hoofdstuk 13

25 7 1
                                    

De volgende ochtend word Mina ruw wakker gemaakt door Elmont. "Wakker worden prinses, we moeten gaan." En hij gooit een tas op het bed naast haar. Zelf was hij al zijn pak aan; een dik, wit leren pantser. Het was van zijn vader geweest toen hij nog naar de academy ging. Het was wat versleten, maar het zat als gegoten. De witte wachterpantsers bestonden altijd uit een broek met verstevegingen aan de zijkanten gemaakt van nog een laag leer. Het boven stuk is een mouwloos shirt dat dicht word gedaan met gespjes. De schouderstukken zijn ook verstevigd maar dan met metalen plaatjes die verfraaid zijn met sierlijke bloemen en de initialen van de drager. In dit geval stonden de letters S.D. op de schouderplaten. De schoenen die bij het pantser horen waren laarzen, ook weer gemaakt van wit leer. Mina werd wakker en schrok van hem. Met een spastische beweging gaat ze rechtop zitten in bed. Met grote ogen kijkt ze hem aan. "Wow, rustig aan, ik ben het maar." En hij gaat even naast haar op het bed zitten. Ze kruipt naar hem toe. "Ik ben doodsbang voor wat er gaat gebeuren." Hij slaat en arm om haar heen en houdt haar stevig vast. "Maak je geen zorgen, we redden het heus wel." "Dat klinkt niet erg overtuigend." "Klopt, dat ben ik ook niet, maar we gaan door tot het eind, toch?" Mina knikt. "Nou, ga je maar aankleden. O en trouwens, Simon rijd met ons mee, dus kunnen we bijna in een keer doorrijden." Hij draait zijn hoofd zodat hij haar gezicht kan zien. Hij kijkt haar even in haar ogen aan en geeft haar een kus. Dan staat hij op en laat haar beduusd achter.

Snel kleed ze zich aan en pakt de tas die Elmont had neergelegd in met kleding. Dan loopt ze snel de gang in. Nuka loopt op haar af. "Hey, Mina, hoe is het?" "Gaat wel." Antwoord ze terwijl ze door blijft lopen. Nuka loopt naast haar mee. Als ze door de voordeur lopen, staat de auto al draaiend voor de deur. Elmont zit al in de auto en Simon helpt haar met haar tas. Hij laat Mina achterin zitten en Nuka komt naast haar zitten. Simon neemt plaats voorin. Man, wat is Elmont verschillig soms. De auto raast het grindpad van de oprit af en al snel rijden ze op de snelweg. Als ze al even rijden vraagt Mina; "Nuka, waar is Grel eigenlijk?" "Hij is samen met Namira onderweg naar de academy." Dan is het weer een hele tijd stil in de auto. Uit verveling blijft Mina naar buiten kijken. De bomen razen snel voorbij en pas na een paar uur valt ze in een droomloze slaap.

Als ze wakker word staat de auto stil en zit ze alleen op de achterbank. Ze kijkt om zich heen en hoort de andere buiten praten. Ze klikt haar riem los en stapt de auto uit. Elmont en Simon staan met een groep mensen te praten. Het zijn de leerlingen van Simon. Ze ziet dat Elmont een zwaard draagt. En veel leerlingen hebben ook verschillende soorten wapens. Ook staan er een paar Stof monsters; de twee leeuwen, Nuka, Grel en Saum. Toen ze haar zagen liep Grel naar haar toe. Ze aaide de wolf over zijn kop en kijkt richting de groep mensen. De stof monsters lopen achter haar aan als ze naar ze toe loopt. "Wat is de bedoeling?" Vraagt ze aan Elmont. Ze kijkt een beetje schichtig om zich heen.
"En waar zijn we?"
"We zijn vlakbij de academy, er zijn hier geen vijandelijke Stof monsters, maar ze zijn vlakbij." Mina knikt. "En het plan?" Elmont zucht; "Mina ik heb liever dat.." "Onee, ga niet zo beginnen." Onderbreekt ze hem. "Ik ga niet afwachten tot alles voorbij is! Ik ga gewoon mee." Hij legt zijn handen op haar schouders en kijkt haar aan. "Ik wil niet dat er iets met je gebeurt." Ze rolt met haar ogen. "Ik ook niet, maar ik kán gewoon niet stil blijven zitten." Hij trekt haar naar zich toe en doet een riem om haar middel waar een zwaard in zit. Ze slaat haar armen om hem heen. "Dat snap ik, daarom wil ik dat je mij belooft bij mij in de buurt te blijven als we de academy binnen gaan." "Beloofd." Zegt ze met haar ogen op zijn pantser gericht. Hij pakt haar kin om haar aan te kijken en geeft haar een kus. "Mooizo." Een grijns trekt over zijn gezicht en hij draait zich om naar Simon. Die knikt en de groep volgelingen verspreiden zich het bos in.
Simon roept Namira naar zich toe, die liep als panter rond. Hij geeft haar een commando en ze vertrekt samen met Grel, het bos in een andere richting op. Mina stond naast Elmont en Nuka kwam naast haar zitten. "Elmont je weet wat je moet doen hé?" Hij knikt. "Mooi, dan ga ik ook maar." Zegt Simon. De twee leeuwen volgen hem. Als ze uit het zicht zijn verdwenen, zegt Elmont; "Goed, wij zijn aangewezen om vanaf de achteringang de academy binnen te komen. Hoe we dit precies gaan doen is nog niet geheel zeker. Maar de grove lijnen zijn zichtbaar; we gaan via de rozentuin waar volgens de scouts twee Stof monsters op wacht staan. Nadat die twee zijn uit geschakeld kunnen we verder." De stof monsters knikken en ze beginnen het bos in te lopen.

Het bos is erg stil, het enige dat te horen is is het geritsel van bladeren. En de voetstappen van het viertal. Ze lopen op een paadje dat langs een beek loopt. Nuka loopt voorop en springt over alle boomstronken en stenen die ze ziet. Mina is in gedachten verzonken, ze kijkt niet waar ze loopt en struikelt. Ze valt voorover en in een reflex maakt ze een koprol, waardoor ze niet op haar armen valt, maar met haar schouder tegen een steen aan. "Mina, gaat het?" Elmont stond ineens boven haar en hielp haar overeind. Ze hield haar hand op haar schouder. "Gaat wel, denk ik." "Laat mij eens kijken." Hij draait haar om en voelt over haar schouder. Als hij bij de gevoellige plek komt, krimpt ze ineen. "Saum, was het toch?" De beer knikt. "Kun je haar dragen denk je?" De beer knikt weer en Elmont tilt Mina op zijn rug. "Dit zit best raar." Lacht Mina. "Het is zo hoog." Nuka wenkt de anderen dat ze verder moeten en ze vertrekken weer.
Onder zich voelt Mina de spieren van Saum bewegen. Het is bijna als paardrijden, maar dan is Saum een stuk breder.

ShapeshifterWhere stories live. Discover now