6. Het is een zij

24 2 3
                                    

Hoe gedetailleerder hij kon zien, hoe meer hij dacht dat de persoon een vrouw was. De lange lokken, de lichaamsvorm,... Het had allemaal de kenmerken van een vrouwelijk iemand. Haar gezicht was nog steeds niet zichtbaar door het straffe maanlicht maar hij merkte al van de eerste keer dat hij haar zag dat het een speciale vrouw was. Hij moest onmiddellijk weten wie het was. Leonardo nam nog een blik naar de onbewogen vrouw in de spiegeling van het raam en besloot zich dan rustig om te draaien. Hij keek maar... zag niets. Hij kamde de kamer volledig uit maar ze was gewoon verdwenen 'Waar is ze? Ze... Ze is weg...' Hij wist niet wat er gebeurde maar hij wist wel dat hij er met zijn gedachten bij was als hij haar had gezien. Leonardo moeste kost wat kost dit duidelijk maken. 'Ik heb haar niet gezien in de kamer... Tot nu toe alleen maar in de spiegeling van dat raam. Eigenaardige gedachten spookten door zijn hoofd als hij terug stapte naar dat raam. De maan was er nog in gespiegeld. Net als zij. Zijn onrustige gevoelens brachten hem nog meer in de war dan hij al was. 'Wat gebeurt er hier in vredesnaam? Ik... Ik begin gek te worden!' Hij keek de kamer nogmaals volledig rond... Nog steeds niets. Hij nam angstige stappen naar de deur en als hij besefte dat hij op dezelfde plaats stond als de vrouw begon hij de controle te verliezen over zichzelf. Hij kon geen controle houden over zijn gevoelens als hij op die plaats stond. Als zij... In hem zat. Hij rende zo snel als hij kon uit de schrijfkamer en spurtte de trap af. Buiten was er een grote storm te horen die waaide over Florence. Leonardo was de storm erg dankbaar want dankzij de bliksemschichten die de grote hal verlichtten was hij van bijna al zijn zorgen bevrijd. De maan die draaide rond de aarde was toen het mooiste geschenk dat hij kon krijgen. De uitgang die zichtbaar was maakte hem uiterst gelukkig. Zo snel als een haas liep hij door de grote hal richting de uitgang. Hij observeerde niets meer in het Italiaans hof maar besloot zich toch zo snel mogelijk uit de voeten te maken. De regendruppels gutsten over de stad. De storm van eergisteren was nu nog krachtiger dan ooit. Het was onbeschrijfbaar hoe lastig de storm was om zich door te verweren. Nu was Leonardo het slachtoffer van de zware storm. De bliksemschichten waren gevaarlijk dicht aan de grond maar lichtten de hele stad op en dat gaf een weergaloos zicht. Hij was blij dat hij verlost was van het Italiaans hof maar vond de zware storm niet veel beter. Verder zette hij zijn weg naar huis in de zware storm. Leonardo wist het tijdstip van de nacht niet door de verschrikkende uren die hij had doorgebracht in het hof. De angst om in zo een zware storm verder te lopen naar huis zat er natuurlijk ook wel voor een deel in. Hij had enorm veel moeite om zijn vertrouwde zakhorloge uit te halen door de verbiedende storm. Uiteindelijk besloot de man om zich vast te klampen aan de hevige stam van een wilg. Eindelijk had hij zijn zakhorloge vast in de palm van zijn hand. Dankzij het verlichtende effect van de bliksem kon hij zien hoe laat het was. 'kwart na 1?' Zei Leonardo verbaasd tegen zichzelf. De uren die ik heb doorgebracht in het hof leken akelig langer.' Maar daar wou hij niet meer over piekeren. Het enige wat hij nu wou bereiken is zo snel mogelijk thuis raken. Hij kon daar niet de hele nacht blijven. De man stopte het kleine prulletje in zijn zak als hij op punt stond om te vertrekken. Het winden van de bomen en de hemel die dondergeluiden uitschreeuwde was angstvallig. Na hij zijn jas goed dicht had geknoopt hoorde hij een enorme donderslag dat onrust uitzaaide. Na donder komt bliksem is een feit. In Leonardo's geval was het een feit besmeurd met gruwelijkheid. Lichtten was spijtig genoeg niet de enige functie van deze bliksemschichten. Het raakte men ook. Letterlijk. Rond die tijd was er nog geen onderzoek geweest over de aantrekkingskracht van bliksem. Men wist niet dat deze wilg een doelwit was... en de persoon eronder ook. twee lichtflitsen lichtten de grote hemel op. Inclusief de kleine stad Florence. De twee witte schichten richtten zich naar de onschuldige Leonardo, die hulpeloos onder een boom stond. Niets beseffend wou Leonardo zijn lastige, eerste stap maken in de regen, weg van de grote wilg. Een stap die hij nooit had kunnen afmaken. Het laatste wat zijn bruine ogen zagen was licht. Niets dan licht. Een bevrijdend wit licht.

Mia MonaWhere stories live. Discover now