Okay.

Louis was een beetje overdonderd door deze informatie, maar was niet dom. Hij snapte dat hij nu alleen verder moest voorlopig en hij wist nu al dat dat 'm niet ging worden. Waarschijnlijk verloor hij binnen twee minuten zijn hoofd al.

*****

Er zat een gat in zijn geheugen, er moest iets uitgelekt zijn. Het moest.

Louis zat op zijn knieën en ging de lange rijen met lades langs. In elke la zat een stapel documenten en Louis' probleem was dat hij niet precies wist waar hij naar zocht. Dus de alfabetische volgorde kon hij al vergeten en hij wist ook niet hoe het er uit zag, dus moest hij elk document af en het lezen voordat hij het kon vinden.

Kreunen van vermoeidheid en pijn rolden over zijn lippen, gevolgd door depressieve zuchten. Bij elke beweging voelde hij zijn beenspieren en kraakte zijn rug onheilspellend.

Het was saai. Zo ongelooflijk saai.

Maar daar kwam al snel verandering in.

Louis driegde in slaap te sukkelen en las met half oog de opschriften. Zijn bruine haar hing futloos voor zijn gezicht en zijn ogen jeukten. Hij had de mouwen van zijn trui over zijn handen getrokken omdat hij het koud had en was ondertussen in kleermakerszit gaan zitten. Het was stil, eigenlijk verdacht stil.

Opeens klonk er een klap. Niet zomaar een klap, het klonk meer als een schot.

Louis schoot overeind en voelde zijn hart kloppen in zijn keel, hij kreeg een benauwd gevoel en zijn handen begonnen te zweten. Hij wist niet zeker wat hij had gehoord, maar al gauw klonk het zelfde geluid weer. Het galmde nog na in zijn oren.

Een schot, iemand schoot.

Opeens klonk er gegil en rennende voetstappen, Louis dacht niet na en liet alles waar hij mee bezig was vallen. Hij moest naar het geluid toe, hij moest kijken of het met Harry te maken had. Hij rende op de deur af, niet nadenkend over wat er kon gebeuren, niet nadenkend over wat er nu gebeurde. Zijn instinct was te sterk.

Het gegil werd geschreeuw, Louis hoorde niet precies waar het over ging, maar wist dat het meerdere mannen waren die elkaar aanwijzingen toe schreeuwden. Er was nu zo veel geluid dat het pijn deed aan je oren, maar Louis had het niet door, hij dacht niet na, hij moest rennen.

Misschien was het de adrenaline, misschien ook niet. Louis bleef rennen, de dikke mistwolk in zijn hoofd zorgde ervoor dat hij niks anders kon doen. Hij hijgde en was buiten adem, zijn borst ging heel snel op en neer, zijn bloed bonsde en hij was bang. Zo bang.

Angst zorgt voor energie en roekeloosheid, het laat je dingen doen waarbij je niet na denkt en spijt van gaat krijgen. Zo ook bij Louis. Hij rende gang in, gang uit, hij wist niet waar hij heen ging en wat hij deed. Hij smeet deuren open en dicht, zijn hoofd was een klerezooi en alles wat hij kon denken was: Harry.

Hij smeet nog een deur open, die meteen terug kaatste en hem vol in zijn gezicht raakte. Hij vergat even waar hij mee bezig was en greep naar zijn gezicht. Wat niet verstandig was, want hij voelde een ruk aan zijn arm en een: "Rennen!"

Onmiskenbaar Harry.

Louis was even zo opgelucht dat Harry niks mankeerde, maar toen merkte hij bloed op dat over zijn arm gesmeerd zat en niet van hem was. Louis rende achter Harry aan, die een meter voor hem was en hoorde nog een schot. Hij gilde onwillekeurig even en kwam naast Harry rennen.

Hij hapte –voor zover dan kon, rennend- naar adem toen hij een schotwond op Harry's bovenarm zag en keek vol afgrijzen toe. Hij zag het rode vlees zitten en er stroomde bloed uit, veel bloed.

"Harry! Je-"

"Ik weet het, Louis! Blijf rennen!" Louis kon er niet tegen in, hij voelde een kogel langs zijn hoofd suizen en dook even in elkaar. Het geschreeuw werd harder en de voetstappen achter hen kwamen dichter bij. Hij werd banger met de seconde, wat als Harry nog eens geraakt werd, wat als hij geraakt werd? Misschien waren ze niet op tijd en werden ze gepakt, wat was er gebeurt? De antwoorden op deze vragen wist Louis niet en vragen was ook geen optie.

Op de een of andere manier vonden ze de buitendeur en kwamen in de buitenlucht terecht. Maar ze stopten niet, ze schoten de straten van Rusland in en probeerden de achtervolgers af te schudden.

Het geschreeuw stierf langzaam af en niet veel later vonden Harry en Louis zichzelf uitgeput op de koude grond in een donker steegje. Hun adem was luid te horen en bleef aanhouden, ze probeerden hun hartslagen weer te kalmeren en hun lichamen tot rust te laten komen. Harry's arm bloedde nog altijd, hij probeerde het te stelpen met zijn muts.

"Louis," begon Harry zodra ze beiden weer adem hadden om te praten.

"Harry," zei Louis op zijn beurt.

"Als ze ons vinden, vlucht dan. Jou zullen ze laten gaan. Ga terug naar je familie, bouw je oude leven weer op. Ik weet hoe graag je dat wilt," er klonk een zucht. "Ik hou van je,"

"Ik blijf. Samen uit, samen thuis," Louis glimlachte schuin. "En ik hou ook van jou," er viel een stilte waarbij beiden jongens na dachten en genoten van het moment.

Dat moment eindigde veel te snel.

"DAAR ZIJN ZE!"

Nog een schot en toen werd alles, zwart.



WHAHAHAHA NU MOETEN JULLIE WACHTEN OP DEEL TWEE OM TE WETEN HOE HET AF LOOPT, DAT KOMT EROP ALS IK DE COVER HEB


Yes, He Is ||Larry A.U. #Netties2016|| Onde histórias criam vida. Descubra agora