Hoofdstuk 6

342 44 28
                                    

Hoofdstuk 6

Een glitterende lichtstraal scheen op het meer. De maangodin was eenzaam. Ze wou eigenlijk geen maangodin zijn, maar wat moest ze anders? Ze kon haar macht aan haar zus geven, maar die zou haar macht misbruiken. Ze was te onrechtvaardig. Elke nacht keek ze naar het bos. Het bos met die mystieke wezens. Mensen die in wolven konden veranderen.

Zij hadden een vrijheid die niet iedereen kon ervaren. Een totaal andere wereld dan die van de mensen. Nee, toen aanbeden de wolven de maan nog niet. De wolven geloofden in hunzelf. Meer niet.

'Dus, de maan was niet altijd een magisch iets voor weerwolven?' vraag ik verbaasd. Tyler knikt. 'De maan was gewoon een soort lamp in de duisternis, niet speciaal ofzo.' zegt Tyler.

De maangodin was zeer onder de indruk over hun vertrouwen in hunzelf. Ze wou ze zien. En nee, niet vanaf de maan, maar ze wou echt oog in oog met ze staan. Ze wou weten wat ze zo sterk maakte. Ze daalde af naar de echte wereld. Iets wat nog nooit iemand had gedaan. Haar zus zou woedend op haar worden, dat was een feit. Maar ze was te nieuwsgierig.

Ze keek verwonderd om zich heen. Ze nam elke beweging, elke bries in haar op. Ze ging bij het meer zitten en wachtte. Er moest wel een wolf langskomen. Het kon niet anders. Ze wachtte en wachtte en wachtte. Een zucht verliet haar mond. Zelfs voor iemand met het eeuwige leven duurde dit lang. Haar geduld raakte op.

Ze stond op het punt van terugkeren, maar hoorde toen een takje kraken. Haar hoofd draaide zich gelijk naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Haar ogen vergrootten zich. Ze had nog nooit zoiets moois gezien. Van dichtbij leken ze zoveel mystieker, zoveel groter dan dat ze er van bovenaf uitzagen.

De witte haren van het enorme dier leken nog meer licht te geven dan de maan zelf. Ze stapte voorzichtig op het dier af, dat water aan het drinken was. Het had haar nog niet opgemerkt. 'Hallo?' vroeg ze twijfelend. De wolf spitste zijn oren en ging gelijk op alert staan. Zijn haren stonden overeind en zijn tanden ontblootte hij. De maagodin schrok en deed een stap naar achter. Zijn grijze ogen ontmoette de hare en meteen ontspande hij zich.

'Ik was al bang dat het in een bloedbad zou veranderen.' lach ik. Tyler lacht. 'Nee, een bloedbad zal het niet worden. Niet nu in ieder geval.' Mijn lach verdween meteen.

Ze wou praten met hem, maar kon de juiste woorden niet vinden. 'Uhm, i-ik weet wat je bent.' zei ze. Voorzichtig zette ze een stap naar hem toe en stak haar hand uit. De wolf drukte zachtjes zijn neus tegen haar hand. Een lach verscheen op haar gezicht en ze gaf hem een aai over zijn kop. 'Dit is geweldig.' fluisterde ze met een lach.

De wolf deed een paar stappen achteruit en rende het bos in. Ze keek hem vragend aan en rende hem zo snel ze kon achterna. 'Waar ga je naartoe?!' riep ze. Ze was diep in het bos beland en keek zoekend om haar heen. De wolf was nergens te bekennen.

'Achter je.' hoorde ze een stem zeggen. Ze draaide zich om en keek op in twee helder grijze ogen. Het was de wolf. Ze knipperde met haar ogen en voelde een rare tinteling door haar heen gaan. Een tinteling die geen enkele god haar kon bezorgen. 'Ik ben Marcus.' zei de jonge man. 'Ben jij die wolf?' vroeg ze twijfelend. Marcus knikte. Ze liep op hem af en raakte zijn arm aan. Hij lachte.

'Nog nooit een mens gezien?' vroeg hij. 'Niet in levende lijve, nee.' antwoordde ze. Hij keek haar vragend aan. 'Maar, wat ben jij dan?' De maangodin twijfelde of ze het hem wel kon vertellen. Ze slikte. 'Ik ben Selena, de maangodin.' De jongen keek haar verbaasd aan. 'Maar wat doet de maangodin hier?' vroeg hij. 'Ik wou een weerwolf zien.' zei ze terwijl haar stem wegstierf.

'Dat verklaart wel waarom de maan geen fel licht geeft.' zei hij. Ze keek op naar de maan en zag inderdaad dat het licht niet meer zo fel was. 'Ik denk dat ik dan maar terug moet.' zei ze spijtig. Hij keek haar aan. Teleurgesteld leek hij wel. Het eerste gevoel dat hij had getoond. Ze lachte. 'Ik kan best wel terugkeren.' zei ze. Een lach verscheen rond zijn lippen. 'Dat zou fantastisch zijn, maangodin.' zei hij en boog. 'Noem me maar gewoon Selena.' zei ze en liep van hem weg. 'Tot ziens, Selena.' fluisterde hij haar achterna.

The wolf in me (On Hold)Where stories live. Discover now