Hoofdstuk 31

27 3 4
                                    

Pov. Rutger

Ik zie een mailtje binnen komen. Hij is van Nick. Yes! Mijn ogen vliegen langs de regels en typ de bestemming in op google maps. Ik zit nog steeds in de auto van Johanna, mijn auto zou teveel opvallen. Net als ik de auto wil starten krijg ik een appje binnen van Nick.

Nick: Hey, sorry, maar ik ben heel druk op dit moment. Ik heb net gehoord dat mijn moeder in het ziekenhuis ligt en ik ben nu naar haar op weg. Sorry, maar ik kan je even niet spreken. Bye.

Hij neemt zijn taak dus wel heel serieus, maar ziekenhuis? Dat gebruik je toch niet als excuus? Ik denk aan wat ik zou sturen in zijn plaats. zik kan ook niet echt iets beters verzinnen.

Ik kom rustig aanrijden en zet de auto een straat verderop. Ik heb gelukkig niet té opvallende kleding aan. Steeds ren ik een stukje, boom voor boom.

Ik kom aan bij het huis waar ik moet zijn. Het ziet er verlaten uit, maar ik zie een auto op de oprit staan die ik uit duizenden herken. De auto van Nick.

Ik zie dat er iemand in zit. Zou het Nick echt zijn? Hoe heeft hij dit kunnen doen tegenover mij? Maar zoveel zorgen maak ik me niet om hem. Ik heb veel meer vraagtekens bij Thomas. Was al die tijd zijn liefde nep? Hoe heb ik niks gemerkt? Oké nu niet na denken, blijf gefocust.

Ik ga achter de auto zitten zonder enig idee wat ik wil gaan doen. Ik kruip naar de deur van de bijrijdersstoel. Ik wacht 15 seconden om mijn moed bij elkaar te rapen en trek de deur dan open. Ik ga zitten. Ik zie dat Nick me met grote ogen en open mond aankijkt. ‘B-B-Ben jij…?’ Meer komt er niet uit zijn mond.

furwarring //rutmas//Where stories live. Discover now