Hoofdstuk 1

694 12 6
                                    

Luna zit op een stoel naar buiten te kijken. Er klinkt gehuil op de gang. Ze zucht. Dat is vast dat nieuwe meisje die vandaag binnen is gekomen. Het is ook altijd het zelfde liedje. Als er nieuwe kinderen zijn gekomen in het weeshuis huilen ze altijd erg of ze zijn al wat ouder en zijn erg stil. Luna staart naar een ketting die om haar nek heen hangt. Het is het enige wat ze nog heeft van haar ouders.

Een blonde vrouw rent door het bos. Ze heeft een kindje vast die heel hard huilt.  De vrouw is al heel erg moe maar blijft door rennen. Achter haar klinken ook voetstappen. Stemmen schreeuwen. Als ze bij een grote Boom is met een gat er in komt ze tot stilstand. 'Het komt goed kleintje.' Hijgt ze. Met tranen in haar ogen legt ze de baby in het gat. Ze hangt een klein kettinkje om de baby heen. 'Ik zal zo altijd bij je blijven.' Huilt ze. Dan kijkt ze om zich heen en rent heel hard weg.

'Luna we moeten praten.' Luna schrikt op van haar gedachten en draait zich om. Ze kijkt recht in de blauwe ogen van mevrouw Anderson. 'Waarover?' Vraagt Luna. Mevrouw Anderson wenkt dat ze haar moet volgen. Luna staat op. Ze loopt achter haar aan. Mevrouw Anderson heeft stevig de pas er in. Luna moet moeite doen om haar bij te houden. Ze lopen een kantoor in waar op sierlijke letters de naam van Mevrouw Anderson op staat. Luna is hier al vaker geweest. Als ze iets had gedaan wat niet mocht. Ze gaat zitten op een stoel. Mevrouw Anderson neemt tegen over haar plaats. Ze vouwt haar handen in elkaar en kijkt naar Luna. Luna staart terug. Mevrouw Anderson schraapt haar keel. 'Het doet me pijn om dit te zeggen. Maar je bent nou 19. Daarom kan je niet langer hier wonen. Je bent namelijk geen kind meer.' Luna haar ogen worden groot. 'Waar moet ik dan naartoe?' Vraagt ze verbaasd. Mevrouw Anderson kijkt droevig even naar haar handen. 'Dat weet ik ook niet. Maar je zou een appartement kunnen huren ergens.' Luna kijkt haar gekwetst aan. De vrouw die ze al 19 jaar kent, Gooit haar gewoon uit het weeshuis! 'Luun als er iets is kan je me altijd bellen.' Probeert ze luna gerust te stellen. Luna schud haar hoofd. 'Waarom zou ik. Je gooit me er gewoon uit. Het voelde alsof je familie van me was omdat ik je al zo lang ken. Maar ik ben gewoon het zoveelste kind die je er uit gooit omdat het volwassen is. Als ik niks voor je beteken dan beteken je ook niks meer voor mij.' Na die woorden staat luna op. Zonder nog om te kijken loopt ze weg naar haar kamer.

De baby begint heel hard te huilen. Een stel die net een wandeling door het bos aan het maken waren hoorden het. Ze lopen op het geluid af. De baby huilt maar door. Dan loopt de man naar de boom toe. Hij kijkt in het gat en schrikt erg 'Schat moet je kijken.' De vrouw die bij een andere boom stond loopt naar haar man toe. 'Wat is er jan?' Vraagt ze. Hij pakt de baby uit de boom. 'Dit is er.' Zegt hij. De vrouw schrikt ook 'een baby!'  De man knikt. 'Het is te vondeling gelegd.' De vrouw bekijkt de baby. 'Wat een knappe baby.' Zegt ze dromerig. 'Maar deze knappe baby moet zo snel mogelijk naar het wees huis. Wij hebben al 2 kinderen. We kunnen er niet nog een bij hebben. Misschien dat de ouders zich bedenken en de baby gaan zoeken. Dan kunnen ze de baby daar vinden.'  De vrouw kijkt naar haar man 'je hebt gelijk Jan.' Zegt ze begrijpend.

Luna kijkt boos naar het scherm van haar mobiel. Die had ze gekregen voor haar verjaardag. Mevrouw Anderson had die haar gegeven. Er rolt een traan over haar wang. 'Als ze me niet meer hier wilt hebben, kan ik net zo goed vertrekken.' Mompelt ze in zichzelf. Luna pakt een rugzak en propt al haar spullen er in. Ze heeft niet zo veel kleding dus dat scheelt. Als ze klaar is bekijkt ze de kamer nog even. Dan draait ze zich om en loopt haar kamer uit.

Er word aangebeld bij het weeshuis. Mevrouw Anderson doet open. 'Hallo wat kan ik voor u doen?' Vraagt ze als ze de man en de vrouw ziet staan. De man houd een mand vast. 'We hadden deze baby gevonden in het bos. Het leek ons dat het te vondeling is gelegd.' Mevrouw Anderson buigt zich naar de baby toe om het te bekijken. 'De baby ziet er wel gezond uit.' Zegt ze. De man knikt 'dat vinden wij ook.' De man geeft de mand aan mevrouw Anderson. Ze pakt hem aan. 'Ik zal goed voor de baby zorgen.' Zegt ze. Het stel glimlacht. Ze nemen afscheid en gaan weer weg. Mevrouw Anderson zwaait ze nog even uit daarna doet ze de deur dicht.

Member of the OUAT family✅Место, где живут истории. Откройте их для себя