1.

189 6 0
                                    


Over een paar weken zouden de bomen versierd worden met groene bladeren en bloeien. Zelfs de vogels zijn blij dat de lente begint. Normaal ben ik ook blij dat het lenteseizoen begint, maar er is zo'n gevoel dat ik moeilijk kan beschrijven. Het gevoel alsof er iets in mijn hart vast zit, alsof er iets ergs gaat gebeuren. De laatste keer dat ik zo'n gevoel had was ik nog 6. Ik wist dat er iets ergs zou gebeuren, maar mama wilde niet naar me luisteren. Als ze die dag niet naar werk was gegaan, als ik iets meer mijn best had gedaan zou ze misschien nog hier bij ons zijn. Wat mis ik haar toch zo erg.

Na de dood van mijn moeder heeft mijn vader voor me gezorgd. Mijn vader was de vader die ieder meisje zou wensen. Hij heeft jaren geprobeerd de lege plek in me te vullen met zijn liefde, maar ik miste mijn moeder zo erg. Niemand kon deze plek vullen.

Twee jaar na de dood van mijn moeder is mijn vader hertrouwt met tante Fatma. Na haar komst is mijn leven weer op z'n kop gezet.
De eerste paar jaren ging alles goed totdat ik in de pubertijd kwam. Ik moest opeens hoofddoek dragen, ik mocht niet meer uitgaan, na mijn middelbare mocht ik niet meer studeren. Als ik naar buiten ging, moest mijn broer Rachid mee. Mijn broer? Ik bedoel mijn stiefbroer. Hij is 25. Ik kan jullie niet uitleggen hoeveel ik hem haat. Hij doet alles om mij het leven zeur te maken. Zoals jullie begrijpen leef ik dus in een gevangenis.

Elke nieuwe dag brengt nieuwe hoop. Mijn hoop is alleen maar om vrij te zijn als de vlinders. Als mijn leven maar één dag was, zou ik de rest van mijn leven met mijn vleugels wapperen. Ik heb geen probleem met wat Allah mij test, maar ze hebben me opgesloten in een kleine wereld. Als een vlinder die in zijn kooi op zijn vrijheid wacht. Mijn enige dua is om bevrijd te worden uit deze kooi.

Ik zal jullie even vertellen hoe een "normale dag" in mijn leven eruitziet. Ik word 6 uur in de ochtend wakker om de ontbijt klaar te maken. 7 uur moet het eten op tafel liggen, daarna moet ik iedereen wakker maken. Nadat iedereen klaar is met eten moet ik weer alles opruimen en afwassen. Vervolgens moet ik alle kamers schoonmaken en de vieze was in de wasmachine gooien. Rond 14:00 gaat tante naar haar vrienden, dus dan kan ik op mijn broertje passen. Dat is de tijd waar ik de hele dag naar uitkijk. Maher is net 4. Hij is de enige die mij hier in dit huis blij maakt.

Met de jaren heen heeft mijn vader een grote muur tussen ons gebouwd. Vooral de laatste twee jaar. Hij ontloopt mij, doet alles om mij niet te zien. We wonen in hetzelfde huis, maar zie hem nauwelijks. Soms zie ik hem weken niet. Wanneer ik tegen hem praat, kijkt hij me niet eens aan. Eerst is mijn moeder weg en nu mijn vader. Hij is er wel, maar ook weer niet. Ik voel me zo eenzaam in een huis met zoveel mensen, alsof er niemand is.

Hoe dan ook nu terug naar hoe mijn "normale dag" uitziet. Om 4 uur is het tijd om avondeten te maken. 6 uur ligt het eten klaar op tafel. Na het eten doe ik de afwas en dan kan ik eindelijk naar mijn kamer. Als ik geluk heb zit de dag er weer op, maar wat zoekt geluk bij mij. Tante Fatma is meestal hele middag weg naar haar vrienden of zij komen naar ons dus dan kan ze pas in de avond controleren of het werk netjes is gedaan. En 9 van de 10 keer is er wel iets wat nog opnieuw gedaan moet worden.

Maar vandaag begint de dag anders. Ik voel het. Dat gevoel waar ik net over had, alsof er iets ergs gaat gebeuren. Ik ben de hele dag in mijn kamer. Tante denk dat ik ziek ben. Ik voel me ook ziek door dit gevoel.
Er wordt op de deur geklopt van mijn kamer. Mijn hart begint harder te kloppen wanneer ik het geklop van de deur hoor.

'Kom maar' roep ik. Ik probeer me al de hele dag rustig te houden. Het is maar een gevoel er zal niks ergs gebeuren! Toch?

Rachid komt naar binnen en doet de deur achter zich dicht. Hij ziet er bezorgd uit. Ik sta snel op en vraag hem wat er is.

'Wat is er?'

'Heb je, je pa vandaag gezien, moeder kan hem niet bereiken. Ze zegt dat hij zich vanmorgen anders gedroeg'.

'Hoe bedoel je anders, waar is mijn vader?' Vraag ik huilend. Ik duw Rachid aan de kant en ren naar de deur. Daar staat tante. Ze kijkt me vragend aan.

'ik ga papa zoeken ga aan de kant, er is iets met hem gebeurt. Ik weet het. Ik voel het'.

Ze grijpt me bij mijn arm en kijkt me woedend aan.

'Waar denk je naar toe te gaan alsof je weet waar je vader kan zijn? Loop naar boven en ga op je broertje passen'. Zegt ze en ze duwt me hard tegen de koude tegels.

'Ma laten we gaan' zegt Rachid en doet de deur achter zich dicht.

Ze had gelijk. Ook als ik deze deur uitga weet ik niet eens waar ik mijn vader kan zoeken. Ik wist niet eens waar hij werkt laat staan waar hij kan zijn.... Ya Allah breng mij vader veilig thuis. Laat me niet weer dezelfde pijn doorstaan.

Het is al inmiddels 2 uur voorbij. Rachid en zijn moeder zijn nog steeds niet thuis. De telefoon gaat over. Ik kijk om me heen, maar kan de telefoon nergens vinden. Hij ligt vast nog in de kamer. Ik loop snel naar boven. De telefoon is gestopt. Ik kijk op mijn bed maar daar ligt het ook niet. De telefoon gaat weer over. Hij ligt op de nachtkast. Ik pak die snel en kijk op het scherm. Het is Rachid. Ik neem snel op.

'Hallo',

'ja Rachid hebben jullie hem gevonden?'

Het is even stil.
'Rachiid!' roep ik hard.

'Malak je moet hierheen komen' zegt hij met een zachte stem.

Tranen beginnen over mijn wangen te rollen zonder dat ik weet wat er aan de hand is.

'Waar is hier? Waarom komen jullie niet naar huis? WAAR IS PAPA?!' mijn stem wordt steeds harder.

'Malak... je vader.... Hij is...'.

'Rachid praat. Wat is er met hem? Alsjeblieft zeg me dat het goed met hem gaat!'

'Hij is... Dood zeggen ze'.

Ik ben even stil. De telefoon valt uit mijn hand. Ik voel dat ik niet kan ademen.
'Dood? Zei hij nou dood? Nee, nee het kan niet... Papaaa!'

Ik ren naar buiten. Ik ren en ren. Ik weet niet waar ik naartoe moet. Ik kijk om mij heen. Alles is zo wazig.

'Papaaa!'

Ik val op de grond. Alleswordt donker.

La Mia Luce (Uitgehuwlijkt)Where stories live. Discover now