Chapter 8

105 5 0
                                    

Om te zeggen dat deze mensen anders waren was een understatement. Ze waren niet enkel anders dan de mensen die ik kende, maar ook dan de wezens die ik net had gezien. Als ik dacht dat de anderen mooi waren, hoe moest ik deze dan wel niet noemen? Ze waren perfect, meer menselijk dan de anderen, maar duidelijk geen echte mensen. Ze hadden een lichte huidskleur, gewoon normaal, beetje beige, geen aparte tint en niet grijzig.

Hun ogen waren een zachte paarse kleur, nijgend naar blauw. Iets ertussenin, iets waar ik geen naam voor had. Het haar van de vrouw was niet blond en ook niet geel, het was goud, lang en gekruld. De mooiste en meest perfecte krullen, waar menig kapper om zou kwijlen. De man had een haarkleur die leek op wat ik zou zien als kastanjebruin, maar overal zaten gouden en zilveren draden. Zijn haar was het kortste wat ik tot nu toe had gezien, totet boven zijn schouder.

Hun gewaden hadden iets weg van wat je zou zien op een schilderij van de middeleeuwen, maar dan mooier en luxer. De vrouw had een gewaad wat de kleur had van haar ogen de man een bordeaux rode mantel en daaronder een wit pak.

Pas toen ik klaar was met hun algemene uiterlijk bewonderen, had ik door wat zij op hun hoofden hadden. Beiden hadden een eenvoudige kroon op hun hoofd staan en hoewel eenvoudig was het duidelijk dat zij dat niet waren. 

'Welkom in Neveah jongedame en welkom terug zoon.' sprak de vrouw in een zangerige stem. Haar stem was hypnotiserend; zacht, maar met een hoge toon, denk ik. Ik weet niet hoe ik het zou moeten beschrijven.

than liep door naar de mensen maar gebaarde mij te blijven staan. Hij ging naast de man staan en fluisterde iets in zijn oor. De man glimlachte om iets, mogelijk een grap en keek mij recht aan. 'Tara Pretium, van Aarde?' hij zei het zacht en ik was niet zeker of het om mij ging. 

'Ja, vader. ' Mompelde Ethan, net hard genoeg voor mij om het te horen.

'Maar zoon, waarom van daar? Het is een schitterende plek, dat zeker en het volk is goed, maar waarom van daar en waarom haar?'

Ik voelde me, licht gezegd, gekwetst. Waarom ik? Nou sorry hoor, ik weet nieteens waar het om gaat, maar zo reageren is niet beleefd. Zelfs niet tegenover mij.

Ethan sprak zachter, keek de man, zijn vader blijkbaar, recht aan met zelfverzekerde blik. Ze spraken een tijdje, maar niet meer luid genoeg. De vrouw, vermoedelijk zijn moeder, keek me vriendelijk aan en lachte bemoedigend. 'Het komt wel goed.' Haar mond bewoog niet, maar ik hoorde de woorden. Verward keek ik haar aan, maar het enige wat ik zag was de vriendelijke glimlach.

Het leek uren te duren voor het gefluisterde gesprek voorbij was. En ik was opgelucht toen Ethan me aankeek, niet bezorgd, niet boos, gewoon normaal. Zijn vader stond op en liep naar mij toe, Ethan en zijn vrouw liepen voorzichtig achter hem aan.

´Tara Pretium, nogmaals welkom. Bij deze ben je uitgenodigd vanavond een feestmaal met ons te delen hier in het paleis. Mijn familie zou het geweldig vinden als je kwam.´ sprak de vader plechtig. Ik knikte ´Dat zou fijn zijn, maar --' De vrouw stopte mij. 'Canei komt zo thuis, zij wil je vast wel een mooie jurk lenen, misschien kan ze zelfs iets met je haar doen.'

'Canei?' Bij mijn weten was dat de naam van een soort wijn. 'Canei is mijn jongste kind en tevens mijn enige dochter. Ze is lief.'

'Tara, kom mee.' zei Ethan en hij greep mijn arm vast. Zijn vader trok zijn wenkbrauw op, maar zei niets. Natuurlijk liep ik snel achter Ethan af, ik wilde graag weg zijn van de vreemde mensen. Zijn ouders weliswaar, maar dat maakte ze niet minder vreemd. 

'Mijn vader is bijzonder argwanend tegenover mensen. Mijn moeder minder, maar mijn vader heeft daar zijn redenen voor. Mijn ouders zijn de koning en koningin van dit land. Koning John en koningin Sofia, zo kan je ze aanspreken. Dat zijn niet hun echte namen, maar ik vermoed dat je die niet uit zal kunnen spreken. Mijn zusje komt zo thuis, zij zal je meenemen en voorbereiden. ' 

Hij zei veel maar er miste iets. Waar was het deel dat ik een mening had, misschien wou ik wel helemaal niet hier blijven eten. Één uur hier was dan maar vijf minuten waar ik woonde, maar het duurde nog wel even voor het tijd was om te eten en ik had nog dingen te doen.

'Alsjeblieft, doe niet moeilijk. Ik zou het bijzonder waarderen als je dit voor me zou willen doen.' 

'Waarvoor is dit nodig?'

'Dan laten ze me tijdelijk met rust.'

'Met rust?'

'Ik wil het er liever niet over hebben.'

'Als je wilt dat ik blijf zal je wel moeten.'

Hij keek me boos aan en zijn schoonheid leek te verdwijnen. Zijn huid werd grijs als steen en zijn haar werd donkerder en dof. Vervolgens kleurde alles weer terug naar hoe het eerst was, binnen een paar seconden. 

'Prima, ga maar. Doei.' En met dat gezegd te hebben liep hij weg.

'Maar Ethan! Ik weet niet waar ik heen moet of wat ik moet doen om terug te komen!' Paniek nam bezit van mij. Een vreemde plek, vreemde mensen, mensen die mij waarschijnlijk niet hier willen en dan ook nog helemaal alleen. Ethan reageerde niet, hij liep door, de gang uit. Ik probeerde hem te volgen, maar hij was al weg, verdwenen. 

Ik dwaalde nog wat door het paleis tot ik in een grote zaal kwam. Het leek wel een soort wachtruimte. De muren waren rijkelijk versierd, de vloeren waren van marmer, overal stonden beelden van wonderlijke wezens en door de kamer heen stond een aantal stoelen. Ik voelde me moe en ging maar zitten, wachten tot ik een idee had, of op zijn minst een beetje uitrusten. Waarschijnlijk lag ik ook te dutten, op het moment dat er op mijn schouder getikt werd. 

Een hoge stem trok mijn aandacht. 'Hallo daar, jij bent vast Tara!' Toen ik me omdraaide om te kijken met wie ik te maken had, zag ik het mooiste meisje wat ik ooit heb gezien. En geloof me, ik heb er veel gezien.

ETHAN POV.

Boos, heel boos was ik. Maar wat ik had gedaan was dom. Zomaar weglopen en haar daar laten staan, terwijl duidelijk was dat ze geen idee had wat te doen. Harteloos kan je het ook wel noemen. Het probleem was dat toen ik eenmaal de moed had gevonden terug te lopen, zij al weg was, nergens te bekennen. En hoewel ik jaren in het paleis heb gewoond, had ik geen idee waar ze zich zou kunnen bevinden.

Het had zo'n mooie dag kunnen zijn en ik zou eindelijk van het gedoe af zijn. Het nadeel van een prins zijn is dat er verwacht wordt dat je jong zal trouwen. Daar ben ik totaal niet aan toe. Op aarde heb ik gezien hoe liefde kan, op een leuke manier. Geen verstandshuwelijk, maar een huwelijk gebaseerd op liefde.

Tara is een lief meisje, mooi ook, op haar eigen manier. En graag zou ik meer van haar te weten komen. Mijn ouders gaan er nu van uit dat ik met haar trouwen ga, terwijl Tara geen idee heeft waarom ze hier is. Het is niet mijn plan trouwens, om haar zomaar om haar hand te vragen, ze is 17, dat is niet normaal in haar wereld, daarbij kennen we elkaar niet eens zo goed. Maar als ik mijn ouders kon overtuigen dat ik met haar wilde zijn, zouden ze geen meisjes zoeken voor mij. Dan zou er niet elke zoveel tijd een vreemd meisje aan tafel zitten wat hopeloos was voor een beetje aandacht.

Maar nu is Tara weg. En als Canei haar vindt voor ik dat doe, kunnen dingen nog fout uitpakken ook.

Een eeuwigheid duurt lang.Where stories live. Discover now