12

40 3 0
                                    

P.O.V. Cath

Ik zag dat Melody en Liam al in slaap waren gevallen, hetzij nog net niet hand in hand. Het zag er lief uit en een rilling trok over mijn rug toen een van de twee bewoog. Ik had naar ze zitten staren om de doordringende blik van Brodie niet te hoeven zien. Elke keer dat ik hem aan keek had ik het gevoel dat ik rood werd, ook al was dat helemaal niet zo.

'Diep in gedachten zie ik?' Zei Brodie charmant en hij schoof dichter naar het vuur, en warmde zijn handen eraan. Ik had mijn blik op hem gericht en een klein glimlachje verscheen op zijn lippen.

'Valt mee, ik ben even alles aan het verwerken.' Zei ik en ik richtte mijn aandacht om mijn nagels, die onder het vuil zaten.

'Wat valt er te verwerken?' Zei hij en hij klonk oprecht geïnteresseerd. 'Heeft het iets met je vader te maken?'

Ik richtte mijn aandacht weer op hem, moest ik nu mijn hele levensverhaal vertellen, ik geloof niet dat hij daar op zat te wachten. En hoe minder hij over mijn vader wist hoe gelukkiger hij zou zijn. Maar ik wilde het kwijt, en dan niet aan Melody die wist alles al. En ze had de nare eigenschap dat ze meestal problemen buitensloot. En bovendien had ze genoeg problemen van zichzelf.

Er was een gênante stilte en ik kon niets zeggen om het minder naar te maken, ik wilde het wel vertellen maar ook ergens niet. Ik zuchtte en ging met mijn hand door mijn haar. Hij keek me meelevend aan en iets aan hem zei dat ik mijn tijd kon nemen, hij drong niet aan.

'Ik weet niet wat ik moet zeggen.' Zei ik en ik meende het, ik had werkelijk geen idee wat ik moest zeggen de woorden die ik net had bedacht en niet wilde zeggen bleven in mijn keel steken, merendeels omdat ik ze niet wilde zeggen.

'Begin bij het begin,' zei hij vriendelijk. Als hij ongeduldig was liet hij het niet merken.

'Nou, het zou niet het leukste verhaal zijn die je rond een kampvuur hoort maar ik wil het je toch vertellen.' Zei ik, ik koos zorgvuldig mijn woorden uit, zodat ik hem niet in de war maakte. 'Toen ik jonger was, woonde ik met mijn moeder, vader en mijn twee zussen. Gabriëlle en Melody. Mijn moeder is een jaar of twee terug overleden, en mijn vader begon ons te mishandelen.' Ik was even stil en op dat moment hapte Brodie naar adem.

'Heeft je vader je mishandeld?' Zei hij en hij klonk gechoqueerd. 'En ik dacht dat ik een zware jeugd had gehad.'

'Hij heeft me inderdaad mishandeld, maar daarom ben ik samen met mijn andere zus gevlucht, gewoon om bij hem weg te komen, maar in het proces hebben we wel Melody achtergelaten. En dat vergeef ik mezelf nooit, ze doet alsof ze sterk is en het haar niks uitmaakt, maar ik weet gewoon dat diep gekwetst is doordat wij haar hebben verlaten. En ik kan haar geen reden geven omdat niet te zijn, het was de grootste fout van mijn leven.' Ik wilde er nog aan toe voegen dat ik mijn andere zus was kwijtgeraakt doordat ze er met een man vandoor ging, maar dat leek me irrelevant. En dan zou het lijken alsof het slecht was, maar ik had haar laten gaan terwijl ik doorreisde, maar ik bleef dichtbij om een oogje in het zeil te houden tot ik er genoeg van had en ik weg ging.

'Ik geloof dat je ze al heeft vergeven,' zei hij en hij wierp een blik op Melody.

'Ik hoop het ook, maar ik blijf me schuldig voelen. Ik durfde haar alleen niet te gaan halen, voor het geval dat mijn vader me zou betrappen en ik daar moest blijven.'

'Dat snapt ze wel, en ik bovendien ze is hier nu toch?'

Ik knikte, 'gelukkig wel. Maar laat me nu horen over jouw vreselijke jeugd en het feit dat je de rekruteringen bent ontlopen, je bent bovendien een jongen. Zover ik weet.' Grapte ik om de sfeer wat lichter te maken. 'En dat litteken moet je bovendien ergens van hebben.'

I'll find youWhere stories live. Discover now