Hoofdstuk 3

403 36 18
                                    

Hoofdstuk 3

'Ga weg!' geschrokken sta ik op. Mijn gezicht zit bedekt onder het zweet. Mijn borstkas gaat snel op en neer terwijl ik naar adem zoek. Paniekerig kijk ik om me heen. Geen zwarte wolf. Opgelucht haal ik adem. Mijn oog valt op het boek op mijn nachtkastje. Ik heb te vaak dat verhaal gelezen. Zuchtend stap ik mijn bed uit. Ik poets mijn tanden en kleed me daarna om. Een simpel T-shirt met daaronder een versleten zwarte jeans. Ik pak mijn tas in. Even kijk ik weer naar het boek. 'Het spijt me, maar je wordt me een beetje te veel. Ik kan je niet meenemen.' zeg ik tegen het boek. Ik lach mezelf uit. Ik praat tegen een boek... Kan het nog gekker?

Ik loop rustig de trap af en hoor dat mijn ouders al wakker zijn. 'Goeiemorgen!' roep ik blij. 'Goeiemorgen, lieverd.' zegt mijn vader. Mijn moeder lacht naar me en zegt goeiemorgen tegen mij. 'Oh, Silver. Vang.' zegt mijn vader en gooit een aarbei naar mij. Behendig vang ik de aarbei met mijn mond en eet hem op. 'Bedankt, pap.' zeg ik en lach. Ik ga aan tafel zitten en mijn moeder komt met een kop koffie in haar handen erbij zitten. Ze legt twee wafels met slagroom op mijn bord en ik begin gulzig te eten. 'O my God, dit is verrukkelijk.' zeg ik met volle mond. Mijn moeder lacht. 'Niet met volle mond praten, schat.' zegt ze. Ik eet snel mijn mond leeg en laat het dan aan haar zien. 'Zo beter?' vraag ik. 'Veel beter.' knikt ze.

'O ja, jullie willen niet weten wat voor raars er gister gebeurde.' zeg ik. 'Vertel eens.' zegt mijn vader. 'Nou,' begin ik. 'Net als altijd zat ik weer eens naar de volle maan en de sterren te kijken.' Mijn ouders knikken. 'Alleen deze keer, praatte het tegen mij.' zeg ik. Mijn ouders kijken mij vreemd aan en lachen. 'Ik denk dat het weer je verbeelding was lieverd.' zegt mijn moeder. 'Maar vertel, wat zei de maan tegen jou?' lacht mijn vader. 'Iets vreemds over dat ik moest oppassen op één of andere zwarte wolf.' zeg ik en doe alsof het onbelangrijk is. Mijn ouders stoppen met eten en kijken elkaar angstig aan. Ik trek een wenkbrauw op. 'Is er iets?' vraag ik. Snel schudt mijn moeder haar hoofd. 'Nee hoor, niets.' zegt ze. 'Ik denk dat je zo nog te laat komt voor school.' zegt mijn moeder opeens haastig. 'Snel prop ik de wafel in mijn mond en doe mijn schoenen aan. Ik zwaai mijn tas over mijn rug en zeg mijn ouders gedag. Nogsteeds gedragen ze zich vreemd. Ik haal mijn schouders op. Het zal wel niks bijzonders zijn.

***

Rennend ga ik door de gangen van de school heen. 'Shit! Shit! Shit!' mompel ik en ga zo snel ik kan opzoek naar het lokaal. De bel is al gegaan en volgens mij zijn de lessen al een tijdje begonnen. Onhandig doe ik de deur open en struikel het lokaal binnen. 'Sorry meneer, Baker.' zeg ik snel voordat hij wat kan zeggen. Meneer Baker zucht. 'Silver, je moet echt wat doen aan het op tijd komen.' zucht de leraar. 'Ja, ik weet het. Sorry.' zeg ik. De klas volgt aandachtig ons gesprek. 'Ga maar zitten en ik wil geen woord van je horen.' zegt hij. Ik knik en ga haastig zitten. De klas zit bijna vol en de enige plaatsen die over zijn staan helemaal achterin. Ik laat mijn schouders hangen en plof neer op de stoel. Ik let niet op op wat meneer Baker zegt en kijk vrolijk rond door de klas. Een jongen die ik nog nooit eerder heb gezien trekt mijn aandacht. Ik staar naar zijn achterhoofd. Nadenkend of ik hem echt nog nooit gezien heb. Opeens draait hij zijn gezicht naar mij toe. Zijn groene ogen doorboren de mijne. Zijn bruine haren zijn met gel in stijl gebracht. Wist hij dat ik aan het staren was naar hem?

'Silver!' roept de leraar. Ik ruk mijn blik uit de zijne en kijk geschrokken naar de leraar. 'J-ja?' vraag ik stotterend. Meneer Baker zucht. 'Wat is er toch mis met jou, meid?' zegt hij hoofdschuddend. 'Heel veel, meneer!' roept Jack. Mijn wangen kleuren rood en ik verga bijna van de schaamte. Heel de klas moet lachen, behalve de jongen die mij nogsteeds aan het aanstaren is. Meneer Baker kijkt boos naar Jack en Jack stopt meteen met lachen.

'Goed, nu iedereen eindelijk stil is.' begint meneer Baker. 'Silver, weet jij het antwoord?' Ik schud mijn hoofd. De bel gaat en ik schiet meteen overeind. Saved by the Bell, right? Snel ruim ik mijn spullen op en loop naar de kantine. Ik ga op "mijn" plek zitten en pak wat koekjes uit mijn tas. 'Hey hey, tomatenkop.' lacht Jack en komt bij mij zitten. Ik rol met mijn ogen. 'Jij bent echt verschrikkelijk.' zeg ik en lach. 'Je kent me al langer dan een dag. Dan moet je toch wel weten hoe ik ben.' knipoogt hij. 'Ja vast, jij lijkt net een meisje met een persoonlijkheidsstoornis. Onmogelijk om te begrijpen.' zeg ik en wil mijn pakje met koekjes open scheuren. 'Die is voor mij.' zegt Jack en grijpt het uit mijn handen. Hij staat op en houdt het pakje boven zijn hoofd met uitgestrekte arm. 'Hé, geef terug!' roep ik en probeer het van hem te pakken. Hij grijnst. 'Neh, dit is veel leuker om te zien.'

Springend probeer ik het uit zijn hand te grijpen maar het lukt me niet. 'Hé, Jason!' roept Jack. 'Vang!' Hij gooit mijn koekjes naar Jason en ik ren op hem af. 'Jason, hiergeven!' roep ik. Net voordat ik bij hem ben gooit hij ze terug naar Jack. En zo gaat het een tijdje door totdat mijn redder in nood het pakje uit de lucht vist. Hij doorboort mij met zijn groene ogen en gooit het pakje naar mij. Ik vang hem onhandig en sta gehypnotiseerd in zijn ogen te kijken. Hij draait zich langzaam om en verdwijnt in de mensenmassa.

'Dankje!' roep ik als ik uit mijn trance ben. Goed, dat was vreemd. Ik pak een koekje en Jason en Jack komen bij mij staan. 'Mogen wij ook een koekje?' vraagt Jack. Ik kijk ze even aan en prop snel alle koekjes in mijn mond. Ze kijken me allebei met een pruillipje aan terwijl ik mijn mond leeg eet. 'Sorry, zei je wat?' vraag ik. 'Nope, helemaal niks. Behalve-' Jack en Jason duwen me allebei. Ik struikel en val op mijn achterste. 'Dat ging makkelijker dan ik dacht.' lacht Jason en geeft Jack een high-five. Ik kijk ze boos aan. 'Ren.' zeg ik. Ze kijken me vragend aan. 'Wat zei je?' vraagt Jack. 'Ik zei: ren!' Allebei kijken ze elkaar geschokt aan. 'Rennen!' roepen ze en rennen als een gek weg. Snel sta ik op en ren achter ze aan. 'Jullie gaan eraan!' roep ik ze achterna.

Ik sta te springen voor de gymles. Letterlijk. 'Silver, weer te veel suiker op?' lacht meneer Verhaeg. Hij loopt naar het midden van de gymzaal. 'Oké, vandaag gaan we sprinten. Twee tegen twee.' zegt meneer Verhaeg. Yes! Ik hou van sprinten en ik wil niet opscheppen, maar daar ben ik de beste in. 'We gaan een soort afval raceje doen, dus ik wil de eerste twee hier naar voren zien komen.' De nieuwe jongen staat op en gaat naast de leraar staan. 'Mooi. Wie gaat er tegen hem?' vraagt meneer Verhaeg. 'Let op, deze ga ik winnen.' zegt Jack en knipoogt. Ik rol met mijn ogen. 'Zo vol van jezelf.' lach ik.

Jack staat op. Meneer Verhaeg telt af en ze sprinten allebei zo hard ze kunnen. Vol ongeloof kijk ik naar de jongen die Jack er met gemak uitsprint. De jongen komt terug joggen terwijl Jack helemaal buiten adem staat. 'Dat was... Onverwacht.' zegt meneer Verhaeg. 'Goed, wie wilt er nu tegen hem?' Waarom zegt hij zijn naam niet? Ik wil zijn naam weten!

Ik sta op als ik zie dat niemand dat doet. 'Dit kan nog eens interresant worden.' zegt meneer Verhaeg. We staan allebei voor de startlijn. 'Succes.' zegt hij. Zijn stem geeft me de rillingen. Ik kijk hem aan, weer in trance. Snel herstel ik mezelf. 'Jij ook.' grijns ik. 'Drie... Twee... Eén...' telt de leraar af. 'Go!'

Allebei sprinten we zo hard we kunnen. De eerste helft gaan we gelijk op. Even kijkt hij mij aan. Hij lacht en gaat daarna op turbospeed. Met open mond ren ik achter hem aan. 'Geen vliegen vangen!' roept hij. Ik schud met mijn hoofd en doe mijn mond dicht. Hijgend kom ik aan bij de finish. De jongen zonder naam doet een hand op mijn rug. Kleine schokjes voel ik op die plek. Oké, ga ik nu ontploffen? Omg, hij is gewoon een terrorist en heeft me vol gepropt met buskruit! Denk ik bij mezelf doordat ik nog nooit zoiets heb gevoeld. 'Gaat het?' lacht hij. Ik knik. 'Man, jij bent snel.' zeg ik. 'Jij was ook heel snel.' 'Jij was sneller. Je leek net een doorgedraaide raket.' Hij lacht. 'Maar hoe jij rende was nogal...' Ik kijk hem vragend aan. 'Nogal wat?' vraag ik. 'Onmenselijk.' Maakt hij zijn zin af. Even zie ik een flits van verbazing op zijn gezicht. 'Wat ben jij dan? Een alien?' zeg ik lachend. Zou wel de schokjes verklaren... 'Soort van.' grijnst hij. Ik kijk hem vragend aan. De bel gaat en hij loopt snel weg. 'Wacht Alien! Kom terug!' roep ik.

Haastig ga ik de kleedkamer in en kleed me zo snel mogelijk om. Ik pak mijn tas en ren bijna Jack en Jason omver. 'Sorry! Moet de alien inhalen!' roep ik. Ze kijken me allebei met opgetrokken wenkbrauw aan. Mijn ogen glijden door de mensenmassa opzoek naar hem. Ik vang een glimp van hem op en snel me achter hem aan. Hij loopt de school uit en ik worstel me tussen iedereen door. Met moeite bereik ik de schooluitgang. Ik zie dat de jongen zijn auto instapt. 'Wacht!' roep ik. Hij houdt zijn portier nog open en kijkt mij vragend aan. Ik hijg uitgeput en kijk hem aan. 'Hoe- hoe heet je?' vraag ik en adem diep uit. Hij lacht. Een lach waardoor ik bijna smelt. Zijn lichtbruine haren staan verward. Gevangen lijk ik wel als ik in zijn fel groene ogen kijk. 'Tyler.' zegt hij. Hij doet het portier dicht en scheurt weg. Verlamd kijk ik hem achterna.

'Leuk je te ontmoeten, Tyler...'

_________________________________
New chap :)

Hoop dat jullie het leuk vonden.

Ik heb niet echt veel te vertellen... Nope helemaal niks XD

Vlveka iedereen!

The wolf in me (On Hold)Where stories live. Discover now