Hoofdstuk 3

329 13 0
                                    

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, voelde ik me een zombie. Ik verplichtte mezelf op te staan en me aan te kleden. Alles wat Alexander me had verteld spookte nog in mijn hoofd rond. Ik was nog steeds bang en doordat ik zo bang was dacht ik er zelfs aan om mezelf te stikken door een kledingstuk zo strak rond mijn nek te binden dat ik het bewustzijn verloor en dus uiteindelijk zou sterven omdat dat waarschijnlijk minder pijnlijk ging zijn dan de dood die Deamon mij ging aanbieden. Maar die gedachte wierp ik zo snel mogelijk van me af, het was ten slotte nog niet zeker of Deamon me wel kwam halen en zelfs al moest dat zo zijn, dat plezier ging ik hem niet gunnen en wie weet was dit allemaal slechts een droom, of nee een nachtmerrie dat paste hier beter bij, misschien werd ik zo dadelijk wakker in mijn bedje en ging ik een zalig leven tegemoet, maar ook die gedachte wierp ik van me af. Dit was geen droom of nachtmerrie, dit was de werkelijkheid en die moest ik onder ogen durven komen. Ik moest er tegen vechten. Alleen had ik daar geen zin in. Nadat ik een lange, donkergroene jurk met kant aan mijn hals had aangetrokken, maakte ik van mijn haar een elegante dot. Ik was ten slotte nog steeds een prinses en moest verzorgd voor de dag komen ook al dacht ik daar bepaalde momenten helemaal anders over. Wilde ik me wel eens vuil maken hoor, wilde ik ook wel eens met een warrig kapsel ontbijten. Wat maakte mij dat nu uit.

Ik keek mezelf in de spiegel aan. Bleef maar staren totdat ik klapte. Mijn woede nam nu de overhand. Elke emotie, over wat er tot nu toe was gebeurd, moest eruit. Ik moest altijd maar alles slikken. Mijn mening mocht ik nooit uitspreken. Nooit mocht of kon ik iemand tegenspreken. Ik greep naar het eerste het beste voorwerp dat ik tegen kwam, mijn porseleinen doos met haarspelden, en sloeg die in de spiegel kapot. Het glas en porselein brak en vloog alle kanten uit. Een stuk glas kwam terecht in mijn rechterwang en maakte een diepe groeve die meteen begon te bloeden.

Shit, straks komt hier iemand de kamer binnen en ziet dit want waarschijnlijk zal wel iemand dit gehoord hebben en hoe moest ik nu gaan verklaren dat zowel mijn spiegel als mijn porseleinen doos, die ik van mijn moeder had gekregen, gebroken waren en dat ik een snee in mijn wang had. Ik kon moeilijk gaan zeggen dat ik gewoon even de controle verloor en de spiegel kapot sloeg met mijn speldendoos. Oh nee, dat macht niet. Dat kon gewoon niet bij een prinses. En ja hoor, ik had gelijk. Het geluid was iemand zijn oren binnengedrongen want er klopte namelijk gehaast iemand op mijn deur.

'Euh ja, momentje,' riep ik.

Ik raapte zo snel als ik kon de scherven op waardoor ik natuurlijk nog eens, door mij zo te haasten, in mijn vinger sneed, hoe typisch. Ik legde zo snel als ik kon alles in een hoekje en ik greep nog gehaast een handdoek vast zodat ik het bloed van mijn wang kon vegen. Voor de rest deed ik niets om die snee in mijn wang te proberen verdoezelen, dat ging toch niet lukken. Ik liep naar de deur en deed die zo ontspannen mogelijk open.

Het was Lawrence.

'Goedemorgen,' zei ik zo vrolijk mogelijk terwijl ik de pijn in mijn kaak verbeet. 'Kom binnen, sorry dat je nog even moest wachten, maar ik had mijn slaapkleed nog aan.' Waarom moest het nu weer Lawrence zijn. Hij kwam waarschijnlijk om weeral te vragen hoe het met me ging en nu waarschijnlijk ook om te weten waarvan dat geluid kwam. Ook al vond ik Lawrence zo leuk en lief, ik had echt geen zin om het hem allemaal uit te leggen, maar een keus had ik volgens mij niet.

'Heleen, wat is er met je wang gebeurd?' En daar hadden we het al. Hoe kon ik dit nou verdoezelen.

'Wat? Dat? Niets erg hoor.' Wat een antwoord. Zelfs het kleinste kind kon zien dat dit een ernstige wonde was.

'Moet ik daar nou is hard om lachen of wat wil je dat ik doe? Heleen, ik blijf hier tot je me verteld hebt wat er gebeurd is en je weet dat ik blijf. Trouwens wat was dat geluid, was dat brekend glas? Komt daarvan die snee? Heleen, je kan het toch niet achterhouden voor mij dus vertel het dan gewoon ineens.' Eigenlijk had hij nu al heel de puzzel opgelost behalve dan dat hij nog niet wist hoe dat het kwam dat het glas brak. Ik kon het hem maar beter vertellen, maar in de plaats daarvan begon ik te huilen.

SterkTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang