6

33 6 8
                                    

Het bos was abrupt tot een einde gekomen. De laag sneeuw ging nog wat verder dan het bos, maar werd dan ook geleidelijk aan dunner en ging over in de asfalt van de straat. Voor haar was een rij huizen te zien met elk een klein gazon. Er waren nu helemaal geen wolken meer en de zon kon zijn stralen vrijuit verspreiden in elke mogelijke richting. Geen zuchtje wind heerste er in dit landschap van asfalt, bakstenen en brievenbussen. 

Ismene wandelde verder en wisselde het zachte sneeuw voor de harde ruwe ondergrond van de weg. Het was vreemd hoe deze twee totaal verschillende werelden tegen elkaar opbotsten, en hoe het witte sneeuw overging in het zwarte asfalt als het wit en zwart van een schaakbord. In de verte, rechts van haar, kon ze de hoofdweg zien waar elke seconde een auto voorbij vloog. 

Ze concentreerde zich weer op het huis voor haar, het huis van haar tante in Engeland. Het zag er bijna identiek uit aan het huis dat Ismene had achtergelaten toen ze naar Zweden vertrokken. De muren bestonden uit zandkleurige bakstenen, af en toe onderbroken door een streep van donkeroranje bakstenen. De ramen aan de voorkant staken uit naar voor in een hoekige boog, het dak was donkergrijs en de deur was gesneden uit een harde donkere houtsoort. 

In de voortuin stonden planten waarvan de bloemen in bloei waren en verschillende kleuren vertoonden. Op de metalen brievenbus stond het cijfer 43 geschilderd in het zwart. Alles was identiek. Behalve de gordijnen die zichtbaar waren door het bovenste raam. Ze waren beige, zo waren ze geweest tot Ismene's vroege tienerjaren, daarna had ze ze vervangen door donkergroene gordijnen. Ze was dus niet in het heden, merkte ze op, maar ergens in het verleden.

Het was al lang tot haar doorgedrongen dat ze droomde. Maar ze kon niet ontkennen dat deze droom misschien iets te betekenen had, dat haalde ze uit het feit dat het zo doelgericht voelde.
Uit de hoofdweg sloeg een auto af, haar straat op. Het was een lichtgrijze Toyota met aan één kant een duidelijke deuk in het portier. Ismene wandelde naar het voetpad, want ze had midden op straat gestaan, maar de auto remde en kwam tot stilstand naast haar. 

Ze zag dat de bestuurder een man was, in de twintig. Ismene vroeg zich meteen af of de man het eigenaardige besneeuwde bosgebied aan de overkant niet bizar vond, maar hij leek het niet eens op te merken toen hij uit de auto kwam. Zijn haar was blond en warrig, hij droeg een versleten bruine leren jasje met daaronder een casual t-shirt en een losse spijkerbroek. Zijn ogen waren helder lichtblauw, maar stonden bezorgd. Hij leek Ismene niet te zien, in plaats daarvan wierp hij snelle blikken naar het huis terwijl hij naar de andere kant van de auto liep. Daar trok hij de deur van de achterbank open en hielp hij een kleine gestalte met het afdalen. 

Ze kon niet zien wie het was tot de kleine persoon langs de achterkant van de auto het voetpad opliep. De man hield het kleine handje van het meisje vast in één van zijn grote handen, en in zijn andere hand droeg hij een sportzak. Het kindje droeg een rode legging en witte t-shirt met een figuur op die ze weleens eerder had gezien in een programma waar Michael naar keek. Ze had eveneens zwart haar in een paardenstaartje en lichtblauwe ogen die zorgeloos stonden. 

Het meisje was Ismene zelf!
Maar dan veel jonger, rond de vijf jaar. Het viel nu allemaal op zijn plaats, dit was de herinnering aan het afscheid met haar vader! De man en het meisje wandelden nu het pad naar het huis op. Ismene liep met hun mee achter hun rug, alhoewel ze al doorhad dat zij Ismene niet konden zien. De man zette de sportzak neer en drukte op de bel. 

Binnen in het huis luidde een rinkelende melodie. Even later stond haar tante in de deuropening, opgewekt om haar vader en de kleine Ismene te zien. Maar het ontging Ismene niet dat ze ook een droevig kantje aan haar blik zag. De dood van haar moeder, haar tante's zuster, had haar tante veel verdriet aangedaan. Het viel te raden dat het litteken dat dat had achtergelaten bij haar tante nog niet helemaal genezen was en dat de aanblik van haar vader en Ismene haar onwillekeurig aan haar moeder liet herinneren.
'Chris! Wat een onverwachts bezoek!'
Ze keek vervolgens naar de kleine Ismene.
'Dag Ismene! Alles goed met jou?'
De kleine Ismene knikte verlegen. Haar vader nam toen het woord verder.
'Dag Helen, ik hoop dat het goed gaat met jou en Roy?
Roy was de vriend van haar tante. Hij zou haar tante binnen ongeveer een jaar zwanger maken van Michael en haar dan verlaten voor een ander. 

De Laatste KoninginWhere stories live. Discover now