Met een zwakke glimlach klom hij de auto in, die veel te groot was voor dat kleine jongetje. Een grom kwam vandaan bij de jongen achter het stuur en hij wachtte ongeduldig tot Louis eindelijk in de auto zit.

*

'Zijn we er al?'

'Nee.'

'Zijn we er al?'

'Nee.'

'Zijn we er al?'

'Nee!'

'Zijn we e-'

'NEE! HOUD JE BEK EENS DICHT.'

oh? Is het de tijd van de maand?

'Zijn we-'

Zijn adem stokte even en zijn stem leek te bevriezen. Een hand op de knie van de ongeduldige kleine jongen was hetgeen waardoor hij deze keer afgekapt werd. Zodra hij zich weer kon bewegen keek hij geschokt de kant op van de bestuurder, die heel gemeen glimlachte.

Hij wist precies hoe hij die kleine etter moest aanpakken.

De hand gleed iets omhoog, dat was een beweging van Louis absoluut niet tegen kon. De vingers leken zachtjes te strelen over zijn bovenbeen lieten een brandend spoor achter.

De ademhaling van Louis leek het weer te doen, maar ging nu veel te snel. Hij zat vastgeklemd op de bijrijdersstoel en keek angstvallig toe hoe de grote hand zich een weg baande naar zijn binnenbeen. Een gespannen gevoel bouwde zich op in zijn onderbuik en hij dacht heel even dat dit zo verkeer ging aflopen.

Hij had zijn ogen helemaal dicht geknepen en zijn handen tot vuisten gebald. Zijn adem wist zich ook geen raad met de situatie want die was ook weer gestopt. Het gespannen gevoel in zijn buik werd tot het uiterste getrokken toen hij de hand dichterbij voelde komen. Veel te dichtbij.

De vingertoppen streken heel licht over zijn gulp, maar toen leken ze ineens te zijn verdwenen. Alle lucht die zijn longen verzameld had kwam er in een keer uit. Het gespannen gevoel ebde weer weg en zijn lichaam leek weer helemaal op orde te komen.

Hij drukte zijn voorhoofd tegen het ruit naarst zijn stoel. De kou van het raam leek zijn hoofd binnen te dringen en bezorgde hem hoofdpijn. Hij dacht na over wat er zojuist gebeurt was, tot de stem van Harry hem onderbrak.

'We zijn er.' Grinnikte hij.

Ze hadden geparkeerd voor een enorme loods. Het was voor de helft omhuld door schaduw, maar werd aan de andere kant verlicht door de lantaarnpalen.

Louis stapte uit de auto, en het eerste wat hij deed was omhoogkijken, maar helaas zag hij geen sterren. Alleen samenpakkende wolken, die sneeuw aanvoerden.

Hij voelde een zachte stom tegen zijn arm en keek opzei, terwijl hij met zijn hand over de plek wreef.

'Auw...' Mompelde hij toen hij opzei keek. Hij zag helaas niemand, zelfs Harry niet, en dat baarde hem zorgen.

'Harry?' Fluisterde hij, maar er kwam geen reactie.

'Harry?' Herhaalde hij. Eerst hoorde hij weer niks, maar al snel zag hij iets bewegen in de schaduw van de loods.

Yes, He Is ||Larry A.U. #Netties2016|| Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu