Hoofdstuk 37 - Party

235 17 0
                                    

Susan

Caspian glipt snel de deur uit. Ik sla de dekens van me af en besluit om in bad te gaan en me daarna klaar te maken voor het feest. Normaal roep ik een dienstmeisje die het bad voor me laat vollopen. Maar ik doe het nu liever zelf omdat Caspian net weg is. Ik laat het water in het bad lopen en trek aan een touwtje bij het bad. In Narnia hebben we een warmwater systeem laten bouwen en onder de kasteelvloeren liggen buizen met warm water erin, die het water en de vloeren van het kasteel warm houden. Als je aan het touwtje trekt zien de waterverwarmers dat en laten daar extra warm water naartoe gaan. Het is een ingewikkeld systeem maar het doet het. En het is goed werk. Na een kwartiertje te hebben gewacht, ga ik het bad in. Ik zucht als ik mezelf in het water laat zakken. Mijn hele lichaam prikt van de pijn. Ik doe mijn ogen dicht en maak mijn gedachten leeg. Straks lekker eten en daarna komen de Narniërs naar het open veld voor Aslans tempel. We gaan een feest geven, met muziek en lampionnen rondom het grasveld. Ik ga dansen met Caspian, Esmund, Peter en Lucy. Ik hoef niet aan dood of pijn te denken, aan helemaal niks.
"Suuus!" Mijn ogen vliegen open als ik mijn naam hoor roepen. Het badwater is lauw. "Suus!" roept Lucy weer. "Ja?" roep ik terug. "Waar ben je?"
"Ik zit in bad, ik ben bijna klaar. Wil je mijn jurk alvast klaarleggen?" roep ik naar Lucy toe. "Ja dat is goed! Welke?" roept ze terug en ik schiet in de lach. "Maakt niet uit! Je mag voor me kiezen!" roep ik lachend terug. Lucy schreeuwt een oké terug en dan is het stil. ik dompel mijn haren onder en was mezelf en daarna mijn haar. Ik stap uit bad en droog mezelf af. Dan doe ik mijn badjas aan en loop de slaapkamer weer in.
Op het bed ligt een oceaan blauwe jurk met gouden stiksels, daarnaast een paar bijpassende schoenen. En als ik naar mijn klaptafel kijk liggen daar gouden oorbellen en een ketting. Het symbool van Narnia is in de ketting gegraveerd en de oorbellen zijn gouden hangers. Mijn kroon ligt op een rood fluwelen kussen ernaast. Snel kleed ik me aan en doe de sieraden om. Een dienstmeisje vlecht mijn haar zo in dat het ook los is en ik doe mijn kroon op. Dan loop ik mijn slaapkamer uit. Lucy zit in een stoel tegen de muur. "Luus!" Ze staat op. "Ik wilde even op je wachten" zegt ze en haakt haar arm door de mijne. Samen lopen we de trap af naar de eetzaal.

Na het driegangen menu - dat overheerlijk was! - gaan we naar het grasveld voor Aslans tempel. Alles is versierd door de nimfen van het woud. Er hangen fakkels in allerlei kleuren zodat het grasveld oplicht. "Met dank aan de Verborgen Tovenaar" zegt Edmund en wijst naar een oude man gehuld in een mantel. Hij tilt zijn arm op waarmee hij een zilveren staf vasthoudt. Er schiet een lichtflits uit en vuurwerk knalt uiteen in de lucht. "Wauw" zeg ik met verbazing. "Hij woont op de Zilveren berg. In het huis van een oude faun familie" zegt Edmund. "Ik was op de dag dat Ledas naar ons toekwam in de troonzaal naar hem gegaan"
"Waarom?"
"Caspian en ik dachten dat hij ons kon helpen Ledas te verslaan en de sneeuwmannen terug te toveren in mensen, maar dat hoeft nu niet meer"
"Ja" zeg ik ademloos terwijl er boven mij nog steeds vuurwerk in allerlei kleuren uiteen spat. Ed slaat een arm om me heen. "Ledas is verslagen en-"
"Maar Luan is gevlucht" zeg ik. "Dat komt later wel, als hij weer van zich laat horen" zegt Ed en kijkt naar me. Ik zucht diep en draai me naar hem om. "Je hebt gelijk. Eerst genieten van dit moment en alle dingen erna zonder oorlog en pijn. Als Luan komt zijn we er klaar voor" zeg ik. Ed knikt en grijnst. We draaien ons weer om en kijken naar de dansende lachende mensen. Ze zwieren rond op de muziek. Lucy komt aangerend en trekt Edmund mee. Hij geeft me een snelle knipoog en Lucy haar voeten op zijn schoenen zodat ze gelijk dansen. Lucy schaterlacht en ik kan haar ogen zien glinsteren van pret. Peter dans met een meisje met lang blond haar en hij heeft een lach op zijn gezicht.
Ik maak een sprongetje van schrik als ik twee armen om mijn middel voel glijden. "Suus" zegt Caspians stem in mijn oor. Zijn stem is hees door het lachen en het schreeuwen maar het past wel bij hem. Voor ik kan antwoorden draait hij mij om en trekt me dicht tegen zich aan. Hij begint richting het open veld te dansen en algauw worden we opgenomen in blije menigte. "Ben je blij?"vraagt Caspian zachtjes. "Ja" zeg ik en kijk hem aan. Zijn bruine ogen worden verlicht door de gekleurde fakkels en ik kan weer in zijn ziel kijken; geen één is er zo mooi als hem. "Ben je bang" vraagt Caspian. Ik kijk hem geschrokken aan. ik schud mijn hoofd. "Nee, waarom?"
"Omdat Luan nog rondloopt"
"Zolang jij bij me bent, zolang ik mijn broers en zus heb, en Aslan bij mij is. Ben ik nergens bang voor"

Narnia; The Dark LionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu