4.

99 7 0
                                    

Mijn telefoon begint te trillen. Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en kijk op het scherm. Onbekend nummer. Dezelfde nummer als voorheen.

Ik neem op en doe de telefoon tegen mijn oor.
'Ja?' Zeg ik vragend.

'Spreek ik met Malak?'

'Ja en jij bent?'

'Yassir'

Ik begin een beetje te zweten als ik de naam hoor. Of is het hier echt warm binnen? We waren in de maand juli en over twee weken zou de zomer beginnen, misschien ligt het daaraan. Natuurlijk hield ik mezelf voor de gek. Ik was zo omdat de man met wie ik waarschijnlijk zal trouwen, tegen me praat.

'Uhm.. Oh ja Yassir.' Mompel ik

'Laten we morgenavond om half zes afspreken.... Als het je ook goed uitkomt'. Zegt hij met een strenge stem.

'Uhm ja kan wel, alleen komt mijn broer ook met mij mee.' zeg ik.
Ik ken hem niet, dus natuurlijk ga ik niet alleen.

'Oké, waar zal ik jullie ophalen?'

'laat maar weten waar we naartoe moeten komen, dan komen we wel zelf. Je hoeft ons niet op te halen.'

'Oké ik stuur je het adres'.

'Isgoed'

'Is goed.' zegt hij en hangt op.

Ik leg de telefoon op tafel en begin de thee te zetten. Meteen daarna komt er een bericht op mijn telefoon. Waarschijnlijk is het Yassir. Hij zou het adres sturen.

Ik kijk naar de tafel om te checken of ik iets ben vergeten. Alles ligt al op tafel. Ik ga op de stoel zitten. Ik leun achterover in mijn stoel en verzink in mijn gedachten.
-Laten we zeggen; ik heb geaccepteerd om te trouwen vanwege de schulden van mij vader, maar waarom wil hij met mij trouwen? Hij kent mij niet eens. Waarom zou iemand accepteren om met iemand te trouwen die hij niet kent.
-Ik heb zijn naam een paar keer van tante en van Rachid gehoord, maar verder weet ik niks over hem. Wat als hij een oude man met een grote buik en kaal is? Maar aan zijn stem te horen was hij in iedere geval geen oude man.
'Wat ben ik aan het doen? Ik ga niet trouwen met hem. Ik ga hem alleen vertellen dat ik niet wil trouwen. Wat boeit mij wie hij is of hoe hij eruitziet?'

'Zei je iets '

Ik draai mijn hoofd weg van het raam en kijk naar tante Fatma.

'Huhh, nee. Ik zei niks '
Pff ik zat weer hardop te denken.

Tante ging aan tafel zitten en we begonnen te eten. Rachid is ook al opgestaan. Hij is met ons aan tafel komen eten. Het is stil. Iedereen zit in stilte te eten. Ik verbreek de stilte en begin te praten.

'Yassir heeft gebeld'

'En wat zei hij?' vraagt tante enthousiast.

'Hij vroeg of ik morgen tijd had om ergens wat te eten om elkaar te leren kennen'
Eigenlijk vroeg hij het niet maar beveel hij het zo een beetje.

'wat heb jij tegen hem gezegd dan?'

'We zien elkaar morgenavond om half zes. Ik heb gezegd dat Rachid met me meekomt'

Verbaasd kijken ze elkaar aan.

'Is goed. Ik kom je morgen om 5 uur ophalen. Stuur me alvast het adres van het café' zegt Rachid en hij verlaat de keuken

Volgens mij komt hij vandaag niet meer terug naar huis.

'Het is beter dat je broer met je meegaat. Je hebt goed gedaan.'

'Waar is Maher?' vraag ik aan tante. Ik wist wel waar hij is, maar ik wil dit onderwerp gewoon veranderen.

'Hij zit tv te kijken in de woonkamer'

' Is goed. Ik ga even bij hem kijken dan kom ik zo terug om de tafel op te ruimen'.

'Hoef niet. Dat doe ik wel. Ga jij maar'

'Is goed' zeg ik en ik loop de keuken uit.

Na een paar uurtjes Met Maher te hebben gespeeld, loop ik naar mijn kamer om mijn dohr gebed te verrichten. Ik merk dat ik al een lang tijd de Koran niet heb gelezen. Ik loop naar mijn boekenkast en pak de koran. Ik loop weer terug naar mijn gebedskleed en ga daar zitten. Ik maak de koran open en begin mijn favoriete surah te leven surah Yusuf. Ik ben toch niet de enige die favoriete surahs heeft?

Na 1,5 uurtje was ik klaar met lezen. Elke keer dat ik deze surah lees voel ik me verslagen. Onze profeet Yusuf (as) heeft zoveel dingen meegemaakt, maar nooit zei hij waarom ik. Echt een eye opener deze surah. Het leert ons zoveel. Bijvoorbeeld om in alle nederigheid op Allah te vertrouwen en onze hoop op Hem te richten en niet op andere mensen. Succes komt namelijk van Allah. Ya rabbi geef mij ook wat van onze profeet 's sabr, verruim mijn ouders graf, vergeef al hun zondes, breng ons weer samen in Jannat el Firdouws. Ik sta op en verricht twee andere raka'as. Nadat ik mijn twee rak'as -gebeden had verricht, gooi ik mezelf op mijn bed. Ik ben zo moe dat ik gelijk in slaap val.

'Yusuf, ik zeg niet rennen, je zult zo vallen.'

"Maar umi ik moet Abi iets vertellen"

"Je kunt je vader iets vertellen zonder dat je rent, stop alsjeblieft nu."

Ik ren achter mijn 3-jarige zoon aan in de grote tuin, terwijl ik de zoom van mijn jurk vasthoud.

Yusuf had net gehoord dat zijn vader gisteravond thuis was gekomen en rent nu naar de werkplaats van zijn vader in de tuin.

Deze werkplaats was na ons huwelijk de grootste hobby van mijn man geworden. In elk vrij moment doet hij hier zichzelf kalmeren en schildert hij voor mij en onze zoon.

"Abi!" (Papa)
"ibni." (Zoon)

Toen ik eindelijk de kamer binnenkwam, was ik buiten adem. Hoe kunnen deze mini voeten zo hard rennen? Yusuf zit op de schoot van zijn vader met zijn baard te spelen. Ik zou al gewend moeten zijn aan deze uitzicht, maar ik was net zo opgewonden als op de eerste dag. Deze knappe man was mijn man, en de knappe die op zijn schoot zat, onze zoon, Yusuf.

Mijn man richtte zijn ogen op die van mij en keek me wat nauwkeuriger aan. Hij was een lange tijd van zijn familie gescheiden geweest, nu we weer met elkaar herenigd waren, kon hij zijn ogen niet van mij afweren. Hij had gisteravond al genoeg voor mij gezorgd en nu was het de beurt van onze zoon.

Ik frons een warme glimlach naar hem. Deze man hoefde zijn gevoelens niet eens uit te drukken in woorden, zijn blik zegt al zoveel.

La Mia Luce (Uitgehuwlijkt)Where stories live. Discover now