storm in florence.

133 5 9
                                    

Niemand had ooit gedacht dat het rond deze tijd nog ging regenen in Florence. De stad die altijd droog bleef, was nu zo gevuld met regen als doorweekt linnengoed dat buiten had staan drogen. De mensen weergalmden zich door de grote storm. Jassen dicht, kappen op en paraplu's open. De inwoners van de intieme Italiaanse stad gingen schuilen in cafés en onder afdaken. Het was een triestige dag en er leek geen einde aan te komen. 1 man negeerde de storm en bleef doorstappen, nadenken over... alles. Alles behalve de storm die zich over Florence waaide. Voor hem was de wereld al opgeklaard. Hij deed zich sterk voor, en dat was hij ook. Een oud maar krachtig man. Hij was een bewonderend persoon in de stad. Omwille van zijn groot tekentalent, zijn ongelooflijke kennis Vooral voor zijn oud-leerlingen in Milaan, spijtig genoeg heeft hij hen moeten verlaten. Voor hen was hij geen oude man, hij was hun grote voorbeeld. Al zijn leerlingen wouden hem opvolgen. Zijn talenten, zijn kunsten, zijn... doen. Voor hen was het duidelijk dat hij "perfect" was. In hun ogen was hij een god. Een cruciale god met een lang en golvende baard. Een man die de regendruppels niet hoorde, die het gedonder volkomen negeerde. Dat was wel zo speciaal aan hem, hij kon gewoon zijn gedachten verder zetten zonder afgeleid te worden door welk geluid dan ook. Hij was een typisch denkend persoon. Machtige gedachten waar geen normale persoon aan zou denken. Inderdaad, hij was niet normaal. Hij was een speciale man met de meest speciale gedachten. Alles spookte door zijn hoofd. Zijn jonge leerlingen die naar hem opkeken, het ontstaan van de wereld, de mensen en de dieren en een melodie die hij zelf al had opgeschreven maar nog moest uitwerken, en nog honderdduizenden andere gedachten die wij nooit zullen begrijpen. 'Nog 2 straten en ik ben bij Cesare Borgia, de zoon van onze overleden paus. Cesare was de verschrikker van Florence. Hij joeg letterlijk iedereen weg. De stad die ooit zo een plezier was om in te wonen was nu niets meer dan een grote weide met een vogelverschrikker in het midden en daar rond allemaal schuchtere vogels. Niemand was wreder dan hem. Zijn methodes om de stad te leiden waren gruwelijk maar Leonardo dacht dat hij daar niet op kon in gaan want anders onderging hij misschien hetzelfde lot als die arme arbeiders die beschuldigd waren van broodroof en nadien zonder medeleven van het leven heeft beroofd. Gelukkig is hij een van de lievelingen bij Cesare Borgia. Hij bewondert zijn creatieve ideeën die intelligent zijn opgesteld. Daarom heeft Cesare hem ook de jobs als militair architect en ingenieur aangeboden die hij natuurlijk moeilijk kon afslaan. Eindelijk was hij aangekomen aan het Italiaans hof. Hij zag net een gordijn dichtvallen niet veel later was er een een dienaar die de deur opende.
'Aaah ik zie dat u er dan toch nog bent geraakt, Heer Da Vinci!'
'Noem me toch Leonardo, beste man.'
'Komt u toch binnen!' Leonardo veegde zijn voeten af aan de mat, keek met een vriendelijk gebaar naar de dienaar die vervolgens had voorgesteld om zijn hoed af te pakken.
'Bedankt.'
'wilt u iets drinken?'
'Nee, bedankt jongeman.' 
'Heer Borgia zal u opwachten in zijn schrijfkamer, als u iets nodig heeft, hoeft u maar een seintje te geven.'
'Bedankt, jongen. Ik waardeer je vriendelijkheid. Later zal je een volleerd dienaar zijn' moedigde hij de jongen aan.
De jongeman voelde zich vereerd en dat had Da Vinci meteen opgemerkt aan zijn verrukte gezichtsuitdrukking.


'Dank je wel Mijnheer, Dat verlang ik ook. Als een talentvol persoon zoals u dat zegt dan dringt het mij dan toch wel door.


'Graag gedaan jongen maar ik vermoed dat Heer Borgia mij nu verwacht in zijn schrijfruimte dus ik ben er maar eens vandoor.'


'Zou ik u nog 1 vraagje mogen stellen Heer Da Vinci?'


'Uiteraard jongen, vraag maar!'


'Wanneer zal u nog eens een schilderij op het doek brengen?' vroeg de dienaar nieuwsgierig


De oude man glimlachte attent zonder te kijken naar de jongeman. Ten slotte richtte Da Vinci zich op hem en zei het volgende:


'Dat zal god uitwijzen, mijn jongen. Ik volg mijn hart zonder na te denken.' Zei hij zachtaardig.


'Heel erg bedankt voor uw wijze raad Heer Da Vinci.'


De getalenteerde kunstenaar glunderde charmant naar de jongeman, nam afscheid en keerde hem dan de rug toe.


'Een aardige jongen.' Dacht Da Vinci op weg naar de schrijfkamer van de paus zijn zoon.


Eenmaal aangekomen aan Cesare zijn schrijfkamer bleef Da Vinci even wachten aan de deur.


Hij overdacht nog even dat het van cruciaal belang is dat hij akkoordmoet reageren op alles wat Cesare zegt. Hoe onmenselijk het ook klinkt. Da Vinci nam nog een zucht, klopte dan aan en kille stem zei: 'Binnen.' Da Vinci kwam binnen in de sfeerloze kamer . Geen schilderij, geen bloemetje om deze trieste boel op te fleuren. Ongezellig en harteloos, precies hoe je Cesare Borgia kunt beschrijven. 'Leonardo! Waar heb jij gezeten? Je had hier al een kwartier geleden moeten zijn!' Zei Cesare kwaad. 'Mijn excuses Heer maar er was een hevige storm buiten waar ik me moeilijk heb door heb kunnen verweren.'


'Allemaal nonsens! Er waren maar een paar druppeltjes. Je kan het niet eens een storm noemen!' Leonardo nam dan een zucht en zei onderdanig: 'U heeft gelijk. Het spijt me heel erg.'


'Ik ben blij dat je het zelf inziet. Laten we ons nu op de essentiële zaken richten. Ik wil dat je een voorplan maakt voor ons nieuw project. Ik heb de opdrachtbundel hier ergens bij me... Ik vind het momenteel niet direct... Da Vinci zat rustig toe te kijken hoe Cesare hem opjaagde. Het viel hem op dat Cesare er opvallend moe en vermoeiend uitziet de laatste tijd. De wallen onder zijn groene ogen vielen erg veel op. Hij zag eruit als een koning die net belangrijke een strijd heeft verloren en zo gedroeg hij zich ook. Vreselijk.


'Aah gevonden! Het is dus de bedoeling dat je een voorplan maakt voor een nieuwe kathedraal in Florence. We hebben ook nog geen idee over hoe de kathedraal eruit zal zien en een bouwgrond hebben we evenmin dus eigenlijk moet jij dit project op gang brengen.


'Ik zal mijn best doen Heer.'


'Ja, dat zal moeten want je weet wat de gevolgen zijn voor medewerkers die falen in hun opdracht. Tot nu toe ben ik heel tevreden over je werk maar zorg dat dit niet verandert!'


'Ja Heer, wanneer moet u de uitslag hebben?'


'Ik wil overmorgen het resultaat zien op mijn schrijftafel.'


'Oké, Heer. Is dat alles?

'Ja, je mag gaan.' Zei Cesare ten slotte als hij een teken met zijn hand gaf dat hij mocht vertrekken zonder hem een blik te werpen.


Da Vinci vertrok zonder afscheid te nemen. Zoals gewoonlijk... 'Volgens mij neemt zo een ongevoelig persoon met niemand afscheid.' Bedacht Da Vinci terwijl hij de vriendelijke dienaar nog een handdruk gaf en er dan vandoor ging. Het was ondertussen al 8 uur toen Da Vinci het hof verliet. 'Te laat om aan iets nieuws beginnen. Morgen, als ik opsta met een helder hoofd, zal ik beginnen aan het voorplan te tekenen.' Zei hij tegen zichzelf. Wat Da Vinci meestal nodig heeft om vredig onder de wol te kruipen was een rustgevende wandeling de avond ervoor. De hemel begon op te klaren en zijn hoofd ook. Ja, hij was iemand die meeleefde met de natuur, iemand die meevoelde met de natuur. Dat was 1 van de miljoenen dingen dat hem zo bijzonder maakte. Hij wandelde in het park. Kalmpjes, zonder zorgen. Nu lette hij niet op zijn gedachten maar op alles wat rondom hem gebeurd. De mensen die liefdevol omgaan met elkaar en met de dieren. Hij besloot hetzelfde te doen en haalde een paar broodstukjes uit zijn zak, hurkte zich aan de rivier en voederde de babyeendjes. De gepluimde, gele beestjes reageerden alsof ze een levensgroot nest hadden gezien waar er een knus plaatsje was voor ieder van hen. Ze kwamen onmiddellijk zijn richting uit, sperden hun snaveltjes naar het stukje brood en genoten van een klein stukje voedsel dat hun dag perfect maakt. Leonardo zijn mondhoeken gingen omhoog bij het zien van de luilekkerbeestjes. Een simpele man maar toch zo ingewikkeld. Zo beschreef hij zichzelf. De kleine eendjes waren al terug naar hun moeder en Leonardo besloot dan ook om te vertrekken naar zijn kleine studio in het zuiden. Sommige mensen zagen hem aan als een serieuze, duistere man maar dat was hij niet. Alleen de mensen die hem echt kenden wisten dat het een man was die genoot van elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde, hoe klein die ook mag zijn. Hij geniet er toch van.

Mia MonaΌπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα