Hoofdstuk 2

409 9 5
                                    

Luna zit op een bankje. Haar rugzak ligt naast haar. Vogeltjes fluiten vrolijk. Luna daar in tegen is niet zo vrolijk. Met een verdrietige blik in haar ogen kijkt ze om zich heen. Er klinken voetstappen achter haar. Luna luistert er niet naar. Er word een hand op haar schouder gelegd. Met een ruk draait ze zich om.

'Beloof je me dat je haar gaat zoeken wanneer dit allemaal weer voorbij is?' Emma kijkt haar zoon vragend aan. Henry knikt. 'Ja ze is mijn zusje.' Emma glimlacht. Dan betrekt haar gezicht. 'Henry als ik ontvoert word of dit allemaal niet beter word, wil ik graag dat je haar ook zoekt.' 'Dat ga ik doen mam.' Antwoord Henry.

Een jonge man met donker haar kijkt haar vriendelijk aan. 'Mag ik naast je zitten?' Vraagt hij. Luna denkt even na maar knikt daarna. Ze zit hier anders toch maar alleen. Hij komt naast haar zitten. 'Je ziet er niet erg blij uit.' Zegt hij. Luna kijkt even naar haar voeten 'Dat ben ik ook niet.' 'Waarom niet als ik vragen mag?' Hij kijkt haar met een nieuwsgierige blik aan. 'Dat vertel ik niet aan een vreemde.' Zegt Luna. Hij glimlacht 'maar ik ben geen vreemde.' Luna kijkt hem raar aan.

Henry loopt door het bos. Hij kijkt om zich heen. Hij is nou al een paar jaar haar aan het zoeken. Maar hij heeft nog geen teken van leven gezien. Vermoeid gaat hij zitten. Zijn moeder had haar paar jaar terug in het bos neergelegd. Waarschijnlijk had iemand haar mee genomen. Hij legt zijn hoofd op zijn armen en staart voor zich uit. Waarom is dit allemaal gebeurd? Nou is hij zijn zusje kwijt en zijn familie. Het is ook wel logisch dat ze is meegenomen want wie laat nou een baby in een boom liggen. Ze is nou al een jaar of 5 gokt Henry. In de verte komen mensen aangelopen. Ze zien henry. 'Hallo jongen. Mooi weertje hé.' Zegt de man als begroeting. Henry glimlacht 'ja dat is het zeker.' De vrouw bekijkt Henry. 'Je komt niet van hier of wel?' Vraagt ze. Henry schud zijn hoofd. 'Wat kom je hier doen?' Vraagt de man. Henry staat op. 'Ik zoek mijn zusje.'

'Mijn naam is Henry.' Zegt de jonge man. 'En jou moet ik kennen ofzo...?' Vraagt Luna niet begrijpend. ' nee en ja.' Antwoord Henry met een klein glimlachje. 'Daar heb ik ook veel aan.' Zegt Luna sarcastisch. Henry grinnikt. 'Ik kan het wel vertellen maar je gelooft me toch niet.' Zegt Henry. Luna houd haar hoofd schuin en kijkt naar hem 'misschien geloof ik je wel.' Zegt ze dan. ' Ik ben je broer.' Luna haar ogen worden groot. 'Dat kan niet want ik ben een wees.' Zegt ze feller dan de bedoeling was. 'Nee je dacht dat je een wees was.' Verbeterd Henry haar.Luna is erg in de war. 'Maar waarom woonde ik dan mijn hele leven in het weeshuis en kwam niemand me ophalen.' Zegt Luna zacht. 'Omdat we allemaal problemen hadden en we moesten jou redden.' Legt Henry uit. 'Wat voor problemen dan?' Vraagt Luna. Henry legt even zijn hand op haar knie. 'Dat vertel ik later. Maar je moet wel met me mee.' 'Ik wil niet mee.' Antwoord luna. Henry doet zijn hand weer weg. 'Wat wil je dan? Op straat blijven wonen?'

'Hoe ziet ze er uit?' Vraagt de man. 'Dat weet ik dus niet.' Zegt Henry. 'Je weet toch wel hoe je zusje er uit ziet?' Vraagt de vrouw een beetje verward. Henry haalt zijn schouder op 'ik zag haar voor het laatst toen ze baby was dus.' De vrouw geeft een tikje op haar man zijn schouder. Hij kijkt naar haar. 'Een baby zei je? Lag ze toevallig in een boom?'' Vraagt hij. Henry springt op 'ja!' ' we hebben haar naar het weeshuis gebracht 5 jaar geleden.' Vertelt de vrouw. 'Ik ga er meteen naar toe! Dank u wel!' Roept Henry terwijl hij heel hard begint te rennen.

Eigenlijk wil Luna wel mee alleen ze kent die Henry pas net. Het kan ook gewoon dat het een of andere gek is. 'Waar gaan we dan naartoe?' Vraagt Luna. Henry glimlacht 'Dat zie je pas als je mee gaat. Maar ik kan je wel alvast vertellen dat het nogal spannend word. Je gaat ook leren wie je eigenlijk bent.' Luna staat op. Ze pakt haar rugzak. 'Oké, ik ga mee. Ik geloof nog niet dat je mijn broer bent maar... ik heb toch niks beters te doen.' Henry staat ook op 'het heeft gewoon tijd nodig.'

Henry belt aan bij het wees huis. Er word open gedaan door een vrouw met een vlecht in. 'Hallo jongen wat kan ik voor je doen?' Vraagt ze. ' ik kom voor een meisje. Ze moet nou 5 jaar zijn.' Vertelt Henry. 'Kom maar binnen. Ik laat je onze 5 jarige kinderen zien. Zeg ben je niet een beetje jong om een kind te adopteren?' Vraagt de vrouw terwijl ze de gang in loopt. Henry volgt haar 'ja maar ik kom ook geen kind adopteren. Maar mijn vermiste zusje moet hier zitten.' Ze lopen door. De vrouw doet een deur open. Ze lopen een kamer in waar allemaal speelgoed op de grond ligt. Drie kleine meisjes zitten op de grond te spelen. Een meisje met lang bruin haar kijkt op. De andere besteden er geen aandacht aan dat er mensen binnen komen gelopen. Henry kijkt naar de meisjes. De vrouw loopt naar de meisjes toe. 'Dit is een jongen die zegt dat zijn zusje, een van jullie moet zijn.' vertelt ze. Henry komt wat dichter bij staan. Zijn blik glijd over de meisjes. Hij blijft kijken naar het meisje met de bruine haren. Er hangt een ketting om haar nek heen met een bedeltje van een maan. De vrouw ziet het. 'Dit is Luna.' Zegt ze en ze legt een hand Op Luna haar hoofd. Luna bekijkt Henry nieuwsgierig. Dat is haar denkt Henry. Maar in plaats van dat Henry haar mee neemt schud hij zijn hoofd. 'Nee ze zit er niet bij.' Na die woorden gaat hij weer naar buiten. Hij kon het niet aan om haar mee te nemen. Het leek een veiligere omgeving voor haar. Dan haar mee te nemen. Als ze oud genoeg is zal hij terug komen om haar te komen halen.

Member of the OUAT family✅Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum