30 september 1890

10 2 0
                                    

Hij werd wakker en keek om zich heen. Hij hoorde een soort gepiep, alles was wazig. Toen Denver weer scherp zag merkte hij dat hij in het ziekenhuis lag, zijn rechter oog deed erg zeer. Zijn arm, nek, borstkas en benen zatten in het verband. Er kwam een zuster langs en vertelde dat hij was aangevallen door twee leeuwen. Denver zuchtte, kon het nog erger worden? Er was niemand die langs kwam, zijn vader was dood, de mensen van het circus zijn weg gegaan en zijn zus was met zijn moeder meegegaan. Denver miste haar zo erg, hij wenste dat hij haar ooit nog een keer kon zien.  Denver begon zich eenzaam te voelen, hij had geen vrienden meer. Hij staarde even naar het plafon en viel in slaap.

-15 oktober 1890-

Denver mocht weer naar huis, hij liep naar buiten. Hij had een ooglapje voor zijn oog, de rest was wel weer redelijk genezen. Denver liep naar de plek waar de tent stond. Alleen de tent was er niet meer, alles was al opgeruimd. "Sorry pap, dat ik dit heb laten gebeuren." Hij stapte zijn woonwagen in, er lag weer een brief van de politie. Hij gooide de brief in de prullenbak, nu even niet. Denver keek naar buiten, hij zag Otto. Wat moet die nou weer hier? Hij liep naar buiten, "wat moet je Otto ?" Otto reageerde niet, hij keek Denver even aan. "Je leeft nog, heb je de brief gelezen?". Denver werd boos, maar liet het niet merken. "Waarom zou ik?!" Otto keek naar de grond, "wil je niet weten hoeveel dagen je hebt voor dat je hier onder ligt?" Denver raakte in shock, wat bedoelde hij der mee?

De vervloeking Where stories live. Discover now