Hoofdstuk 15

46 2 0
                                    

'Gaat het met haar?'
'Ze komt vast wel weer bij.'
'Waar brengen we haar heen?'
'Laten we haar naar mijn kantoor brengen daar is een bank en zo kan ik haar ook in de gaten houden.'

Langzaam begonnen de letters woorden te vormen en de woorden zinnen. Ik lag op groene bank met houten leuning in een onbekent stoffig kantoor. 'Hallo?' Vroeg ik heel erg voorzichtig. Er was niemand in de kamer. Ineens herrinnerde ik alles weer. Van gister. Devon. Dood. Dood? Dood!
Is hij dood? Leeft hij nog? Ik had toch de ambulance gebelt? En toen ? Ik kan er nog wel een reeks vraagtekens aan achter plakken, vanaf toen was alles zwart. Ik moet hem zoeken ging er door mijn hoofd heen. Ik liep langzaam naar het raam om te kijken waar ik was. Het bloed trok langzaam uit m'n gezicht weg. 'Ik zit in de hoogste kamer van dit gebouw!' Gilde ik zowat. De adrealine spoot door mijn lichaam terwijl ik gewoon nog stil stond. Ik weet niet of ik echt hoogtevrees had, maar ik denk dat geeneen mens hier even naar buiten kijkt en denkt van oke hoog en daarna weer rustig gaat zitten. Je kon de hele stad zien. Als slangen kronkelde rijen en rijen mensen door de straten. Het leek alsof de stad nooit rust had. Wat me ook erg opviel dat er overal klokken hingen en iedereen op de seconde op tijd wou zijn. Het verbaaste me dat er nog geen ongelukken gebeurde.

Ik liep door de kamer en keek naar wat foto's op de muur. Dit was wel echt een persoonlijke kamer alsof hij erin woonde, niet zoals al die kamers met alleen een bureau een stoel en een computer. Er stond een bankje, een kast met boeken, een tv en een tafel. Best nog wel luxe. Zou de deur open zijn? Ik durfde het bijna niet te proberen, straks hadden ze me opgesloten! Oké weg met die kindergedachtes Lizzy wees realistisch. Gelukkig won mijn verstand en de deur kon gewoon open. Ik gluurde met kleine oogjes om de deur. Helemaal niemand, het was doodstil integenstelling tot de rest van de stad. Ineens kreeg ik zo'n briljant plan dat ik bijna begon te springen. Natuurlijk ik was in dit gebouw met een doel. Ik moest die sleutel vinden. Dit was geeneens zo'n heel gekke plek om zoiets te verstoppen. Het gevoel van BrodCoster kwam direct terug en ik begon heel snel te zoeken. Laatjes, onder de bank, en ga zo maar door. Ik besefte dat er eigenlijk camera's kon hangen en ik kreeg bijna een hartverzwakking toen ik iets zwarts in de hoek zag. Gelukkig was het gewoon een decoratiestuk.

Ik was voor m'n gevoel al eeuwen bezig en had nog steeds niks gevonden. Het is zo frustrerend als je naar iets lang opzoek bent terwijl het ook kan zijn dat het hier helemaal niet ligt. Ik ga het op en leunde tegen de muur om even op adem te komen. Er klingelde iets. Ik schrok er zo van dat ik opzij sprong. Ping! Er viel iets op de grond! Oh oh dat schilderij gaat vallen. Snel als ik kon waagde ik mijn leven om dat schilderij op te vangen. Oké ik kan overdrijven, ik stapte in werrkelijkheid gewoon een stap opzij en ving het schilderij, maar dat stukje boeit niet. Ik wou weten wat er achter dat schilderij was gevallen. Ik ging liggen op m'n buik om goed te kijken wat er onder de bank te vinden was.
Een papiertje, etensresten, een zakdoek. Ik moest al walgen van het idee. Er lag helaas niks wat ik zocht. Toch kon ik het om de één of andere reden niet met rust laten. Ik waagde een tweede poging en er lag natuurlijk niet veel meer dan net. Totdat, ik zag iets! Het glimde en lag dicht bij het papiertje. Ik kroop nog dichter bij om erbij te kunnen. Greep het en jaa toen ik het papiertje openrolde lag er een sleutel in! Het betekende niet dat het DE sleutel was die ik moest vinden, maar hij leek verdacht veel op wat ik eerder heb gezien.

Krrrsssstttt langzaam bewoog de deur open. Snel als ik kon stopte ik de sleutel in mijn zak. 'Ah je bent wakker zie ik.' 'Gaat het eigenlijk?' Klonk een bezorgde stem. 'Waarom lig je op de grond?'
'Ha- hallo, ik viel uit bed... Ik ehh bedoel bank.'
'Arm ding je bent vast nog helemaal in schock, je hebt het vast zien gebeuren hè?'
Ik begreep in eerste instantie niet waar hij het over had, maar langzaam begon het te dagen dat hij over Devon sprak.
Meteen sprongen de tranen in mijn ogen. 'Waar is hij nu?' I-is hij d-dood?'
Ik weet het niet meissie ik moest even verder werken en had geen tijd ervoor, want tijd is geld! Zei hij met een ongemakkelijk lachje. Op het moment dat ik hem zag had het me wel een aardige man geleken, maar dat hij zelfs niet even de moeite had gedaan om 1 van zijn werknemers op te zoeken nadat er op hem was geschoten kon ik niet uitstaan.
'In welk ziekenhuis ligt hij?' Vroeg ik nu wat dringender. Mijn stemmingswisseling deed de man niet goed, want hij zei nors terug: 'Waarom was jij eigenlijk op dit bedrijf en ben je niet een beetje dankbaar dat je hier even mocht liggen? Je hebt hier prachtig uitzicht en een comfortabele bank. Geeneen kantoor in dit bedrijf heeft een fijne ligplek daarom mocht je hier slapen, maar ik had je beter naar huis kunnen sturen nou je zo antwoord. Waarom ga je niet even mee naar beneden en beantwoord je de vragen van de politie?'
'Het enige wat ik wil is nu naar Devon!' En met die woorden smeet ik de deur dicht.

Big Mistake (Dutch)Where stories live. Discover now