Hoofdstuk 21

4.2K 224 8
                                    

'We moeten het ze vertellen.' Zegt Caleb zachtjes.
Ik laat Damian uit mijn armen glijden en knik. Caleb probeert zijn stevige armen om me heen te slaan maar ik ontwijk ze en loop naar Fem en Keith.
'Damian zijn lichaam ligt daar.' Wijs ik.
Ik zie de tranen gelijk in Fem haar ogen springen en het doet me pijn... Keith kijkt me verachtend aan en ik hoor Caleb naar adem happen.
'Jill!' Zegt Caleb streng.
Met een ruk draai ik me om naar Caleb en werp hem een dodende blik toe.
'Lieg ik?' Vraag ik aan hem.
Hij slaat zijn ogen neer. Ik draai me om en loop weer naar Damian toe.
'Fem, neem mijn slaapzak mee.'
Fem knikt gehoorzaam en pakt mijn slaapzak van de grond. Ik kniel neer naast Damian en trek hem weer tegen me aan. Zijn blote lichaam voelt koud als ik de slaapzak die Fem aangeeft om hem heen probeer te binden. Ik wurm hem erin en rits hem dicht.
'Netjes Jill.' Zegt Keith met een brok in zijn keel.
Fem loopt huilend naar Keith en laat haar in zijn armen zakken.
'Ik snap het niet meer.' Zegt Fem hysterisch.
'Fem! Alsjeblieft! Alsof wij deze hele zooi begrijpen. Denk je dat wij begrijpen waarom dit wordt gedaan?' Zegt Caleb geïriteerd.
Fem schud haar hoofd en draait haar lichaam naar die van Keith.
'Ik wil niet meer kijken.' Zegt Fem.
'Hebben we onderweg een plek gezien waar we Damian netjes achter kunnen laten?' Vraagt Caleb.
'We kunnen hem toch gewoon hier laten liggen?'
'Fem heeft gelijk. We moeten niet met zijn lichaam gaan slepen.' Zegt Keith.
Ik laat Damian weer uit mijn armen glijden en draai me om. Ik loop een stukje het bos in en verzamel kleine dingetjes. Dennenappels, takjes, steentjes en bloemen. Van de bloemen maak ik een bosje. Ik loop naar Damian en leg de bloemen op de slaapzak neer. Om hem heen leg ik de dennenappels, takjes en steentjes neer. Keith, Fem en Caleb komen erbij staan. Niemand zegt iets. We kijken naar Damian. Hoe hij erbij ligt. Emotieloos. Geen lach. Geen boze blik.
Fem verbreekt de stilte.
'Waarom liet je hem dan ook alleen water halen als je weet dat er een gek ons uit wilt moorden?!' Schreeuwt Fem huilend.
'Fem! Je vergeet even dat wij knock out waren geslagen! Wij konden even niemand een opdracht geven.' Caleb verheft zijn stem.
'Nee! Jill zit hier achter! Zij laat iedereen alleen weg gaan en vermoord ze dan ofzo!'
'Fem je praat wartaal! Jill kan het niet gedaan hebben! Gedraag je is! Dit is voor Damian ja.' Caleb klinkt nu opgefokt en boos.
'Voor Dami..'
Ik draai me om en loop weg. Fem haar woorden hoor ik niet meer. Ik hoor alleen maar hoge en lage tonen. Het gaat mijn ene oor in en mijn andere oor uit. Ik heb het niet gedaan. Dit is mijn schuld niet. Tranen wellen op in mijn ogen. Ik wrijf ze weg en blijf stug doorlopen. Ik loop tot ik ongeveer honderd meter van de drie af sta. Ik kniel neer en leg mijn gezicht in mijn handen.
'Wanneer kapt dit nou!' Roep ik terwijl de tranen over mijn wangen glijden. Druppel voor druppel landen ze op de blaadjes van de oude dikke boom. Ik laat me naar achter zakken en ga op mijn rug liggen. Mijn tranen glijden nu van mijn ogen, over mijn slaap, door mijn haar naar de grond. Ik sluit mijn ogen en volg de weg die mijn tranen afleggen. Na een tijdje wrijf ik ze ruw weg en sta op. Geen slaapzak vannacht. Die heb ik aan Damian gegeven. Hij verdiend de warmte. Ik heb het niet nodig. Uit de verte achter mij klinken voetstappen. Ik schrik op en ga recht op zitten. Met al mijn spieren aangespannen sta ik op en bal mijn hand tot een vuist. Ik hou hem voor mijn buik, klaar om te gebruiken.
'Jill?' De stem van Caleb doet me ontspannen.
'Rot op.' Zeg ik rustig tegen hem.
'Jill kom op. Het wordt donker, je moet terug naar ons. We willen niemand meer iets alleen laten doen, ook jou niet.' Hij zet een stap dichterbij en legt zijn hand op mijn schouder. De warme hand van Caleb sla ik van me af.
'Rot op.' Zeg ik nadrukkelijk.
'Jill! Fem heeft spijt. Ze bedoelde het niet zo. Het was gewoon de emotie die de overhand nam. En je hebt geen slaapzak nu. Je moet ergens onder liggen. Als je niet bij mij wilt, of bij Fem ga je maar bij Keith.'
Ik werp een boze blik naar Caleb. Hij wil me gewoon bij een andere jongen in een slaapzak laten liggen!
'Ik weet wat je denkt.. Ik laat je eventueel bij Keith liggen omdat ik wil dat je het hoe dan ook warm hebt vannacht. Niet omdat ik je graag mis. Ik wil je natuurlijk het liefst gewoon bij mij hebben. Maar met tegenzin slaap je waarschijnlijk niet eens.'
De lieve woorden van Caleb komen hard binnen maar ik negeer de emotie en loop langs hem terug naar Keith en Fem.

-De

De Bloedweg TerugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu