HOOFDSTUK 26

117 6 2
                                    

Ik loop in mijn eentje tussen de bomen van het Verboden Bos door. Alec wilde mee komen, maar ik kon het er niet bij hebben om hem te moeten beschermen, als ik mezelf waarschijnlijk niet eens kan beschermen. Het belangrijkste is om Voldemort te vermoorden, en daar kan ik geen afleiding bij gebruiken.

Het Duistere Teken op mijn arm wordt steeds warmer naarmate ik Voldemort nader. Mijn zenuwen spelen ook steeds meer op. Ik heb geen idee of het plan dat ik heb bedacht kan werken. Misschien gaat het me niet lukken om tegelijk een eind te maken aan Voldemort en Nagini. Maar ik ga daar achter komen, en ik hoop maar dat het antwoord positief voor mij zal uitpakken.

Sinds ik het Verboden Bos in ben gestapt voel ik me anders. Ik voel me leeg van binnen en heb het gevoel alsof ik iets mis. Iets in me zegt me dat het te maken heeft met mijn moeder, maar ik kan dat niet aanvaarden. Niet nu ik op het punt sta om haar zo erg nodig te hebben. Ik heb nog nooit mijn krachten alleen gebruikt, altijd was mijn moeder erbij om me ermee te helpen. Zometeen moet ik de krachtigste tovenaar aller tijden uitschakelen, en daar heb ik ongetwijfeld de hulp van mijn moeder bij nodig.

Ik kom abrupt tot stilstand wanneer ik geritsel hoor. Ik trek mijn toverstok en wacht gespannen af tot ik de bron van het geluid zie. Er stappen twee Dooddoeners naar voren, beide ook met hun toverstokken in de aanslag. Ik doe alsof ik opgelucht ben ze te zien en verlaag mijn wapen. Ze moeten immers nog steeds geloven dat ik aan hun kant sta.

"De Heer heeft mij opgeroepen?" zeg ik onverschillig. De twee Dooddoeners kijken elkaar even aan, en knikken dan.

"Volg ons." Ik herken de linker als Jeegers, wie wel vaker langskwam bij de Malfoys. De andere Dooddoener komt me echter niet bekend voor.

Ik doe wat de Dooddoener van me vraagt en volg de twee gemaskeerde mannen naar een grote open plek, waar een menigte Dooddoeners zwijgend om een vuur staan. Sommigen van hen dragen nog wel hun maskers, maar anderen laten hun gezichten open en bloot zien.

Ik vind als eerste de ogen van Narcissa Malfoy, die diepe wallen onder haar ogen heeft. Ze kijkt me hopeloos aan, en ik zou willen dat ik haar op de een of andere manier kon vertellen hoe het met Alec is. Naast haar staat haar man, Lucius, al even verslagen en doodsbang als zijn vrouw.

In het midden van de grote menigte staat de persoon die ik moet hebben. Zijn witte handen krullen om de toverstok in zijn hand en zijn rode ogen boren in die van mij. Tot mijn opluchting zie ik zijn slang zoals altijd trouw aan zijn zijde. Dit betekent dat ik nog steeds de mogelijkheid heb om een einde te maken aan Voldemorts leven.

Ik had verwacht dat Voldemort de eerste was die zijn mond open zou doen, dus ik schrik me dan ook enorm als er achter mij een harde kreet klinkt.

"NEE! MAAIKE! HIJ HAD JE NOOIT VERRADEN! HOE DURF JE!"

Ik draai me om, om Hagrid, aan een boom vastgebonden te zien.

Het was niet de bedoeling dat er hier mensen zouden zijn om wie ik zou geven. Ik wist dat ik hier waarschijnlijk niet levend vandaan zou kunnen komen. Zodra ik Voldemort heb vermoord, ben ik te zwak om mezelf te beschermen van de Dooddoeners die wraak willen. Ik was me er echter niet van bewust dat ik nu meerdere levens op het spel zou zetten.

Het kost moeite om mijn kalmte te bewaren. Ik kan niet door de mand vallen, zo vlak voor de eindstreep.

"Zwijg." Voldemorts stem is zacht, maar toch is hij goed te horen. Direct klapt Hagrid zijn mond dicht. Ik draai me langzaam weer om naar Voldemort. "Maaike, je bent gekomen. Ik was even bang dat je ons had verlaten."

"Natuurlijk niet, Heer." Ik knik met mijn hoofd als teken van respect. Het liefst zou ik nu al een eind aan zijn leven willen maken, maar zolang hij zijn focus op mij gericht heeft en zijn toverstok in de aanslag heeft, maak ik geen kans. Hij kan het niet aan zen komen, want anders kan hij gemakkelijk mijn aanval teniet doen.

Harry Potter's Sister - Facing Fears ~DUTCH~Where stories live. Discover now