hoofdstuk 22

6 3 0
                                    

Lily

Woest was ik! Ik liet me op bed vallen en stompte tegen mijn kussen aan. Gelukkig waren mijn dagen hier geteld. Morgen had ik gelukkig wat afleiding bij de vrienden van Cam en zondag kwam opa en als het aan mij lag zou dat mijn laatste dag zijn. Ik moest eerlijk aan mezelf bekennen dat ik steeds meer mijn draai vond. Ik had lieve, betrokken mensen ontmoet en zelf de Ard rí viel best mee. Ik merkte weinig van de andere wereld omdat iedereen hier er niet continue mee bezig leek te zijn als ik in de buurt was.
Onder mijn boosheid was ik gekwetst. Ik vond het vreselijk hoe het ging tussen Jace en mij, terwijl dit eigenlijk beter was, want heel snel zou ik hem nooit meer zien. Maar in de weken voor mijn aankomst hier, was ik om hem gaan geven. Hij maakte iets bij me los wat een andere jongen nog nooit los had gekregen. Daarom trok ik mij zijn gedrag ook zo aan. Van heel lief naar onuitstaanbaar. Wat had ik in godsnaam gedaan dat Jace zich zo gedroeg? Hij leek zo bazig en vijandig. Ik was per ongeluk in slaap gevallen. So what? En de ophef over King leek ook niet terecht. Hij had me niets gedaan en ik had genoeg ervaring met paarden om in te zien wanneer een paard niet vriendelijk was.

Ik besloot een bad te nemen en me te gaan ontspannen. Mary kwam vlak daarvoor nog even langs om te kletsen. Ik zou haar echt gaan missen. Toen ik helemaal rimpelig was en het water koud werd deed ik mijn pyjama aan, poetste mijn tanden en ging ik in bed liggen. Ik realiseerde me dat ik helemaal nog niet gegeten had. Ik onderdrukte mijn knorrende maag maar na een uur draaien en woelen in bed besloot ik er toch maar aan toe te geven. Ik sloop mijn kamer uit. Het was al rond middernacht dus er waren weinig mensen op de been. Ik glipte ongemerkt de keuken in en zocht wat ingrediënten bij elkaar. Ik maakte een broodje gezond en sneed de groente in stukjes. Op dat moment voelde ik hem. Ik voelde zijn ogen in mijn rug branden. Shit, als hij maar niet weer zo’n stennis zou gaan schoppen. Ik hoorde hem dichterbij komen maar deed net alsof ik hem niet zag. Hij kwam achter me staan en fluisterde zachtjes in mijn oor. “Wat zie je er lekker uit Lily. Mag ik van jou een hapje nemen?” De dranklucht kwam me tegemoet. Ik rolde met mijn ogen. Toen draaide ik me om zodat we bijna neus aan neus stonden. “Ik ga eten, Jace. Laat me met rust!” Hij keek me met een vurige blik aan. Zijn ogen dwaalden over mijn gezicht en bleven bij mijn mond hangen. Hij zette zijn handen aan weerszijden van mijn lichaam. Ik kon er niets aan doen maar de spanning nam toe. Het leek de lucht geladen te maken. Jace ging zwaarder adem halen. Hij keek me als een roofdier aan. Dit kon ik niet laten gebeuren. Gauw zette ik een stap opzij, maar Jace deed ook een stap opzij, waardoor hij weer tegen me aan stond. Het aanrecht prikte in mijn rug. “Laat me er langs Jace”. Ik keek hem dreigend aan. Weer gleed zijn blik over me heen en nu bleven zijn ogen bij mijn borsten hangen. “Waarom Lily?” zei hij met een hese stem. “Dit is niet verstandig.” Ik durfde hem niet aan te kijken, veel te bang dat hij in mijn ogen iets anders zou lezen. Ik zette mijn handen tegen zijn borst om hem weg te duwen, maar de spanning leek alleen maar toe te nemen. Het was alsof er onweer in de lucht hing na een veel te warme dag. Jace keek me intens aan maar ik weigerde zijn blik te beantwoorden. Toen boog hij naar voren en fluisterde in mijn oor “Je maakt me helemaal gek!” Hij zette een stap opzij zodat ik me er langs kon wurmen. Ik keek hem boos aan. “Jij maakt mij ook helemaal gek. Ik weet zeker dat je een gespleten persoonlijkheid hebt. Je zou medicijnen moeten overwegen!” Het voelde goed om mijn boosheid voorrang te geven ten op zichtte van het andere gevoel. Gevoel dat er voor zorgde dat ik mezelf in zijn armen wierp en van alles zou doen waar mijn broers het meest bang voor waren bij hun zusje. Jace keek me alleen maar aan. Hij zag er intens uit. Ik griste mijn brood van het aanrecht en draaide me snel om. Toen ik wegliep hoorde ik Jace mompelen. Het klonk als “Misschien is het wel liefde”. Maar dat had ik vast verkeerd gehoord want het sloeg nergens op.

In mijn kamer sloot ik snel de deur alsof ik bang was dat Jace me tot hier zou volgen. Ik voelde zijn hongerige blik nog branden. Ik knabbelde aan mijn heerlijke broodje, maar mijn eetlust was compleet verdwenen.
Rond 1 uur hoorde ik iemand voorbij stommelen, maar diegene bleef op de gang. Het duurde nog lang voor ik in slaap viel.

Lily en de andere wereldWhere stories live. Discover now