3. Verassend bezoek

37 2 1
                                    


Leonardo kwam net toe aan het huis van Andreas en merkte op dat het huis er nogal armelijk en onverzorgd uitziet. Dit maakte hem aanzienlijk niet veel uit want het waren de warme mensen die zich in het hartje van het huis bevonden. Blijkbaar was er geen deurbel dus besloot hij maar te kloppen op de houten deur. Hij hoorde van ver al stemmen komen van uit het huis.

'Schat, doe jij even open? Ik ben nog bezig met de soep.'

'Oké, ga al.' Het verraste en verheugde gezicht van Andreas toen hij de deur opendeed maakte Leonardo heel erg fier.

'Dag Andreas...' Zei Leonardo met een binnenvallende glimlach.

'Heer Da Vinci! U... Wat... Ik bedoel uh... goedemorgen! uh goedemiddag, ja het is ondertussen al middag vermoed ik hé... Komt u toch binnen in plaats van in die koude te staan wachten!' Leonardo deed met plezier zijn intrede in het kleine rijhuisje. Andreas stond nietszeggend en trots met een brede glimlach naar zijn grote idool te staren.

'Schat! Schat! Kom eens vlug kijken! Je kunt niet geloven wie er hier nu in ons huis staat.'

Een bedeelde vrouw met ongekamd blond haar kwam ontzettend nieuwsgierig uit de keuken op weg naar de inkom terwijl ze haar handen aan het afdrogen was.

'Goeiedag... Heer Da Vinci!? U hier?... Niet dat u hier niet welkom bent, uh natuurlijk bent u hier welkom! Wat zeg ik nu? Het meest welkom zelf! Gaat u toch zitten! Wilt u mee eten? Ik heb toch te veel soep gemaakt.' Vroeg Bella zenuwachtig op een charmante manier.

'Hallo, blij u eens te zien... Bella was het zeker?' Bella knikte verrukt.

'Als ik de heerlijke geur van uw soep ruik dan twijfel ik er niet aan om mee te eten.' Zei de man.

'Mijn Bella is dan ook een bijzonder goede keukenprinses!' Zei haar man fier terwijl hij zijn arm over haar sloeg. Leonardo vond het aangenaam grappig om het goedhartige maar iets klunzige onthaal te zien van het koppel. Hij vond het erg lieflijk om de gelijkenissen te zien tussen dit lief duo. De manier waarop ze elkaar aanvullen is uniek. Je kon zien dat deze personen bestemd waren voor elkaar. Qua innerlijk althans. Ze leken niet op elkaar maar toch voelde je dat de hemelsblauwe ogen van Bella en de kastanjebruine ogen van Andreas een verbintenis hadden.

Na een prettige kennismaking was iedereen klaar om te eten aan de houten tafel die er al wat versleten uitzag stonden er twee stoelen.

'Volgens mij hebben we wel nog een reservestoel in de opslagruimte staan, ik zal wel even kijken.'

'Nee, het is goed schat, ik zal wel even kijken. Blijf jij maar zitten.' Zei Andreas behulpzaam.

Bella wist even nog niet zo goed wat ze moest zeggen tegen Leonardo want ze was nog altijd getroffen van zijn plots bezoek. Leonardo daarentegen zat intussen kalmpjes rond te kijken naar het arme huisje dat een aangename sfeer bevatte. Er zat niet veel kleur in dit huis, sommige gordijnen waren vervallen. In de katoenen stof van de sofa in een hoek zaten er ook een paar gaten maar het was nog geschikt om op te zitten. Het waren eenvoudige, lieve mensen die ontzettend dankbaar waren dat ze tenminste een dak boven hun hoofd hebben, de rest was bijzaak voor hun. Bella wou toch het stille moment verbreken door verlegen te zeggen:

'... Ik hoop dat u pompoenensoep lust, Heer Da Vinci?' Leonardo glimlachte charmant naar de beschaamde vrouw.

'Natuurlijk, dat is mijn favoriete soep.' Zei de vriendelijke man.

'Oké, nu ben ik van mijn zorgen bevrijd haha.' Grapte de vrouw opgelucht.

'Wees gerust, ik ben een alleseter maar pompoenensoep is toch wel mijn een van mijn lievelingssoepen, zeker als ik die van u zie en ruik.' Zei Leonardo complimenteus terwijl hij keek naar de oranje gekleurde soep van Bella en toen naar het rode gezicht van Bella zelf.

Mia MonaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu