Hoofdstuk 3

8K 344 62
                                    

Na een ongeveer twee uur zijn we aangekomen op de plek waar wij gedropt worden. De blinddoeken mogen af, maar ik durf niet direct te kijken tegen wie ik nou aan leunde. Hij durft dat blijkbaar wel. Want ik voel zijn ogen in mijn gezicht branden. Als ik dan ook mijn gezicht naar dat van hem draai , maak ik voorzichtig oogcontact met Caleb. Een schuine glimlach verschijnt op zijn gezicht. Maar als snel wordt het moment verbroken door Liv. 'Ieeeeeel, hier kan ik toch niet uitstappen. Dan heb ik meteen modder aan mijn schoenen en ik moet er nog 2 dagen mee lopen.'
Ik zie meteen de geïrriteerde blik van Caleb naar Liv toe maar Liv doet net of ze het niet ziet.
'Jullie moeten hier uitstappen.' Zegt de chauffeur met een koude stem.
Hij geeft Caleb het kompas, de coördinaten van het kamp en een zak met eten en zegt erbij:
'Niet vergeten, NOOIT naar het zuiden lopen!'
Waarom zou hij dat zeggen? Denk ik bij mezelf. Aan het gefronste voorhoofd van Caleb gok ik dat hij hetzelfde denkt. De chauffeur loopt terug en stapt weer in de auto. 'Succes !' Roept hij uit het raam terwijl hij weg rijdt.
'Oke, en nu?' vraagt Keith.
'Plan van aanpak maken.' Caleb kijkt naar het kompas.
'Kunnen we niet gewoon naar rechts gaan?'
'En waarom rechts Fem?' zegt Keith met een licht geïrriteerde stem.
'Jongens, hou het chill. we zitten nog sowieso 2 dagen met elkaar opgescheept. Probeer elkaar niet de tent uit te vechten.' Daar heeft Damian een punt.
'Wat denk jij Jill?'
Terwijl ik in de volle zon kijk, denk ik even na en herinner me dan iets.
'Caleb, naar welke richting is het westen?'
'Die kant op.' wijst hij achter zich. 'Daarheen dan.' Zeg ik vastbesloten
'Waarom?' vraagt Keith verbaasd.
'Omdat ik voordat ik ga slapen, bovenop de heuvel naar de zonsondergang kijk, dan ligt het kamp achter mij...'
'En dan keek je naar het westen!' Knikt Caleb begrijpelijk.
'Precies.'
'Ja... Dus?' Zegt Liv.
'Even niet Liv.'
Liv kijkt met een boze blik naar Keith.
'Maar wie zegt dat het kamp niet achter ons ligt. Dat is voor jou dan ook het Westen als je hierheen kijkt.'
Shit, daarmee heeft Caleb ook weer een punt.
'Dat moeten we dan maar op de gok doen. We moeten toch ergens beginnen.'
'Ja, plus dat die chauffeur zei dat we maar beter niet naar het zuiden konden lopen. En dat is achter ons.'
Ik knik naar Keith.
'Ja dus waar gaan we nou heen?' Zegt Fem ongeduldig.
'Die kant!' wijst Liv naar het noorden.
Damian pakt haar arm en draait haar hem naar het westen.
'Die kant!' Zegt ze opnieuw.
We pakken de rugzakken en handtassen van de grond en lopen het bos in. Na een tijdje lopen, zijn Fem en Liv er al weer klaar mee.
'Hoelang nog?' zegt Fem met een zeurderige stem.
'Drie dagen.' zegt Keith sarcastisch.
'Ey man, we kunnen toch niet twee dagen alleen maar naar het westen lopen?'
'Ja, weet ik veel. Vraag dat aan je vriendinnetje.' Zegt Keith pestend tegen Caleb.
Ik doe maar net of ik het niet gehoord heb en laat me wat verder naar achter in de groep glijden. Ik kijk een beetje om me heen en ik kan niet stoppen met denken over wat die chauffeur zei over het zuiden.
'Hey.'
Ik kijk op en tot mijn verbazing loopt Ayden naast me.
'Hi.'
'Slim van je, met de zon.'
Ik voel dat ik een kleur krijg.
'Dankjewel.' Zeg ik
'Je voelt je zeker niet zo op je plek hier.'
Ergens voel ik me beledigd dat hij denkt dat ik hier niet "bij hoor". Maar ik snap wat hij bedoeld.
'Mwah.'
'Oke. Laten we er maar het beste van maken Jill.'
'Ja inderdaad.' glimlach ik ongemakkelijk.
'Jongens ik ben moe !' Zegt Liv.
Ayden knipoogt naar me en probeert me zo op de hoogte te brengen van de situatie. Zachtjes loopt hij achter Liv haar rug om naar haar. Hij tikt op haar schouder en als ze zich om wil draaien trekt hij een eng gezicht.
'Whaaaaat!'
'Wat is er?' vraagt Keith verschrikt. 'AYDEN ! WAT IS ER MIS MET JOU?!'
Eigenlijk moet ik er wel om lachen, maar ik hou me in.
'Jeetje, Liv, stel je niet zo aan.' zegt Damian.
'En jij moet je inhouden deze twee dagen !' zegt Keith streng.
Ayden geeft nog een knipoog en gaat weer bij de jongens lopen. Liv en Fem kletsen wat en ik besluit maar gewoon mee te luisteren terwijl ik een beetje van, de nu nog leuke, omgeving geniet. Ik richt me toch maar op de geluiden van de natuur omdat ik me niet zo intreseer in de nieuwe lippenstift van Mac. Ik hoor vogeltjes fluiten en in de verte zie ik eekhoorns van boom naar boom springen. Papa zou dit geweldig vinden om te horen en zien! Hij zou van alles een foto willen maken en 300 keer stoppen om nog is dat vogeltje te horen fluiten. Ik voel dat door de droge lucht mijn lippen schraal en droog beginnen te worden dus ik pak mijn labello uit mijn zak en smeer een dun laagje op mijn lippen. Blijkbaar heeft Keith dat gezien want hij maakt zo'n beweging met zijn wenkbrauwen. Zo'n beweging die wil zeggen: "Ben je iets van plan? hm ? hm ?"
Maar ik lach wat en schudt grijnzend nee. Hij wijst met vragende ogen naar Caleb. Ik maak mijn ogen nog wat groter en schud nog is nee. Lachend draait hij zich om en gaat weer helemaal op in zijn gesprek met Damian, Ayden en Caleb.

-De

De Bloedweg TerugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu