7. Gered

22 1 0
                                    


Andreas was al vroeg uit te veren was zoals gewoonlijk nam zijn vertrek naar het Italiaans hof. Doorheen de verzorgde straten van Florence was hij gretig op weg. De brandende zon was al een stukje opgekomen uit de hemel en dat gaf prachtige, kleurrijke tinten. Het Italiaanse stadje was beduidend uitgeleefd van de vorige avond. De gezellige herbergjes die de vorige avond nog in een aangename stemming waren, hadden nu het zicht van een verlaten huisje met doeken over de stoelen, waardoor je niet eens zou denken dat het ooit een herbergje was geweest. De koude winter bracht hun een bezoekje en liet een paar vriessporen achter op de ramen. De meeste herbergen waren slim en hadden voordacht om hun meubelen binnen te nemen of er een groot doek over te leggen als bescherming. Net zoals die houten meubelen zaten de bewoners nu ook onder een warm wollen doek. Geen leven was te bespeuren op de ondertussen uitgedroogde straten van Florence. Het was een ritueel voor elke bewoner in Florence dat de zonsopgang je een motiverend gevoel geeft. Die dag was Andreas een uitzondering. De takken van de grote wilg lieten de laatste vredige bladeren fladderen op de grond. Op de grond... Dat was toch de bedoeling. Als Andreas zag waar die laatste bladeren zich op lieten rustten werd zijn gelaat alsmaar bleker. '...Meneer Da Vinci?...' Zei hij met veel woeling in zijn stem? Met onthutsende gedachten liep hij onmiddellijk bezorgd naar zijn groot voorbeeld. Andreas kon geen rustige gedachten bij zich nemen als hij Leonardo daar zo zag liggen. Hij wist nog dat Leonardo de avond daarvoor nog iets aan het hof heeft moeten bezorgen maar kon daarop niet meer juist terug denken. In een mum van tijd bevond hij zich bij de grote wilg en boog zich dan direct over de man. Een bezorgde Andreas merkte op dat de rode bloedsporen op zijn jas leden naar een wonde op zijn schouder. Hij zag dat de oorzaak van die wonde een gewichtige tak van de grote wilg was die hij op hem kreeg. Ogenblikkelijk trok hij zijn capuchon van zijn nek en bracht die dan aan bij Leonardo's bloedende schouder. Hij knoopte de capuchon stevig vast zodat het toch nog een beetje bescherming aanbiedt. Andreas keek onrustig om zich heen, roepend naar hulp Andreas naar hulp die er niet was. 'HULP! IEMAND!' Niemand... Met de seconde werd hij machteloos. Zijn schouders moesten ook nog een grote hoeveelheid schuldigheid meedragen want hij was de enigste persoon die zich bij de bloedende man bevond en hulp moest bieden. Dat was het moment waarbij je een ongewone betekenis kon geven aan de variatie tussen rust en onrust. De bizarre rust van de stad was niet te vergelijken met wat Andreas meemaakte. Totaal overstuur door het aangeslagen zicht wist Andreas even niet wat hij moest doen. Met lege gedachten besloot hij dan om op de dichtstbijzijnde deuren te bonken zoekend naar een teken van hulp. Niets doen was uitgesloten. Hij moest en zal een geschikt persoon vinden om te zorgen voor deze kwetsbare man. Andreas had al op verscheidene deuren gebonkt en achter hulp geroepen zo hard als hij kon. Zonder resultaat. De huizen bleven potdicht. Geen bewoner durfde zich buiten te wagen. Het kleine hoopje moed die de jongeman had was zo goed als vervagen. In zichzelf teleurgesteld keek hij ontmoedigd op de grond neer. Toen hoorde hij een abrupt geluid. Het geluid van een verlossend opende deur. Hij keek voor zich heen. Een jonge vrouw kwam rillend haar huis uit. Het gebonk van Andreas had haar gewekt uit een diepe slaap en dat was te zien aan haar lichtgroene ogen die meer wallen hadden dan bij een persoon overdag. Haar donkerbruin haar was nog niet geborsteld en stond nog krullend langs alle kanten. Ze had haar nachtkleed nog aan. Andreas vermoedde dat ze haar bed maar sinds een paar minuten heeft verlaten. Ze knoopte haar katoenen bruine mantel dicht als ze op haar blote voeten liep naar Leonardo en Andreas. Constant wreef ze in haar ogen om duidelijk te kunnen zien door haar nog slaperige kijkers. De vrouw geeuwde. Ze hurkte haar bij Leonardo, bestudeerde zijn wonde en richtte haar daarna naar Andreas.

"Wat is er gebeurd?" De bewogen jongeman probeerde het uit te leggen aan de vrouw maar was te diep geraakt om het haar duidelijk te maken.
"Rustig jongen, rustig. Ik heb goede connecties met de abdij hier wat verderop. Ik weet zeker dat ze altijd paraat staan om je vader te helpen." Haar inval maakte Andreas al wat meer kalmerend. Maar toch keek Andreas raar op naar sommige woorden van de vrouw maar wou er niets op te zeggen. "Vader". De woorden drongen wel tot hem door. In plaats van haar woorden als grof vuil weg te smijten besefte Andreas dat hij nooit echt een vaderfiguur had na God hem een vroegtijdig doodsvonnis had voorgeschreven. Voor de eerste keer in zijn vierentwintigjarige leeftijd had hij opnieuw het gevoel dat hij iemand als "papa" kon beschouwen. Het enige wat hij kon doen was om hulp bidden voor zijn vader.
"Jij pakt zijn voeten en ik zijn handen, ok?"
"Ok."
Met een mooi voorbeeld van eendracht waren ze in een mum van tijd al bij de dichtbijgelegen abdij.
"Leg jij hem daar neer?" wees de vrouw naar Andreas terwijl ze een gebaar ogen maakte naar het gras. Het gras was nog overdekt door een tapijt van dauw die de koude nacht had bezorgd. Andreas legde hem voorzichtig neer en haastte zich vervolgens naar de vrouw die wachtte nadat ze een teken van leven had gegeven aan de zusters. Haar armen gekruist. en haar ogen liet ze steeds turbulent ronddwalen op toevallige voorwerpen rond haar omgeving. Andreas vermoedde dat dit een ritueel was voor de vrouw als ze ongeduldig wachtte op iets belangrijks. In dit geval levensbelangrijk. Tedere voetstappen gingen van een geluidloos getik over naar kalme, luidere voetstapjes van een klein vrouwenhakje dat typisch is voor nonnenschoenen Bij het horen van een omgedraaide sleutel keerde Andreas zich naar de oude deur. Een non die al wat jaren op haar teller had opende de deur en keek zonder enige uitdrukking op haar gezicht naar personen die hun machteloosheid wouden tonen. Ze hoopten dat de non zag aan hun gelaatsuitdrukking dat ze dringend hulp zochten

Mia MonaWhere stories live. Discover now