenhuis van Umea, dus zou ze inderdaad alleen zijn, en ze ging eten bij Rayan thuis.

Jona keek haar aan met een ziekelijke nieuwsgierigheid.
'Wat gaan je tante en neefje doen?'
'Die hebben een medische afspraak in het ziekenhuis, ik geloof rond zes uur. Ze zullen pas laat weer thuis zijn. Het heeft te maken met het maagprobleem van mijn neefje. Ze vermoeden dat het iets te maken heeft met de zenuwen in zijn dikke darm. Maar dat is dan ook het enigste wat ik ervan onthouden heb.'
Jona staarde voor zich uit en fluisterde iets wat Ismene niet kon verstaan.
'Zei je iets?'
Opkijkend naar Ismene verhief ze haar stem.
'Het zal stormen vanavond laat.'
Niet goed wetend op wie ze doelde, probeerde Ismene toch geruststellend te klinken.
'Ik zal wel weer op tijd thuiskomen, voor de storm te erg wordt. En mijn tante en neefje zullen misschien hun afspraak wel inkorten of ergens in de stad overnachten.'
'Ik ben moe. Ik moet nu slapen,' zei Jona plots en ze maakte al aanstalten om zich op haar zij te rollen naar de andere kant. Ismene ging van het bed af, terwijl Jona zich comfortabel positioneerde.
'Nog veel beterschap en welterusten.'
Maar er kwam geen verdere afscheid, in plaats daarvan vulde een snurkend geluid de ruimte.

Toen ze thuiskwam sloeg de klok net kwart voor zes. Al snel had ze door dat haar tante en Michael al vertrokken waren, want de auto had niet meer buiten gestaan. Haar schoudertas wierp ze op de sofa en ze ging regelrecht naar de keuken, waar ze zichzelf een glas melk inschonk. Buiten was de temperatuur al sinds ze de school had verlaten sterk aan het dalen, haar vingers en tenen waren als bevroren. Ze vermoedde dat dat voorafging aan een storm en ze hoopte maar dat het etentje bij Rayan niet al te lang zou duren.

Allereerst nam ze een warme douche. Deels omdat ze nog rilde van de kou en zelfs haar neus ervan rood zag en prikkelde, maar ook omdat haar haar vettig was en in klitten naast haar gezicht hing. Het spetteren van het hete water op haar lichaam deed wonderen. Meteen voelde ze zich ontspannen.

Plots geloofde ze dat ze elk apart druppeltje kon voelen vallen op haar huid en naar beneden voelde glijden. Het overweldigde haar, al die kleine prikkels die ze opnam, maar anderzijds voelde het ook vredig, omdat het een soort van herhalende sensatie was. Het was iets heel anders dan de bruuske reukprikkel die veroorzaakt werd door de lavendelgeur van haar shampoo.

Ze maakte ook meteen van dit moment gebruik om haar benen en oksels te scheren en toen ze klaar was, wikkelde ze een handdoek rond haar. Met een kleiner handdoekje depte ze haar haar droog, in opwaartse richting zodat de zachte krullen beter vorm kregen. Haar zwarte lokken waren gedurende de zomer een heel stuk langer geworden, ze kwamen tot net over haar borst. Ze overwoog even om make-up aan te doen, maar verwierp dat idee meteen. Casual, ze wou er gewoon casual uitzien. Ten slotte wou ze ook niet een veel te overdreven indruk maken bij Alies en Rayan. De enigste reden waarom ze daar ging eten, was omdat ze steevaste antwoorden wou. Enkel daarom.

Haar kleerkast was van massief notenhout gemaakt en was best groot, maar het herbergde een gering aantal kledingstukken. Bij haar verhuizing had ze veel kleren weggegooid waar ze nu natuurlijk spijt om had. Ze wist echt geen raad met wat ze wou aantrekken. Een jurk zou het al niet worden, want dat zou veel te koud zijn. Maar de enigste broeken die ze had, waren ouderwetse spijkerbroeken. En als bovenstuk had ze voornamelijk pullen, en enkele blouses en hemden.

Uiteindelijk besloot ze een donkerblauwe spijkerbroek aan te trekken en een witte trui met een V-hals. En om het wat representatiever te maken, deed ze een klein zilveren kettinkje aan. Ze had nu zeker nog een kwartier vooraleer Rayan hier zou zijn, en ze vroeg zich af wat ze nu zou doen. Buiten werd het gestaag donkerder en terwijl ze de trappen afdaalde, overwoog ze om gewoon nog wat tv te kijken. Toen ze echter eenmaal beneden was in de woonkamer, stond ze geschrokken stil. Ze had meteen de lichtschakelaar omgeslagen zodat de gloeilamp licht verspreidde doorheen de hele ruimte.

Er stond een gestalte midden in de kamer.

Diens rug stond naar haar toegekeerd en de figuur steunde wankel tegen de muur. Het droeg enkel een zwart shirt en een losse jogging die beiden helemaal doorweekt waren, en sneeuwbotten, waar nog sneeuw aan vastplakte. De figuur had een heel sneeuwspoor achtergelaten vanaf de deur die leidde tot de garage. diens blonde haren waren helemaal drijfnat. De adem stokte in Ismene's keel toen de figuur zich naar haar toe omdraaide.

Het was Jona, maar niet de Jona die ze kende, dit meisje had helemaal niks van haar. Het staarde Ismene met lichtpaarse fonkelende schijfjes aan waar niet eens een pupil in te zien was. Haar blik was koortsachtig, en de huid van Jona's gezicht was bezaaid met ruwe rode vlekken, ontstaan door de ijzige buitenwind, vermoedde ze. Een duivelse glimlach was afgetekend op haar gezicht. Chaos brak uit in haar hoofd.

Jona zou gelijk hebben. Het ging stormen vannacht.

De Laatste KoninginWhere stories live. Discover now