-03-

1.3K 102 5
                                    

Iedereen kent het wel, dat verschikkelijke gevoel dat je een keuze moet maken, maar wat je ook kiest, je schiet er toch niks mee op.

In precies zo een dilemma zat Louis nu. Moest hij ervoor kiezen om weg te rennen, maar dan wel de kans lopen om neergestoken te worden, of vrijwillig mee gaan maar gemartled worden en als nog vermoord.

Louis was inmiddels opgestaan van de vieze koude grond onder hem. Hij keek even naar zijn handpalmen en zag dat er kleine steentjes in gedrukt zaten. Met zijn nagels streek hij ze eruit terwijl hij nog eens diep nadacht. Beiden opties waren even hinderlijk in zijn perspectief, maar toch nam hij een beslissing.

"Ik weet het," zei hij resoluut. Hij ging wat steviger staan, rechtte zijn rug en stak zijn borst vooruit, alleen maar om dan machtiger over te komen. Waar hij totaal niet in zou slagen.

"Hé? Wat weet je?" vroeg Harry verward. Hij was zijn mes aan het bestuderen en het licht van de lantaarnpaal, waar door het zo verschrikkelijk dreigend ging glinsteren.

Louis slikte even en keek pal over het mes, alsof hij hoopte dat het dan zou verdwijnen. Wat het natuurlijk niet deed, het enige wat het zou kunnen doen is Louis steken. En dat was ook het enige dat Louis nog bezig hield.

"Ik, eh, weet wat ik kies," mompelde hij. Nu hij het echt zou gaan zeggen, werd hij wel heel erg bang. Het sijpelde als een vloeistof over hem heen. Harry kreeg een grijns of zijn gezicht, Louis kreeg er spontaan de rillingen van. Het was een boze grijns, een ik-ga-je-oma-beroven grijns. Zo eentje de je in films ziet.

"Nou, Wat is het?" vroeg hij met nog altijd diezelfde grijns. Het mes draaide hij rondjes om zijn vingers, elke keer als het een rondje maakte zag je even een flits van het weerkaatste maanlicht, wat een erg zenuwachtige uitstraling maakte bij Louis. Maar hij wist nu wel zeker wat zijn keus zou zijn, want dat mes wilde hij echt niet in hem gestoken hebben.

"Ik ga mee," zei hij vastbesloten, misschien iets te hard. Maar Harry leek er tevreden mee.

"Prima, beter voor jou. Ga je vrijwillig mee of moet ik je komen halen?" Harry speelde nog steeds met zijn mes terwijl hij hem met een schuin oog aankeek.

Hij zag hoe Louis per direct op Harry afstapte. Zijn zachte, bruine haren wapperden een beetje bij elke stap die hij zette. Zijn schoenen maakte een zacht tikkend geluid op de stenen terwijl hij zich bij elke stap dichter naar Harry bracht. Hij leek zich heel bewust van zijn daden, maar Harry had heus wel door dat de jongen een schild om zich heen droeg. Hij zag dat de jongen het liefst nu gewoon was neergestort op staat en heel hard was gaan huilen. Toch had Harry respect voor de manier hoe hij het wist te verbergen. Hij had altijd erg veel moeite met zijn emoties. Hij was op het ene moment een redelijk rustige jongen die gelukzalig een joint rookte en op het andere moment een op hol geslagen stier die alles en iedereen uitmoordde die op zijn weg stond.

Momenteel had hij trouwens wel erg veel zin in die joint.

Doordat hij zo in gedachten verzonken was, had hij niet door dat Louis al voor hem stond. Dat had hij pas door toen Louis over een losse tegel struikelde en pardoes tegen Harry aan viel. Harry verloor zijn evenwicht door het gewicht dat er plotseling bij was gekomen, samen vielen ze op de grond. Harry produceerde een reeks scheldwoorden waarvan de helft niet eens geschikt was om al in het woordenboek te staan. Louis, die half op Harry lag, rolde snel van hem af en maakte uitbundig zijn excuus.

"Sorry! Ik, dat.. Hij, ik. Stoeptegel!" stamelde hij in een poging tot Harry's woede te kalmeren. Maar ook daar slaagde hij niet in, het zat hem niet mee vandaag.

Harry was haast ontploft van woede en herbruikte zijn scheldwoorden tegen Louis. Louis maakte zich zo klein en onzichtbaar mogelijk, wat ook niet lukte, want zoiets massiefs als een mens was moeilijk te verbergen. Terwijl Harry raasde en tierde keek Louis van een afstandje toe, hij wist dat hij beter niet kon proberen te ontsnappen, dat zou een regelrechte zelfmoordpoging zijn. Harry had zich nu tot Louis gekeerd en begon hem uit te schelden.

"WAT BEN JIJ IN GODS NAAM AAN HET DOEN, VIEZE VUILE-!" op dat moment was Louis' reddende engel een mechanisch instrument van deze tijd, een telefoon. De ringtoon schalde door de straat en Harry bleef verstijfd staan, alsof iemand een vriesstraal over hem had geschoten. Als de bliksem viste hij het kleine ding uit zijn broekzak en hing het aan zijn oor.

"Ja, hallo?...ja... Nee, oké... Nee ik heb niet even...doéi!" hij klikte zijn telefoon uit en siste nog iets dat verdacht veel leek op "zak!" en keek weer Louis richting in. Hij stapte in het licht van de lantaarn zodat zijn gelaat goed belicht werd. Hij had een kwade uitdrukking, nee, zeg maar gerust woedende. Zijn ogen spuwden vuur.

Louis strompelde langzaam maar zeker achteruit, zijn voeten schoven voorzichtig over de tegels, op dezelfde manier als je loopt als het glad is. Louis bevond zich als het ware ook op glad ijs, maar wat moest hij anders doen?

"Hier komen!"

Yes, He Is ||Larry A.U. #Netties2016|| Where stories live. Discover now