Hoofdstuk 5

72 3 0
                                    

De volgende ochtend hadden ze vakantie. Niet zomaar een vakantie. Het was kerstvakantie. Roxy kon niet meer naar haar tante toe. Haar tante ze haar niet meer in haar huis laten. Dus moest Roxy op Zweinstein blijven. De jongens en de meiden gingen allemaal naar huis toe om kerst te vieren. Ralf dus ook. “sorry Roxy maar ik ga wel naar huis toe. Me vader is heel ziek en ik wil hem graag zien” had hij tegen haar gezegd. Ze mocht met hem meer maar dat wouw ze niet. Ze wouw niet tot last zijn bij ze daarop ging ze niet mee. Ze bleef als enige Griffoendor op school. Er bleef 1  van Huffelpuf, 1 van Ravenklauw en 1 van Zwadderich op school tijdens de vakantie. Ze moesten met ze allen aan 1 tafel zitten samen met Gwen  en Professor Baasterlings van toverdrank. Er was alleen nog maar een plaats naast de gene van Zwadderich. Heb ik weer hé. Ze liep naar de tafel toe en ging zitten naast de Zwadderaar. Oow laat het hem niet zijn. Laat het hem niet zijn. Natuurlijk hoopte ze dat het Leon niet was. Ze zag van achteren dat het een jonge was. Die als enige op school bleef van Zwadderich. Ze zag dat de jonge naar haar keek en toen weer naar voren keek. Ze negerde hem en ging praten met het meisje van Ravenklauw. Ze vind haar best aardig. Ze spraken meteen af om de volgende dag samen te leren voor Verzorging van Fabeldieren in het Bos. Natuurlijk met begeleiding. Als begeleiding ging Gwen mee. Opeens verscheen er eten op tafel en begonnen ze te eten. Nog steeds wist ze niet wie naast haar zat. Maar ze wist dat de jonge naar haar zat te staren maar keek niet naar hem. Ze wouw niet weten wie er nou naar haar zit te kijken. Ze ging rustig eten en praten. Het meisje van Ravenklauw heet Marit Alohmor. Ze heeft blond lang haar met blauwe ogen. Ze vond dat Roxy goed kon vliegen. Ze vroeg zich ook af hoe ze er op was gekomen om met haar ogen dicht te gaan vliegen. Heel eerlijk antwoorde Roxy die vraag. “ik dacht toen alleen maar ik kan toch niks zien waarom hou ik ze dan open” “maar als nog geniaal bedacht” zei Marit toen. Zo ging het maar door en door. Later waren ze als enigen nog in de Grote Zaal samen met de jonge van Zwadderich. Roxy had geen zin om naar hem te kijken. Ze zag dat Marit soms wel even naar de jonge keek en snel weer naar haar keek. Aan haar gezicht was ze verbaast dat Roxy nog steeds naast de jonge bleef zitten. Dat is best bijzonder een Griffoendor en een Zwadderaar die naast elkaar zitten. Ook nog zo lang. Ze waren al 2 uur in de Grote Zaal na het eten. Gwen en Professor Baasterlings waren al weg samen met de jonge van Huffelpuf. Na ongeveer een half uur later gingen ze maar naar hun leerlingenkamers. “dan zie ik je morgen om 11 uur bij de rand van het Bos” Marit gaf Roxy een knuffel. Marit moet rechtdoor en Roxy moest links afslaan. De jonge van Zwadderich liep de zelfde kant op als Roxy hoorde ze. Ze keek niet om of wat dan ook. Rustig liep ze door. Ze stond pas stil voor het schilderij van de Dikke Dame. Voordat ze het wachtwoord nog kon zeggen zei er een stem. “waarom?...Waarom bleef je naast me zitten…ook al wist je dat ik een Zwadderaar ben?” Ze keek om en ja hoor daar stond hij dan de jonge die haar zo vaak heeft uitgescholden. Leon Flits. Ze was helemaal overdonderd dat hij dat vroeg. Zo…zo rustig…zo kalm…en zo aardig. “ik…ik zag dat er geen andere plek was…dus ging ik maar naast je zitten” antwoorde ze Leons vraag. Even was het stil. Ze hoorden het zachte gesnurk van de bewegende schilderijen om hun heen. Ze hoorden dat Marit de leerlingenkamer van Ravenklauw binnen stapte. Zo stil was het. “was het dan zo erg?!” vroeg Roxy maar ze wachtte niet eens op het antwoord en zei het wachtwoord. De schilderij van de Dikke Dame ging open als een deur. Daar achter was een groot gat die leidde naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Ze stapte door het gat en kwam in de leerlingenkamer. Achter hoorde ze dat Leon ook door het gat ging. Ze draaide met een ruk om. “wat moet je hier!” riep ze naar hem. Hij deed zijn mond open maar er kwam geen geluid uit. Zijn ogen werden een beetje waterig en er gleed een traan over zijn wang. “je mag me niet hé?!” zei hij en keek om zich heen. Hij keek weer naar Roxy. “je mag me niet omdat ik bij Zwadderich zich hé?!” hij draaide zich om en zette 1 voet neer in het gat. “ik mag je niet omdat je me uitscheld voor modderbloedje. Ik kan er niks aan doen dat ik uit een dreuzel gezin kom hoor” zei Roxy voordat hij zijn andere voet ook in het gat zette. Hij draaide zich om. “ik moet dat zeggen” zei hij onschuldig. “hoezo moest je dat zeggen?” vroeg Roxy nieuws gierig. “omdat mijn hele familie dat doet” gaf hij als antwoordt. Roxy liep naar hem toe en stond vlak voor hem stil. “dat is geen goede reden” zei ze hoofdschuddend. “als ik het niet doe dan…dat willen ze me niet meer als familie” legde hij uit. “maar wat vind jij. Wat wil jij?” en ze tik met haar wijsvinger op zijn borst. Ze zag aan hem dat hij een het denken was. “ik weet wat ik wil” zei hij opeens. “nou?” vroeg Roxy nieuwsgierig. “ik wil dingen doen  en zeggen wat IK WIL en niet wat me OUDERS WILLEN”  antwoorde hij. “ook al raak ik mijn familie kwijt. Ik wil geen dingen doen waar ik me aan erger” volgde hij. “je raakt niet je hele familie kwijt hoor” zei Roxy met een glimlach. Leon keek haar vragend aan. “Zweinstein is ook een deel van je familie” zei Roxy wijs. Leon moest lachen. “je hebt helemaal gelijk” zei hij onder het lachen. Roxy moest ook lachen. Toen ze uitgelachen waren vroeg hij. “vind je het misschien goed dat ik hier blijf slapen maar dan natuurlijk op de jongens slaapzaal” “tuurlijk maar vinden je vrienden dat wel zo leuk?” ze keek hem vragend aan. “vrienden? Hahahahaha. Ze lopen alleen bij met in de buurt omdat me moeder een beroemde schilder is. Wouw wat zijn dat goede vrienden zeg” zei hij sarcastisch. “oow dat wist ik niet” zei Roxy snel. “maakt niet uit hoor. Maar kan ik je vertrouwen?” vroeg hij opeens. Roxy knikte. “ik hoor eigenlijk bij Griffoendor” zei hij. Roxy mond viel open. “maar…maar…uh!” kreeg ze er alleen maar uit. Leon moest lachen. “de sorteerhoed zei dat ik het beste bij Griffoendor pas maar dat wouw ik niet. Ik wouw toen perse bij Zwadderich omdat met ouders dat graag willen” zei hij en keek naar de grond.  “ik heb nu zo enorme spijt. Echt ik kan wel voor me kop slaan. Het liefst wil ik hier zijn. Mijn hart hoor hier dat voel ik” ging hij veder. Even was het stil. Dus dit is de echte Leon. Hij is niet de jonge die ik zo erg haatte. Het is nu een jonge die ik aardig vind. Een jonge die…ja hoe zal ik het zeggen? Het is nu een jonge die ik mag en die ik wil helpen. “Leon misschien kunnen we aan professor Anderling vragen of je verplaatst mag worden” stelde Roxy voor. “wil je dat echt voor me doen?” verbaast kijkt Leon Roxy aan. “tuurlijk” antwoorde ze. “maar ik heb je zo vaak uitgescholden” Leon keek weg. “ik weet dat je het niet wouw. Dat je spijt hebt. Dat…dat is genoeg om het je te vergeven” Roxy keek Leon nog steeds aan. Leon draaide zijn hoofd en keek weer naar Roxy. Ze stond nog steeds tegen over elkaar. Ze keken elkaar in elkaars ogen. Diep in elkaars ogen. Zo stonden ze een tijdje. Misschien wel 5 minuten. Toen Leon Roxy een knuffel gaf. “oow dank je” zei hij. Hij liet haar los en keek verlegen naar haar. Roxy was overdondert. Ze zei niks en deed niks. Een minuutje later realiseerde ze dat ze naar hem zat te staren. Ze bloosde en zei. “nou zullen we het maar gaan vragen” Leon knikte. Samen liepen ze het gat door, ging de deur open en liepen ze de gang op. Op weg naar het kantoor van Anderling.

Roxy MoonDonde viven las historias. Descúbrelo ahora