꘎ E P I L O O G ꘎

52 8 31
                                    

Toto duwde zijn neus in de aarde alsof hij een schat zou vinden tussen mijn net geplante bloemen. Ik duwde hem zachtjes weg, bezorgd dat hij mijn harde werk ongedaan zou maken. Hij keek naar me op alsof ik hem al het plezier in het leven ontnomen had, en ik draaide met mijn ogen.

"Overdrijver."

Ik keek naar de rouwplek die ik ingericht had voor Aaron en vroeg me plots af of de bloemen te fel waren, te vrolijk en te geel, maar ik schudde het gevoel van me af. Was het egoïstisch van me? Ik was de reden waarom hij er niet meer was en ik stond me aan te stellen over mijn verdriet voor zijn dood.

Toto duwde zijn snuit tegen mijn been, alsof hij kon voelen waar ik aan dacht. Ik krabde hem achter zijn oren en raapte een verdwaalde tak op. Hij kwispelde meteen met zijn staart en ik schudde glimlachend mijn hoofd.

"Je bent zo gemakkelijk af te leiden, echt niet normaal."

Hij blafte enthousiast terwijl ik met alle kracht in me de stok wegslingerde. Hij ging er achterna, de bloemen alweer lang vergeten, en ik staarde hem na met een glimlach op mijn gezicht. Hij rende over het dorre gras om zijn tak te vinden, zich al lang geen zorgen meer makend over hoe anders het hier was dan in Nirva.

Het had ons een tijdje gekost om onze draai te vinden. Terug zijn in de Buitenwereld was verwarrender dan ik verwacht had, ook al was alles hier nog exact hetzelfde. Misschien was dat wel net het probleem. Er was hier helemaal niets veranderd.

Er had zich stof verzameld op mijn boeken, de kaarsen waren nog altijd opgebrand, en mijn bed was nog steeds dezelfde rommel als toen ik het achtergelaten had. Niets was hier veranderd, buiten mij. Het voelde alsof mijn huis te groot was geworden voor mij alleen, ook al genoot Toto met volle teugen van alle ruimte die hij nu kreeg.

Ik sloot mijn ogen om me te verdrinken in de vroege zonnestralen. Het deed er niet toe. Ik had mijn keuzes gemaakt, en nu zou ik er mee moeten leren leven. Mijn krachten wervelden even op, maar gingen dan weer liggen, nog even kalm als toen.

Toen. Was het nog maar een jaar geleden? De tijd leek hier trager te lopen, maar misschien lag dat wel aan mezelf. Mijn krachten waren niet meer zo onbeheersbaar als voor het hele voorval in Nirva. Ik kon Toto aanraken, kon planten doen groeien, en kon het allemaal doen zonder handschoenen.

Ik had mijn gave gegeven wat ze wilde, en in ruil daarvoor had ik gekregen wat ik wilde. Vrijheid.

Toto blafte in de verte, luider dan voordien, en ik opende verstoord mijn ogen. Hij kwam op me afgestevend tegen een rotvaart en ik kon hem maar op het laatste nippertje ontwijken.

"Hé, wat..."

Iemand achter maakte een enthousiast geluid, en ik zuchtte geïrriteerd. Was het nu echt zo moeilijk om me met rust te laten op dinsdagen? Ik draaide me om, de woorden al op mijn lippen.

"Ik werk niet op..."

Verder kwam ik niet. Toto lag op een hoopje mens, gekleed in dat al te herkenbare blauw. Mijn hart maakte een nerveus sprongetje, tot er een giechelend geluid uit de jongen naar boven kwam. Het was zo vertrouwd dat het pijn deed, ook al had ik het al zo lang niet meer gehoord. Joseph.

"Dinsdag?"

Ik hapte naar adem. Marith stond achter me, een warme blik in haar ogen. Marith. Marith was hier. Ze had donkere kleren aan en haar haren waren een stukje langer dan een jaar geleden, maar ze was hier. Ik knikte, niet in staat om woorden te vormen, en het leverde me die prachtige glimlach van haar op.

Een jaar in de Buitenwereld was niet genoeg geweest om de vlinders voor haar te doden.

Ze leunde een beetje dichter naar me toe en het maakte het moeilijk om na te denken. Haar ogen gleden over mijn gezicht, de ondeugendheid erin maar al te leesbaar.

"En wat als ik je zeg dat ik je een aanbod kan doen dat je niet kan weigeren?"

Ik draaide met mijn ogen, klaar om haar te vertellen dat ik genoeg had van deals met mooie Nirvaanse meisjes, maar ze gaf me de kans niet. In plaats daarvan drukte ze haar lippen zachtjes tegen de mijne en vergat ik alles wat ik haar had willen zeggen.

Ik verdronk me in haar omhelzing en in haar aanraking, tot Joseph ons schaterlachend uit elkaar duwde en eiste dat ik hem zijn nieuwe huis zou tonen. Mijn hart vult zich met een vreemd gevoel, verwarmend en vreugdevol, en ik besefte dat ik eindelijk gevonden had waar ik al zo lang naar gezocht had.

Geluk.



Whew, dat was het dan! ONC is zeker een avontuur geweest, en ik ben ontzettend blij dat ik Lorelei het verhaal heb kunnen geven dat ze verdiende (of dat hoop ik alleszins toch 😉)

Oops! Această imagine nu respectă Ghidul de Conținut. Pentru a continua publicarea, te rugăm să înlături imaginea sau să încarci o altă imagine.

Whew, dat was het dan! ONC is zeker een avontuur geweest, en ik ben ontzettend blij dat ik Lorelei het verhaal heb kunnen geven dat ze verdiende (of dat hoop ik alleszins toch 😉). Laat me zeker weten wat je ervan vond!

Also, ik ben nog steeds benieuwd naar wie de meeste referenties wist te vinden naar andere verhalen, dus laat dat ook zeker weten 😄


Tijd om op die voltooid-button te drukken! Veel liefs, Jolien

Een Zweem van Dood en DuisterUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum