Deel 22

7 1 0
                                    

p.o.v River

De volgende ochtend wordt ik wakker van iemand die op mijn deur aan het kloppen is. Ik geef een geïrriteerde grom en draai me om. Ik weet niet wie er voor mijn deur staat -al gok ik mijn tante- maar diegene mag heel snel weer vertrekken zodat ik me nog een keer om kan draaien.

"River, kan ik binnen komen of niet," hoor ik de stem van mijn tante aan de andere kant van de deur zeggen. "Nee, ik lig nog in bed," antwoord ik.
"Damon staat voor de deur. Kan ik hem naar je toe sturen of niet?"

Voor ik het weet zit ik rechtop in bed. "Hoe bedoel je Damon is hier?" vraag ik haar. Hoe kan hij hier zijn? Nou ik vraag me eigenlijk vooral af waarom hij hier is. "Hij staat beneden voor de deur met een weekendtas over zijn schouder heen. Meer dan dat kan ik er niet over zeggen eigenlijk. Wat moet ik nou met hem doen?"

"Laat hem binnen, maar laat hem alsjeblieft beneden. Ik kom er zo aan maar ik moet me eerste even omkleden."
"Helemaal prima lieverd. Dan zie ik je zo."

Haar voetstappen lopen weg van mijn kamer en worden steeds zachter tot ik ze de trap af hoor gaan. Even zit ik in een soort shock op bed. Hoezo is Damon hier -in Ridgeland- op dit tijdstip van de dag? Het is pas acht uur in de ochtend, een tijdstip waarbij hij normaal nog in zijn bed ligt.

Na vijf minuten besluit ik toch uit mijn bed te komen en me om te kleden. Ik pak een short uit mijn kast en trek er een hemdje op aan voordat ik de deur van mijn kamer open en naar beneden slenter.

Voor de deur van de woonkamer blijf ik nog even staan om de opkomende spanning in mijn lichaam te verhelpen. Sinds wanneer ben ik zenuwachtig om Damon te zien? Ik ken die jongen al meer dan tien jaar en ben nog nooit zenuwachtig geweest in zijn buurt, en nu op het moment dat onze band het sterkst is, ben ik zenuwachtig.

Misschien komt het omdat ik me had voorbereid hem de komende maand niet te zien. Of omdat ik onder ogen moet komen dat hij me waarschijnlijk een preek over slapen gaat geven, of over hem vertellen dat ik niet ga slapen. Ik weet het niet, maar het plotselinge luide gebonk van mijn hart lijkt niet te stoppen, ook niet naarmate de seconden voor de deur verstrijken.

Het feit dat hij hier is -onaangekondigd- maakt me enigszins nerveus en laat me op een vreemde manier ongemakkelijk voelen. Dit is een hele andere omgeving en het voelt meer als een soort afkickkliniek waar ik in zit dan een gezellige vakantie bij mijn tante.

Ik ben bang dat hij anders naar me kijkt, als een soort freak. Ik weet dat Damon zo niet is, maar het voelt raar om hem onder deze omstandigheden onder ogen te moeten komen.

Mijn gedachten worden onderbroken door de deur die open gaat en mijn tantes gezicht die in de deuropening verschijnt. "Hee lieverd, wat doe je hier?" Ze kijkt me vragend aan terwijl ze haar hand op mijn schouder legt. "Ik wou net naar binnen komen," antwoord ik snel. Ze kijkt me even argwanend aan maar laat me dan toch naar binnen.

Op de bank zit Damon met een kopje in zijn handen geklemd. Zijn hoofd schiet omhoog zodra ik door de deur loop, terwijl ik in hoog tempo op hem af loop. Ik wil op het moment niks liever dan hem gewoon in mijn armen houden. Ook Damon ziet dat, en zet zijn kopje snel op de tafel neer waarna hij op staat. Ik open mijn armen en zet nog een paar snelle stappen voordat ik me in zijn armen stort en hem stevig tegen me aan druk.

Ik heb hem gemist, ook al heb ik hem gister nog gezien. Ik voel mezelf licht trillen terwijl ik mijn beste vriend vast houd. We zijn beide stil en houden elkaar gewoon vast, niks meer. Ik kan alleen maar denken aan Damon zijn sterke armen die zich volledig om mij heen hebben gevouwen.

Ik weet niet waarom hij hier is, maar hij is er en dat is voor nu het belangrijkste. Hij is heel dat eind gereden om mij te zien en dat maakt me meer dan gelukkig.

Only You, oh and himWhere stories live. Discover now