13) Lea

56 4 5
                                    

13. Lea

Na een kneepje in m'n hand valt hij de man aan. Een kneepje in mijn hand.

De enige waarschuwing. Ik doe mijn ogen dicht, de geluiden maken me al misselijk genoeg. De stank die volgt maakt het nog erger. Ik hoor gesleep, daarna word er iets voor mijn voeten gegooid. Ik durf nogsteeds niet te kijken en hou mijn ogen dichtgeknepen.

'Waar wacht je op? Het is niet dat ik een prins ben die je ogen open kust.'

Ik kijk naar beneden en open dan mijn ogen. Een politiepet, een pistool en een badge. Als ik beter kijk zie ik dat er "Riley"op staat, met sierlijke letters.

'Die man. Had. Familie.' Ik spuug de woorden bijna uit.

'Hoe weet je dat?'

Ik stap naar voren en kijk de jongen recht in zijn ogen aan. Rood.

'Hou je kop want ik krijg er spijt van dat ik je leven heb gered.'

'Ryan.' zegt hij, hij steekt zijn hand uit. Ik neem de hand aan en als ik hem weer in de ogen kijkt zijn ze blauw. Het is een Vrykola.

Ik weet niet wat ik eerder wil: gillen of wegrennen. Wat dan ook, de jongen, Ryan, houd me tegen. Voor ik het weet staat hij achter me, zijn arm om mijn nek en zijn hand voor mijn mond.

Mijn eerste reflex is aan zijn hand likken. Ik proef meteen bloed. Gadver.

'Gadver.' Ryan laat me snel los.

'Iewl... Bloed.' Zeg ik terwijl ik het pistool van de grond pak.

'Niet schieten.' zegt Ryan snel.

'Dat zou zonde zijn van het medicijn dat ik je gaf. Maar,'  ik richt het pistool op Ryan,' niet bijten.'

'Promise. Waarom heb je me gered?'

'Waarom lijk je op Luc?'

Ryan is even stil. Hij lijkt geschrokken.

'Waarom en hoe ken je Luc?'

'Waarom en hoe ken jíj Luc?'

Hij kijkt me even geïrriteerd aan.

'Waarom heb je me gered?'

Ik zucht. 'Dit gaat nergends heen.' Ik pak mijn tas en loop naar mijn board.

'Ho. Jíj gaat nergends heen.' Ryan houd me tegen door mijn bord te pakken.

'Ik moet nog een bestelling afleveren.' zeg ik. Ik hou mijn tas even omhoog. Het is een slap maar waar excuus.

'Bestelling. Afleveren?' Ryan klinkt alsof hij nog nooit van een bestelling gehoort heeft.

'Ik breng spullen,' ik hou mijn tas nu voor zijn neus, 'naar mensen.' De woorden "spullen" en "mensen" spreek ik heel langzaam uit, alsof ik het uitleg aan een kleuter.

'Laat zien.' Ryan pakt de tas uit mijn handen.

'Geef terug!' gil ik, niemand mag weten wat er in zit.

'Energie?' Ryan kijkt me ongeloofwaardig aan, tegelijkertijd pakt hij de cilindervormige glazen houder uit mijn tas.

Ik schaam me ervoor, Mula's worden niet bepaald geaccepteerd, ze doen niet veel verkeerd, maar wel illegaal, slap maar gevaarlijk werk. Ik knik.

'Waarom?' vraagt hij daarna wantrouwig en argwanend. Hij walgt van me en het ergste is dat ik het begrijp. Ineens walg ik ook van mezelf. ''Waarom?'' De vraag galmt door me.

'Omdat...' Dan weet ik het antwoord weer. 'Voor Luc. Waarom lijk je op hem? Hoe ken je hem? Waar kom je vandaan? Waarom was je bijna dood?' 

'Ho. Teveel vragen. Hoeveel waren dat er? Vier? Dat zijn er vier teveel.' antwoord hij sarcastisch. Ik zucht. Ik zal het antwoord nooit weten. Als ik hem had laten liggen had ik zoveel minder moeite gedaan en de bestelling al afgeleverd, zonder trauma, zonder moord. Ik wil weer weglopen als Ryan verdergaat. 'Maar. Als jij eerst nou eens antwoord geeft op mijn vragen, kan ik misschien nog wel eens iets voor je doen.' hij knipoogt naar me. Maar ik ben echt niet dom. 

'Misschien?' 

'Oké, ik garandeer je op de meeste informatie die ik je kan geven, maar dat is niet veel in deze sombere tijden.'

'Garandeer? Je moet met ongeveer netzoveel informatie komen als ik en, de informatie moet ongeveer even belangrijk zijn als wat ik heb gegeven. Beloof het.'

Hij kijkt me moeilijk aan. Maar geeft dan toe. 'Okay. Ik beloof het. Maar dan kan ik je niet laten gaan.'

Mijn mond valt open. Meent hij dat nou? Alsof hij mijn gedachtes kan lezen knikt hij.

'Goed genoeg. Wat moet je weten?' Ik twijfel nog, maar dit is allemaal voor niks geweest als ik niet gewoon alles vertel en daarna mijn verdiende informatie krijg. Ik wil wel eens weten wat Luc heeft voor geschiedenis.

'Vertel me over jouw relatie met Luc.'

Ik slik, maar dit zat eraan te komen. 'Ik ben zijn Mula. Ik lever zijn bestellingen af met energie, je weet wel hoe dat gaat en-' hoort die zoen bij relatie? Inprincipe ben ik gewoon zijn Mula. En verder?

'En...?' Dringt Ryan aan. Oké, ik moet het zeggen. Ik ben ertoe gedwongen.

'En we hebben gezoend.' Gooi ik er bijna uit. 'Niks bijzonders.' voeg ik er snel aan toe.

Ryan knikt en kijkt een beetje alsof hij me heeft betrapt. Hij glimlacht zelfs even.

'Als je het echt wilt weten... Luc is mijn broer.' zegt hij dan. Nu voel ik me pas echt betrapt. Ik voel mijn wangen rood worden. Ik kan niks uitbrengen, ik weet zeker dat ik straks ga stotteren. Dus is Ryan de volgende die iets zegt.

'Hoelang ken je Luc en watvoor persoon is hij voor jou?' Ik vind het eigenlijk een rare vraag. Het is zijn broer, hij weet toch wel watvoor persoon Luc is? Ik wil erover vragen, maar dat komt nog wel.

'Één maand, denk ik. Luc is stoer en laat zijn gevoelens weinig zien. Hij weet wat hij doet en is ontzettend lief. Ook wel erg serieus. Maar dat weet jij toch wel? Je bent zijn broer.'

Ryan knikt. 'Ja nou. Je kent hem wel erg goed.' zegt hij sarcastisch. 

'Niet?' vraag ik. Er gaat een steek door me heen. 'Vertel.' zeg ik zacht. Ik fluister het bijna. Er is nog hoop, maar op de een of andere manier vertrouw ik Ryan. Misschien liegt hij en daar zou hij misschien wel alle redenen voor hebben. Maar toch. Luc voelt meteen als een leugen. Een slecht persoon. Maar er is nog hoop, ik sta nog aan zijn kant.

'De Luc die ik ken is gevoelig en slaat zichzelf in problemen voor hij er zelf erge in heeft. Zo komt hij waarschijnlijk aan jou.' Ik heb nog nooit zoiets gemeens en bots gehoort. Er ontstaat een brok in mijn keel die ik met veel moeite doorslik. Ryan gaat verder met zijn verhaal.

'Vat het niet verkeerd op, maar je snapt toch wel dat hij niet zomaar Energie handelt? Hij staat op zijn plek zonder te weten dat hij er staat, vrij hoog, moet ik toegeven. In ieder geval, Luc weet niet waar hij mee bezig is. De Luc die ik ken heeft een vriendin, Mula, hij houd niet van je. Hij zoent je voor vertrouwen. Vertrouwen die hij niet verdient.'

Het komt niet eens aan. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ineens gaan mijn gedachtes naar mijn naam. Hij noemde me Mula. Even wil ik hem mijn echte naam vertellen. Lea. Maar ik antwoord niet. Ik knik alleen. Ik voel tranen over mijn wangen lopen. Ik moet hem alles nog vertellen, maar wat is dat alles waard? Ik heb nooit gelooft dat je leven letterlijk een leugen kon zijn, maar zelfs mijn naam was al die tijd niet echt. Ik wil bij Ryan blijven. Ik heb het gevonden. Mijn leven ligt niet bij Lea. Lea twijfelde omdat ze niet weg wilde van haar leven, van de leugens, omdat de waarheid pijn doet. Mijn moeder heeft me de verkeerde naam gegeven. Ik wil met Ryan mee, ik wil de waarheid, de pijn, de hardheid, ik ben niet dom, ik ben Mula.

RunWhere stories live. Discover now