Hoofdstuk 2

360 41 4
                                    

Hoofdstuk 2

'Pas op voor de zwarte wolf...'

Ik schrik bij het horen van de stem. Snel sta ik op en ren naar binnen. Ik sluit de deur achter mij en kijk naar de maan. Niks... Zachtjes doe ik de deur weer open en zet voorzichtig een stap naar buiten. 'Hallo?' vraag ik. Geen antwoord. Het was gewoon mijn verbeelding. Opgelucht haal ik adem. Ik ga weer terug naar binnen. Een gaap ontsnapt aan mijn mond. 'Mam, ik ga slapen!' roep ik door het huis. Het huis blijft stil. Even schiet me te binnen dat mijn ouders weer aan het werk zijn. Juist... Ik zucht. Alleen thuis dus. Alweer... De laatste tijd zie ik ze amper. Ik ga snel de trap op en doe mijn pyjama aan. Vluchtig poets ik mijn tanden en duik daarna direct mijn bed in. Het zachte matras onder mij veert en een lach verschijnt op mijn gezicht als ik de poster van de maan op mijn plafond zie. Mijn hand gaat naar mijn nachtkastje naast mijn bed. Opzoek naar het boek. Ik kijk op als ik het boek niet kan voelen. Een frons verschijnt op mijn gezicht. 'Ik zou zweren dat ik hem gewoon hier had gelaten.' mompel ik tegen mezelf. Ik sta op uit mijn bed en kijk bij mijn bureau. Nergens te bekennen. Ik laat mijn schouder hangen. Waar is het? Ik moet het vinden!

Ik ga mijn kamer uit en zoek door heel het huis. De stilte is onverdraagzaam en voor het eerst voel ik me niet goed in de nacht. Ik knip het licht van de woonkamer aan en steek langzaam mijn hoofd door de deur. Niemand. Voorzichtig zet ik een stap in de woonkamer. Ik kijk zoekend rond. 'Boek, als je er bent, kom tevoorschijn!' roep ik door de kamer. Ik spring over de bank en zie het boek op de salontafel. Yes! Snel pak ik het boek vast en druk hem tegen mij aan. Even later besef ik dat ik het boek nooit naar beneden heb meegenomen. Ik kijk er met opgetrokken wenkbrauw naar. Het verhaal van Irene. Mijn lievelings verhaal. Ik veeg over de titel en een gloed ontstaat. Met schrik laat ik het boek op de grond vallen. Vanuit mijn ooghoek zie ik een zwarte waas langs flitsen. Ik knijp mijn ogen dicht. Verstijfd sta ik met bibberende knieën. Ik slik en draai me langzaam om. Stapje voor stapje. Heel langzaam. Ik adem diep uit en doe daarna voorzichtig één oog open. Opgelucht haal ik adem als er niemand staat. Mijn verbeelding gaat er wel op los vandaag zeg...

Ik draai me weer om naar het boek en raap het daarna op. Stevig hou ik het tegen mij aan en loop dan weer terug naar mijn kamer. Rustig sluit ik de deur achter mij en ga dan in kleermakerszit op mijn bed zitten. Ik open het boek en lees rustig de eerste drie bladzijdes. Mijn aandacht wordt getrokken door de naam Rama. Dat moest Irene zijn... Ik schud even met mijn hoofd en kijk weer naar de naam. Opgelucht lees ik verder als er gewoon 'Irene' staat. Ik klap het boek dicht als ik klaar ben met lezen en leg het op het nachtkastje naast mij. 'Niet weglopen deze keer.' fluister ik en sluit mijn ogen.

Gegiechel. Het gegiechel vult de stilte waarin ik me bevind. Ik kijk om me heen. Een groot bos strekt zich voor mij uit. Langzaam volg ik het paadje dat naar het bos leidt. Ik bestudeer mijn omgeving nauwkeurig en kijk naar de sterren in de lucht. Rustig loop ik het donkere bos in, waar zo nu en dan een lichtstraal van de maan door het bladerdak heen komt. Een lach verschijnt op mijn gezicht. De nacht is mijn beste vriend. Rennend ga ik door het bos heen en voel me voor één keer vrij. Ik spreid mijn armen en draai een rondje. Deze keer is het mijn gegiechel die de nacht vult. Ik laat me in het gras vallen en kijk naar de lichtstralen die door het bladerdak schijnen. Even sluit ik mijn ogen. Genietend van het moment. Wanneer ik mijn ogen open doe hoor ik een gehuil. Het gehuil van een wolf. Enthausiast sta ik op en luister ik goed van waar het geluid vandaan komt. Snel ga ik erop af. Hoe meer het geluid dichterbij klinkt, des te duidelijker ik het geluid van een rivier hoor. Eenmaal bij de rivier aangekomen kijk ik verwonderd naar de omgeving. Mijn ogen glijden meteen naar de maan die mij in trans brengt. Opeens zie ik een giechelend meisje van ongeveer mijn leeftijd verderop langs rennen. Meteen zet ik de achtervolging in en ren ik zo snel ik kan naar haar toe.

Het meisje lokt me steeds dieper en dieper het bos in. 'Pas op voor de zwarte wolf.' hoor ik de fluistering weer zeggen. Het meisje dat ik aan het achtervolgen was is verdwenen. Ik kijk schichtig om me heen. 'De zwarte wolf. De zwarte wolf.' Herhaalt de stem weer. 'Pas op voor de zwarte wolf.' Ik zak op de grond neer en doe mijn handen op mijn oren. 'Laat me met rust!' roep ik en verberg mijn hoofd in mijn knieën. 'Ze is er.' De stemmen verdwijnen en ik haal langzaam mijn handen van mijn oren. Voorzichtig sta ik op en kijk om me heen. Stilte. Niks anders dan pure stilte. Ik haal een hand door mijn haar en haal opgelucht adem. Even voel ik een zachte ademhaling in mijn nek. Iets druppelt op mijn schouder en ik ga er langzaam met mijn hand naar toe. Zachtjes raak ik het aan en kijk er dan naar. Bloed. Mijn ogen verwijden zich en ik probeer te schreeuwen om hulp, maar het lukt niet. Mijn stem lijkt van mij weg te zijn gehaald. Een grom hoor ik achter mij en verstijfd sta ik er naar te luisteren. Ik wil wegrennen alleen ik zit vastgenageld aan de grond. Omdraaien wil ik niet, maar mijn benen luisteren niet naar mij. Langzaam draai ik me om en staar het beest verschrikt aan.

Bloedrode ogen...

________________________________
Goed, nieuw hoofdstuk.

Toch sneller een update dan ik dacht... Maar ja, ik heb ook nios anders te doen XD

Hope you liked it.

Misschien is het nog een beetje saai of minder grappig dan dat jullie gewend zijn, maar ik denk dat dat nog wel gaat komen. Volgend hoofdstuk maak je in ieder geval kennis met wat andere personages. We shall see I guess...

Laat een vote en misschien ook een comment achter. Zou ik erg waarderen. Ook als jullie iets niet goed vinden!

Vlveka iedereen!

The wolf in me (On Hold)Nơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ