12. Die ik is weg

26 3 2
                                    

De voorbije 2 weken vielen me zwaar. De examens starten en ik weet niet zeker of ik er wel klaar voor ben. "Iris, wacht op me!" "Vince, ik moet doorgaan. Ik heb nog veel werk voor school." "Je hebt al zoveel gedaan. Heb je geen zin om eens mee te gaan naar Helena?" Het was woensdag. Helena was alweer een week uit het ziekenhuis en ze had af en toe wel haar momenten gehad, maar het gaat weer beter. "Ik zei je toch dat ik nog veel werk heb. Ik ga later wel eens. Doe haar de groeten van me." "Ok, zal ik doen. Tot later."
Sinds de laatste keer dat Vincent bij me was ging het niet meer zo goed tussen ons. Er is wat afstand ontstaan die ik graag terug zou willen dichten, maar het lukt gewoon niet. Ergens missen we iets. Ik moet het van me af zetten of anders zal ik niet levend door mijn examens komen.
"IRIS!" "Hmhm...", mompel ik slaperig. "IRIS! Lig je nu nog steeds in bed? Het is 7u15!" Shit! "Kon je mij niet eerder wakker maken!" Ik ren langs mijn moeder voorbij. Het is maandag. 12 december. Start van de examens en ik kom nog te laat ook. Dit kan ik me echt niet permitteren. Ik grabbel een boterham om onderweg op te eten en sta net op tijd aan de bushalte. De deuren sloten zich bijna.
Fantastisch, Vincent zit ik hetzelfde lokaal. "Hey", is het meeste dat hij uitbrengt voor we binnengaan. Ik ga aan mijn tafel zitten en wacht tot ik wiskunde voor mijn neus krijg.
Dood, plat en vermorzeld was ik na het examen. Dit gaat zo hard NIET lukken. Vincent komt weer eens naast me zitten op de bus. Ik staar naar buiten. "Iris, we moeten het eens hebben over..." Hij valt stil. Ik kijk hem aan. "Je weet wel, toen met Helena. Ik weet dat het al een tijdje geleden is, maar..." "Ik weet wat je bedoelt. Het was een vergissing Vincent. Het spijt." Net aan mijn halte. Op dat moment stap ik uit en ik draai me niet meer om. Waarom? Waarom is alles zo ingewikkeld?
~na de examens~
Ik dool rond in huis. Geen moment kan ik stilzitten. Nog 2 dagen. 2 dagen wachten en ik ken de uitslag van mijn examens. Ik open mijn GSM. H... E... Doe ik het? L... Toch maar niet. Wat moet ik zeggen? Het spijt me dat ik er niet was? Het spijt dat ik alles verpest heb? Hoe kan ik dit ooit weer goed maken? Hoe kan ik alles ooit weer goed maken. Mijn telefoon rinkelt. Ik zie de naam op het scherm verschijnen. HELENA ❤️. Ga ik naar links of naar rechts? "Iris?" Ik zwijg. Ik slik hoorbaar. "Helena?" Met een piepklein stemmetje geef ik antwoord. "Iris... Ik heb je enorm veel te vertellen... Heb je tijd?" Opgelucht neem ik terug een hap adem. Ze klinkt niet boos of verdrietig. Gaat alles goed dan? "Vertel. Ik heb zeeën van tijd", zeg ik opgelucht en een tikkeltje blij tegelijk. Ze begint aan haar verhaal. Op dit moment weet ik dat alles goed gaat. Besef ik dat het mijn schuld is dat het zo is gegaan en hoop ik dat scherven geluk brengen. Ze vertelt en vertelt en vertelt. Ik luister aandachtig. Ik heb genoeg verloren om gebroken te zijn, maar kreeg veel meer in de plaats. Ze vertelt over het ziekenhuis. Over hoe ze er terug boven kwam. Over hoe ze terug naar school ging en over hoe blij ze is nu alles weer goed gaat. "En hoe gaat het met jou?" Vraag me niet waarom maar het sloeg in als de bliksem. Een bliksemschicht die op een zonnige zomerdag komt. "Goed. Vrij goed", zeg ik geforceerd. "Mooi! Nou, ik moet nu echt gaan. Ik hoor je nog wel! Hou je goed!", zegt ze opgewekt. Op zo een momenten vraag ik me af of we wel echt vriendinnen zijn. Vriendinnen horen het toch als het niet goed gaat? Het gevoel dat ik nu krijg is als een vaas die in duizenden, nee miljoenen stukjes uiteen valt. Gebroken, zonder iemand om me op te rapen. Met het vuilblik mee. Het is pas wanneer mijn ouders thuiskomen dat ik besef hoe laat het nu eigenlijk is. "Ging alles goed?" Mijn moeder geeft me een kus op het voorhoofd. "Ja hoor. Ik ga naar boven", zeg ik voor ik de gang inga en verdwijn in mijn kamer. Ik ga in mijn bed liggen en staar naar het plafond. Het laatste jaar is er zoveel gebeurd. Waar is het verlegen meisje van toen? Waar is het meisje dat altijd alleen was? Ik ben veranderd. En hoe? Nog nooit had ik de liefde ontmoet terwijl ik zo snel al verliefd kon zijn op Vincent. Toen Thomas er ook nog was en ik zelfs al 2 keuzes had. Maar op een bepaald moment vervaagt alles. Alsof ik terugkeer. Een terugkeer naar toen. Toen de wereld nog groot was en je mij niet zag staan. Ik ben zoveel veranderd. Ik draai op mijn zij, in de hoop in slaap te vallen, maar dat is verloren moeite. Ik besef al snel dat dit een slapeloze nacht wordt. Ik sta op rond 1u en besluit beneden wat tv te kijken. Met mijn donsdeken plof ik in de zetel en kijk tv. Wat een onmogelijke nacht leek blijkt anders uit te draaien.
Met het gerinkel van mijn telefoon word ik wakker om 9u30. "Hmm..." Slaperig neem ik op. "Iris?" Die stem. Meteen ben ik klaarwakker.

Geen afstand te veelWhere stories live. Discover now