1 - Proloog

1K 19 3
                                    

Ik lag op mijn buik. Mijn lichaam voelde verlamd aan en ik kon niet bewegen. Het touw om mijn polsen sneed diep in mijn huid en het brandde. De proppen papier in mijn mond lieten me bijna stikken. Mijn gezicht was gloeiend heet en de tranen stroomden oncontroleerbaar over mijn gezicht.

Vragen raasden door mijn hoofd. Wat deed ik hier? Waarom was ik hier? Hoe kwam ik hier? En nog zoveel meer.

Ik keek, voor zover ik dat kon, om me heen. Ik zag maar weinig, een kamer met één stoel. Het zonlicht viel met een klein straaltje door het smerige kleine raampje. Ik probeerde me om te draaien maar ik had er de kracht niet voor. Ik begon te trillen maar ik wilde doorzetten. Dat had ik niet moeten doen. Het zweet brak me uit en ik viel flauw.

Toen ik weer bij kwam zat hij daar, in de stoel, naar me te kijken. Ik kon hem maar half zien, maar ik keek hem net zo doordringend aan als hij mij. Hij bestudeerde elk detail van me en dat gaf me rillingen die heen en weer over mijn rug liepen.

Tot mijn schrik besefte ik dat ik in mijn bh en onderbroek op de grond lag. Ik deed nog een poging om op mijn rug te komen, maar deze keer met succes. Ik zag op mijn lichaam rode striemen en krassen. Alles deed pijn. Ik bekeek elk gedeelte van mijn lichaam. Alles zat onder de striemen en krassen. Ik was mishandeld.

Opeens stond de man op en liep heel rustig, alsof hij alle tijd had, op me af. Ik begon in paniek te raken, de tranen stroomden harder over mijn gezicht en ik begon te gillen, maar door de prop in mijn mond kwam er alleen een gesmoord geluid uit, waardoor ik nog meer in paniek raakte. Wat als niemand me kon zien? Wat als niemand me kon vinden? Wat zou deze man met me doen?

Hij had me bereikt en bukte over me heen, zijn gezicht dicht bij het mijne. Ik keek naar hem, en begon harder te gillen bij het zien van zijn ogen. Z'n ogen waren goud met wat rode spikkels. De man liet zijn gezicht dichter bij komen. De angst ging gierend door m'n lichaam. Ik probeerde me te herinneren wie de man was, maar m'n geheugen was één groot, zwart gat. Een redelijk lange man, ik gokte rond de 20 jaar oud, met zwart, half lang haar en gouden ogen. Niks. Er kwam niks in me op. Het enige wat ik wist was m'n naam. Cleo Dubois.

Zijn adem sloeg onregelmatig tegen m'n huid aan en het bood verkoeling. Ik probeerde me los te wurmen uit de touwen maar ze sneden alleen maar dieper in mijn polsen. De tranen sprongen weer in m'n ogen door de pijn.

De man pakte met zijn linkerhand mijn linkerwang vast en keek me aan. Ik ging rechtop zitten en deinsde zo snel als ik kon achteruit. Ik zag in m'n ooghoek iets glinsterend liggen en sleepte mezelf er zo snel mogelijk naartoe. De man had zich nat het vieze raam gekeerd en stond met zijn rug naar me toe.

Ik had het glinsterende bereikt en tot mijn opluchting was het een mes. Ik greep het vast en begon als een idioot de touwen rond mijn polsen los te snijden. Jammer genoeg was het een normaal eetmes en duurde het even voordat ik eindelijk voortgang maakte. Het mes schoot opeens met kracht door en ik had de touwen door gesneden. Ik trok de touwen van m'n polsen en wreef over mijn polsen. De pijn was afgrijselijk en je zag duidelijk rode afdrukken op m'n polsen.

De man stond nog altijd met zijn rug naar me toe en ik keek rond in de kamer op zoek naar een mogelijke andere uitweg, behalve het minuscule raampje. In plaats van een uitweg vond ik een oversized, zwart shirt en een kort lichtblauw broekje in één van de hoeken. Ik snel wandelde erheen en trok ze aan. De minuut dat ik m'n kleren aanhad voelde ik me veel beter.

Ik vond in een andere hoek korte, witte sokken en afgedragen zwarte, low-cut Allstars en ook die trok ik aan. M'n lange, bijna crème witte haren plakte tegen de blote delen van mijn lichaam door mijn bezwete lichaam.

Ik zocht naar een wapen. Wat dan ook. Iets om me mee te verdedigen. Ik had het mes, maar het was zeker niet scherp genoeg om me te beschermen. Ik keek rond in het vierkante kamertje, maar het was zo klein dat je er nauwelijks iets in kon zetten.

Ik moest hem weglokken. Het raam was m'n enige uitgang. Het was klein en smal, maar dat was ik ook. Ik was 1.63m en woog maar 46 kilo. Een afleidingsmanoeuvre..maar wat?

Aangezien ik half naakt op de grond wakker werd had ik een akelig gevoel over waarom ik hier was. Ik was nooit de mooiste van m'n klas en flirten kon ik al helemaal niet. Maar ik moest hier weg..

'Dus...' begon ik ongemakkelijk. De man draaide zich meteen om en stond binnen een halve seconde voor m'n neus. Jeetje, wat was hij snel.

'Cleo...leuk te zien dat je je tong niet bent verloren' zei hij half grijnzend. Ik kreeg rillingen over mijn rug bij het zien van die grijns. Iets klopte niet aan hem, maar ik kon niet zien wat. Dat hij m'n naam kende stelde me eigenlijk totaal niet gerust. 'Uhm...juist..wat doe ik hier?' vroeg ik wat onzeker. Hij keek me aan met een glittering in z'n ogen.

'Cleo toch...weet je dat echt niet meer? Jouw 'vriendje' ging weereens te ver. Hij probeerde je te ontvoeren. Ik kon dat natuurlijk niet toelaten. Je bent en blijft nou eenmaal mijn vrouw.'

Alles draaide om me heen. Z-zijn vrouw?! Dat kon niet..en m'n vriendje. Ik snapte er helemaal niks van.

Opeens duwde hij me vol kracht tegen de grond en begon me uit te kleden.

'Stop..niet doen, alsjeblieft' smeekte ik hem. Hij begon me in m'n nek te kussen. Ik probeerde hem van me af te duwen maar hij was veels te sterk. Binnen de kortste keren lag ik alweer in m'n ondergoed op de grond gedrukt.

'Kijk naar me'

Ik weigerde. Hij pakte ruw mijn kin en dwong me in z'n ogen te kijken.

En wat er toen door mij heen ging was onbeschrijvelijk. Lust, liefde, angst, woede, verdriet en herinneringen, allemaal tegelijkertijd. Alle emoties overwelmden me en ik viel weer flauw.

One WishTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang