~8~

1.1K 80 7
                                    

43 dagen waren verstreken na Louis' mislukte ontsnappingspoging.

Ja, hij had ze geteld.

Hij was nu in de kelder, beter bekend als zijn cel. Hij lag languit op de vieze vloer, zijn benen had hij gespreid en zijn armen gekruisd. Zijn shirt werd vies van het stof dat zich op de grond bevond. Hij keek naar het plafond. Zijn blauwe ogen waren wijd open gesperd en hij dacht na over zijn handelingen.

Hij was in een zinloze staking.

Toen Harry vanmorgen de gebruikelijke routine was afgegaan en Louis zijn ontbijt had gedient had Louis iets beseft.

Hij kreeg, tot zijn ellende, elke dag hetzelfde treurige ontbijt dat bestond uit een glas lauwe melk en een droog broodje. Louis werd het zat, hij had tegen Harry gezegd dat hij op de grond bleef liggen tot hij een keer een fatsoenlijk ontbijt zou krijgen.

Harry had onverschillig zijn schouders opgehaald en was weggelopen.

Kan schimmel je hersens binnendringen?

Louis werd volgens hem onderhand wel gek. Hij dacht aan rare dingen -zoals schimmel in je hersens- en deed rare dingen -zoals zinloze stakingen-.

Louis sloot zijn ogen en rimpelde zijn neus. Met zijn vingers trommelde hij verveeld op de grond en hij neuride een liedje. Zijn blauwe ogen stonden dof door het tekort aan sociale gebeurtenissen of alleen al buitenlucht. Zijn borst ging regelmatig op en-neer en zijn voeten lagen rustig op de harde vloer. Zijn rug begen pijn te doen van het harde beton, maar hij bleef liggen. Eigenlijk lag hij wel lekker zo.

Hij miste veel doordat hij hier zat. Hij miste zijn ouders en zusjes, vrienden had hij niet. Wat je niet heb kan je niet missen. Maar in plaats van vrienden had hij de maan en de sterren. Maar die zag hij ook nooit meer.

Elke avond, toen hij nog niet door een psychopaat ontvoerd was, opende hij zijn dakraam en keek naar de lucht. Hij hield van de manier waarop de lucht varieerde in kleur en hoe de hemelse lichtjes straalden. Hij vertelde elke avond aan de maan hoe zijn dag was geweest, als een soort dagboek. Vaak huilde hij dan, smekend om een beter leven. Hij werd gepest en geslagen op school. Zijn ouders maakten altijd ruzie en zaten dicht op een echtscheiding.

Zijn wens was eindelijk uit gekomen, hij werd niet meer gepest en had geen last meer van ruziënde ouders. Maar in ruil daar voor had hij een hoge prijs moeten betalen.

Zijn vrijheid.

En droge snik verliet zijn lippen en een traan baande een weg over zijn kwetsbare gezicht. Hij dacht aan Harry, hij dacht aan die eerste keer dat Harry hem had mishandelt.

Een andere traan volgde. Harry had hem vaker dan die ene keer mishandelt. Louis had tot zijn spijt geen pogingen tot ontsnapping meer gehad.

Met eeen betraant gezicht stroopte hij zijn shirt omhoog en bekeek zijn buik. Hij kon zijn ribben tellen en blauwe plekken bestuderen. Louis had een nog grotere hekel aan Harry gekregen. Maar in de tijd dat hij hier zat vroeg hij zich wel dingen af over Harry.

Harry's leven bestond uit drank, drugs, seks en geweld. Harry had een verklaring afgelegd voor de drank en drugs. Het hielp hem ontspannen en maakte hem vrolijk, zei hij. Zo kon hij vergeten. Had hij verteld.

Louis had zich ook afgevraagd wat Harry er nou zo leuk aan vond om mensen te verkrachten. Louis zelf was nog maagd, ondanks dat hij met Harry in één huis zat. Die zijn maagdelijkheid vermoedelijk had verloren aan een of ander hoertje, onder invloed van drank.

Waar Louis ook weining van snapte was het geweld wat Harry graag gebruikte. Elke keer als Harry hem sloeg zag hij iets flikkeren in zijn ogen. Hij vermoedde dat het een soort plezier was, maar hij wist niks zeker. Harry was erg onvoorspelbaar.

Louis was ondertussen overeind gaan zitten en staarde naar de muur voor zich. Het was van beton, gaten waaruit het was afgebrokkeld waren ontstaan en Louis zelf had er op getekend met een krijtje dat hij had gevonden. Een kleine lichtstraal viel de kamer binnen. Hij wist dat die door een gat in de muur naar binnen drong. Hij streek met zijn handen langs zijn wang en voelde er een wond zitten. Vervolgens gleed zijn hand over zijn lippen en bleef even haken aan zijn onderlip. Hij voelde elke keer weer Harry's zachte lippen gedwongen op de zijne. Hij haatte het gevoel, het was als een kikker kussen. Ongelooflijk smerig. Rillend aan de gedachte over Harry stond hij op. Zijn hoofd voelde zwaar door het voedseltekort en hij werd meteen een beetje duizelig. Hij strompelde hoofdschuddend richting zijn bed en viste de kranten eronder vandaan.

Het oude gekreukte papier knisperde in zijn vingers toen hij de kranten oppakte. Hij had sinds die ene keer dat hij een paar kranten had gevonden, nog meer kranten gevonden.

Stof dwarrelde omlaag en Louis bladerde zinloos door de bladzijdes. Hier en daar las hij wat stukjes, die hij uit verveling al meerdere keren had gelezen.

"In de woning in Greenwitch is een lijk gevonden." Begon een van de stukjes. De kranten waren van vorig jaar, maar Louis had niks beters te doen.

"Het gaat om een 28 jarige man uit de omstreek. Hij zou eerst gemarteld zijn geweest en vevolgens met een mes om het leven zijn gebracht." Louis streek een bruine pluk haar uit zijn ogen en beet op zijn lip.

"Volgens getuigen is gezocht crimineel Harry Styles gesingnaleerd in het dorp. Vermoeddelijk zit hij achter de moord." Mokkend sloeg Louis de krant dicht en staarde weer naar het plafond.

Hij dacht aan wat er twee weken geleden gebeurt was.

'Hey, Lewis, kom eens mee. Je bent op TV.' Harry was in de deuropening verschenen toen Louis op zijn bed lag, starend naar het plafond. Hij keek naar de barsten in het dak en stond vervolgens met grote tegenzin op.

Hij voelde een verscholen angst. Achter zijn blauwe ogen was een nieuwe emotie verschenen. Grote angst. Het was niet zo zeer de plek waar ze heen zouden gaan, maar met wíe hij daar heen zou gaan.

Louis was zich bewust van zijn voetstappen, die bij elke draai werden gezet. Zijn adem was jachtig en al het bloed was uit zijn gezicht getrokken.

Samen liepen ze de trap op. Harry floot vrolijk een deuntje terwijl hij Louis gemeen grijnzend aan keek. Louis zelf liep alleen met angst mee. Hij keek naar de jomgen met groene ogen, zijn bruine krulletjes sprongen op en neer hij elke beweging. Hij merkte dat als Harry in het licht liep, zijn haar begon te glinsteren.

Opeens draaide Harry zijn hoofd opzij en keek Louis gauw weg, hopend dat Harry hem niet had gezien.

Ze waren aangekomen bij een woonkamer. Het was een enorme ruimte. De mond van de kleine bruinharige jongen was opengezakt bij het spotten van het intrieur.

Zijn blik werd er niet beter op toen het viel op een enorme TV. Omdat we in de moderne tijd leven kon Harry zijn TV op pauze zetten, wat hij ook had gedaan. Harry gebaarde naar een zetel en Louis liep er onzeker heen, terwijl hij Harry goed bleef bekijken. Het kussen van de stoel was heerlihk zacht. Louis sloot even genietend zijn ogen, het was lang geleden dat hij in een fatsoenlijke stoel had gezeten.

Harry was ondertussen ook gaan zitten en had de TV verder laten afspelen.

'-Tomlinson word sinds maandag vermist. De polite denkt een spoor te hebben gevonden van de jongen.' Een dikke politieman kwam in beeld. 'We zouden sporen hebben gevonden van de jongen die lijden naar zijn huidige verblijfplaats, tien minuten buiten Londen.' Naast hem hoorde hij Harry hatelijk lachen. Zijn lach kaatste door de kamer en echode nog even door. 'Wat een amateurs! We zitten in hartje Londen.' Lachde hij sarcastisch. Hij wende zich breed grijnzend tot Louis, die met open mond naar de TV staarde, waar momenteel zijn ouder op verschenen waren. Hij had ondervonden dat zijn vermissing erg geboeid werd door de politie.

Hij voelde dat hij ruw overeind werd getrokken door Harry en weer de kamer uit gewerkt. Met gestommel en gerommel werd hij de trap af geduwd en zo weer zijn armzalige kamer in. In het duister van zijn ellende

'Dag, Lewis. Laat de politie hier maar lekker naar je zoeken.'

Yes, He Is ||Larry A.U. #Netties2016|| Where stories live. Discover now