Hoofdstuk 17

4.7K 244 31
                                    

Met grote passen loop ik terug naar het water en vraag Fem of ze er uit wil komen. Met klapperende tanden knikt Fem ja.
'Heb je het koud?' Vraag ik maar.
Ze knikt en staart, waarschijnlijk onbewust, recht in mijn ogen.
'Kom, we gaan ons klaar maken om nog een dagje te lopen.' Zeg ik tegen haar. Ik sla een arm om haar rug heen en vouw mijn handen om haar schouders. Voorzichtig trek ik haar mee en geef haar een andere set kleding. Ze lijkt er niets mee te doen.
'Jill, wordt het je niet een beetje te veel allemaal ?'
Ik schrik van Caleb die achter me staat en zijn armen om mijn zij slaat. Ik zucht.
'Nee. Het gaat prima.' Lieg ik.
Hij geeft me een kus op mijn wang en loopt terug naar de jongens. Terwijl ik Fem help met aankleden draait ze zich om.
'Jullie zijn lief bij elkaar.' Zegt Fem met tranen in haar ogen.
'Dankjewel.' Lach ik er van af.
Nu kijkt Fem me recht in mijn ogen aan. Op een of andere manier legt het druk op de situatie.
'Jij verdiend Caleb zo veel meer dan Liv, Jill.'
Terwijl Fem dat zegt verdwijnt even alle spanning van mijn lichaam. Ik kijk naar Caleb die met Keith staat te praten. Ik knik dankbaar naar Fem.
Ze zet een stap dichter bij en slaat haar armen om mijn lichaam. Ik knuffel haar ongemakkelijk terug maar dat veranderd al gauw in een wel gemeende troost knuffel.
'Meiden? Zullen we gaan?' Zegt Damian.
Fem laat los en knikt naar Damian. Ze loopt richting haar tas en pakt in. Verslagen volg ik haar handelingen tot ik twee grote handen op mijn schouders voel. Met een ruk draai ik me om en kijk in de groene ogen van Keith.
'Gaat het goed?'
Ik knik.
'Als er iets is, en je wilt het aan totaal iemand anders vertellen. Ben ik voor honderd procent hier.'
Ik lach en draai me om om mijn spullen te pakken. Ik rol mijn slaapzak op en pak mijn nog wat vochtige kleding van de boom. Ik prop ze in de tas. Caleb is zijn slaapzak aan het oprollen, maar hij laat alles uit zijn handen vallen als hij mij aan ziet komen lopen. Zijn ogen geven mij een warm gevoel en dat gevoel wordt alleen maar sterker als hij zijn veilige armen om me heen slaat.
'Zijn we er bijna?' Vraag ik stom.
Caleb gaat mijn zijn hand door mijn klitterige haar en geeft er kus op.
'Ik hoop het.' Zegt Caleb.
Ik bevrijd me uit zijn greep en zeg dat ik Fem even ga helpen. Hij geeft me een knipoog en begint weer opnieuw aan het oprollen van zijn slaapzak.
'Lukt het?' Vraag ik onhandig.
'Hm.' Is het enige wat Fem uitbrengt.
Ik kijk wat onbenullig om me heen en besluit maar gewoon te gaan zitten. Niet veel later is de groep klaar en wacht ons weer een lange wandeling. Ik pak mijn rugtas en bind hem op mijn rug. Zuchtend zet ik de eerste stappen naar een lange en vermoeiende dag.
'Kunnen jullie allemaal opletten voor eten voor vanavond. Bessen ofzo. Desnoods iets voor boven het vuur. Konijnen, vogels, eekhoorns.'
Ik hoor de afschuw in de stem van Keith, maar hij kan er verder ook niet zoveel aan doen. Er wordt niet gepraat, geen blikken gedeeld. Caleb, Keith en Damian lopen voorop. Fem en ik slenteren er een beetje achteraan.
'Meiden gaat het nog ?' Doorbreekt Damian de ijzige stilte.
Fem en ik knikken.
'Gaat prima.' Zegt Fem.
Ik verbaas me over de toon waarop ze het zegt. Vrolijker dan vanochtend. Ik besluit er verder niet op in te gaan. Schijn bedriegt.
Na een tijdje lopen ziet Caleb volgens hem in de verte wat liggen. Ik rol met mijn ogen, maar loop toch achter hem aan. De angst bekruipt me toch een beetje, maar het is minder dan 's avonds. Nu kan ik tenminste zien wat er om me heen gebeurd.
'Het lijkt een zwijn!' Roept Caleb enthousiast.
Met grotere passen loopt hij richting het voorwerp.
'Jongens! Het is een zwijn! We kunnen eten vanavond!'
De groep zucht van opluchting.
'Eindelijk.' Zegt Keith.
'Ik stel voor om hier ons kamp te maken zodat we het beestje niet te ver hoeven te slepen.'
De groep knikt instemmend en begint weer met uitpakken. Ergens ben ik het er niet mee eens want we lopen nog niet zo lang. Maar het gevoel van honger maakt me misselijk dus ik stem in. Ik rol de slaapzak waar ik vanochtend nog ruzie mee had uit. En leg mijn kussen daar waar ik met mijn hoofd wil liggen. We gaan met z'n alle in een halve kring liggen zodat we het vuur op de andere helft kunnen opstarten.
'Zwijn lijkt me nou echt ranzig.' Zegt Damian verwend.
'Nee Damian het zal vast niet naar biefstuk smaken, maar natuurlijk kan je het wel op smaak brengen met een van de giftige paddenstoelen achter je.' Wijs ik achter hem. 'Of bloed. Daar schijnen ze hier in het bos ook genoeg van te hebben. Zo kostbaar zal het wel niet zijn als je het een beetje overal loopt te stempelen.' Kat ik hem af.
'Doe is chill!' Zegt Damian.
'Doe is chill? Iedereen heeft honger en is er klaar mee. En jij gaat zeuren over eten? Man als je het niet wilt, eet je het toch gewoon niet.'
Ik draai me naar Fem die, net zoals ik vanochtend, ruziet met haar slaapzak. Ik besluit haar te helpen en daarna zelf in mijn slaapzak te kruipen.

-De

De Bloedweg TerugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu