13

39 5 3
                                    

"Ik vraag me gewoon af, ben je gay? Val je op mannen?" legt het jonge vrouw uit, haar toon was een beetje streng en dwingend.

"Hoe kom je daarbij?" vraagt Yassir. Antwoorden met een vraag en aarzelen om een antwoord te geven, paste natuurlijk goed bij zijn persoonlijkheid.

"Ik weet het niet. Als ik met een andere man zo dichtbij als ik met jou ben was, zouden we een paar stappen vooruit hebben gezet. Maar met jou komen we helemaal niet vooruit. Ja, we hebben het leuk samen. Maar net wanneer er iets tussen ons begint te groeien, lijk jij je terug te trekken. Ik snap het gewoon niet." legt Malak uit. Haar gedachten waren heel oprecht.

Deze zinnen bevielen Yassir niet. Het leek alsof er een borrelende woede in hem opborrelde. 'Zo maagdelijk als jij bent, zo gay ben ik,' zegt hij terwijl hij zijn tanden op elkaar klemt. Hij had meteen al spijt van wat er uit zijn mond kwam, maar hij wilde deze vrouw, dat hem met zware beschuldigingen confronteerde, kwetsen met zijn woorden. Malak wachtte even om te verwerken wat ze hoorde. Dit was te veel!

'Moge God jullie allemaal straffen!' sist ze naar het gezicht van Yassir. Zonder acht te slaan op de tranen die over haar wangen stromen, rent ze naar de deur. Ze grijpt haar tas en rent uit de deur.

Yassir loopt met zijn handen in zijn haren heen en weer in de kamer. Hij gooit de vaas die op de tafel ligt kapot. Hij was woedend. Hoe kon ze zoiets tegen hem zeggen? Hij wilde haar alleen maar beschermen van zichzelf, maar Malak wist natuurlijk niet waarom hij zich zo gedraagt. Ze is gekwetst, ze voelt zich afgewezen.

Na een kleine 5 minuten bedenkt Yassir zich dat Malak buiten is in de donker en verlaten straten. Er woont hier niemand in de buurt en Malak was buiten niet veilig. Hij pakt snel de autosleutel die op de salontafel ligt en rent door de deur. Yassir stapt in de auto en begint naar zijn vrouw te zoeken op de verlaten straten. Na een tijdje ziet hij haar richting een bankje aan de weg lopen. Hij stapt uit de auto en loopt met grote passen naar de vrouw.

Malak komt dichterbij het bankje. Opeens voelt ze een hand die haar arm stevig vasthoudt van achteren. Wanneer ze zich omdraait staat ze oog in oog met Yassir. Met een pijnlijke blik op haar gezicht roept ze: 'Laat me los!' en probeert haar arm los te trekken.

'Waarheen?!'

'Waar ik maar wil.'

'Je kunt niet weg!'

'Ik ga!'

'Je kunt niet weg!'

'Waarom?!'

'JE KUNT NIET WEG, PUNT UIT!!'

'WAAROM? HUHH WAAROM?? Jij kunt mijn hoofd niet steeds in de war brengen. Je kunt niet wanneer het jouw uit komt je aandacht aan mij besteden doen alsof er iets tussen ons is en dan weer opeens afstand van mij nemen, mij ontlopen en mijn bestaan negeren!' Ze probeert opnieuw haar arm los te trekken, maar Yassir heeft haar zo stevig vast dat ze alleen maar zichzelf pijn doet.

'Stap in de auto.'

'Ik wil niet met jou mee.'

'Ik vroeg niet of je het wilde of niet, heb je me gehoord!?'

'Je hebt het nooit gevraagd!'

'IK ZAL HET OOK NIET VRAGEN! MOET JE NIET GEWEND ZIJN GERAAKT?!'

'Ik ben er niet aan gewend!'

'Dan zul je eraan wennen!'

'Ik zal er nooit aan wennen. Ik zal nooit wennen aan jouw wispelturigheid en lafheid. Snap je dat?!'

'Stap in de auto.'

'NEE!'

'Stap in die fucking auto, Malak!'

'Nee, Ik kom niet mee!'

'Ik zei: stap in de auto!'

'Wat gebeurt er als ik nee zeg? Wat gebeurt er dan, huhh? Laat mij je vertellen wat er gebeurt; je zult mijn arm vastpakken, me heen en weer slingeren en me dan in de auto duwen. Maar ik ben moe van dat geslinger, Yassir! Ik ben het zat, snap je?! Je bent zo moe, zo verveeld, zo klaar met mij, dat je niet meer thuis komt. Je komt niet naar huis omdat ik er ben. Maar nu ga ik weg. Laat mij arm los.

'Stap in de auto. Je kan thuis wel door met je therapie.'

'Nee!'

'Ik zeg: stap in!'

'NEE! Ik ben er klaar mee. Ik wil scheiden'. Zegt ze snikkend.

'Het spijt me,' zegt Yassir vol spijt. Hij wilde haar pijn doen met zijn woorden maar niet zoveel pijn dat ze bij hem weg wil.

Malak heeft geen kracht meer om naar de man te luisteren. Ze blijft met al haar kracht schreeuwen: 'Laat me los!' en probeert haar arm uit de sterke greep van de man te bevrijden.

'Nee, ik laat je niet gaan,' zegt Yassir en trekt het lichaam van de jonge vrouw naar zich toe. 'Het spijt me. Dat wilde ik niet zeggen. Het spijt me,' mompelt hij. Hij had het echt niet zo willen zeggen. Toen Malak grof zijn mannelijkheid beledigde, raakte hij geïrriteerd en zijn geduld raakte op. De onbedoelde giftige woorden die uit zijn mond kwamen, deden vooral hemzelf pijn.

Malak lijkt hem niet te horen. Met haar handen slaat ze vuisten tegen de chest van de man.

'I-ik heb zoveel pijn," zegt Malak moeizaam tussen haar snikken door, terwijl ze met gekwelde ademhaling moeite had om de woorden uit te spreken.

"Ik weet het, la mia luce. Ik weet dat je pijn hebt. Ik weet het imera fera," zegt Yassir terwijl hij de jonge vrouw stevig vasthoudt. Malak voelt dat haar kracht langzaam verdwijnt door de stevige greep van Yassir. Ze begint te trillen door zowel haar zenuwen als de reactie van haar bevende lichaam op de kou. "Ik...," zegt ze met haar laatste beetje kracht, 'ik hou van je! Waarom doe je mij zoveel pijn? Ik heb dit niet verdiend..."

'Je hebt niets van dit alles verdiend, la mia luce. Ik weet het.' Hij neemt haar gezicht in zijn handen en kijkt haar diep in de ogen aan. Hij komt dichterbij haar gezicht. Dit keer kijkt hij naar haar lippen. Hij legt zijn voorhoofd tegen die van haar. Malak doet haar ogen dicht. Haar hart gaat te keer. Yassir zet nog zijn neus op die van haar. Ze kon zijn ademhaling goed voelen.

'Ni- niet doen' zegt ze stotterend.
'Yassirr....'

La Mia Luce (Uitgehuwlijkt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu