Hoofdstuk 24-love in different ways

244 19 4
                                    

Susan

Cair Paravel brandt! Mijn thuis! Naast me huilt Lucy zachtjes. "Stil maar Lucy" zeg ik en hurk voor haar neer. "Iedereen is weggekomen"
"En als ze dat nou niet zijn? Als Peter, Ed of Caspian is achtergebleven om te vechten?!" Ik druk haar tegen me aan en haar schouders schokken. Ik weet het niet meer. Ze heeft gelijk, mijn broers vechten voor hun land. Net zoals mijn man. Dus zeg ik maar;"Aslan zorgt voor hun Lucy" Ze duwt zich van me af en knikt. Ze veegt de tranen uit haar ogen. "Moeten we nu het bos weer in?" vraag ze. "Want we kunnen nu njet over de weg verder lopen.." Ik kijk naar rechts, waar de zee is. Ik kan de grot zien waar we al zo vaak door heen zijn gegaan. De eerste keer toen we hier in Narnia aankwamen.. "We moeten om het kasteel heen lopen" zeg ik en pak Lucy haar hand. Ik trek haar mee het pad af en we lopen de eerste bomen van het bos voorbij. Zo lopen we om Cair Paravel heen, net tussen de bomen van het bos. Als we om Cair Paravel heen zijn en het stuk bos eindigt en het dorp begint blijf ik in schock staan. We staan nu z'n tien meter bij Cair Paravel vandaag en vanaf hier ziet het er nog erger uit. Sommige muren zijn afgebrokkeld, andere zijn zwart door het vuur en de rook. De houten deuren zijn wegebrandt, alleen de zilveren scharnieren zijn nog over. Ik doe een stap richting het kasteel, maar Lucy trekt me terug. De poort van het kasteel gaat open en een stuk of tien sneeuwmannen rennen naar buiten. Ze zijn gewapend. Lucy trekt aan mijn hand om me mee te krijgen maar ik kan me niet bewegen. De sneeuwmannen zijn niet hetzelfde. Sommige dragen stukken van een jurk of een broek. Één sneeuwman heeft een zilveren ketting om en een anderen sneeuwman heeft een zwaard vast en ik de andere hand een teddybeer. Er zijn een stuk of tien mensen vermist. Klinkt de stem van de minster door mijn hoofd. De sneeuwmannen! Het zijn de ontvoerde Naniërs! "Susan!" gilt Lucy en trekt harder aan mijn hand. Ik knipper met mijn ogen en wordt uit mijn gedachten geschudt. Dan draai ik me om en zet het op een lopen. Met een zwaai van mijn arm om Lucy's middel til ik haar op. Ze klimt op mijn rug en slaat haar armen om mijn nek en haar benen om mijn middel. Ik knars met mijn tanden van de pijn. Waar moet ik heen?! Aslan's tempel, de tempel. Klinkt het opeens door mijn hoofd en mijn voeten bewegen als vanzelf richting de tempel. Mijn benen brandden van de pijn en ook mijn maag doet zeer. Ik heb sinds vier dagen niet meer gegeten. Twee dagen had Luan ons vast maar ik herinner me er niet zoveel van. Fladderen van zweepslagen en vieze monsters en mannen die boven me hangen. Ik ren als verdoofd verder. De takken zwiepen rond mijn benen maar ik voel geen pijn. Ik hoor de sneeuwmannen grommen en schreeuwen. Ik ren de laatste bomen voorbij en dan voel ik het zachte gras en doemt de tempel op. Narniërs die ervoor hun tenten hebben opgebouwd beginnen te gillen. Peter wn. Caspian rennen naar buiten en ik zie Caspians geschrokken gezicht. Opeens lig ik met mijn hoofd in het gras. Ik ben gestruikeld. Lucy krabbelt naast me overeind en probeert me omhoog te helpen. Haar ogen staan groot van angst. "Lucy ren!" zeg ik en ze kijkt me bang aan. "Ga!" zeg ik. Ze rent weg richting de tempel terwijl de sneeuwmannen dichterbij komen. Ik krabbel overeind maar val meteen weer om, mijn enkel is verstuikt. Er vliegt een pijl over me heen en mist een sneeuwman op een haar na. Ik begin te shreeuwen. "Nee! Stop!" gil ik. "Het zijn de vermiste Narniërs Peter!" schreeuw ik. Het is meteen stil als ik dat gezegd heb. Zelfs de sneeuwmannen die nu twee meter van me af zijn staan stil. Ik wordt opeens omhoog getrokken en in iemand armen getild. Iemand drukt zijn lippen op die van mij en ik ruik zijn geur. "Caspian" fluister ik en mijn stem trilt. "Je bent veilig, je bent veilig" zegt Caspian meer voor zichzelf dan tegen mij.

De sneeuwmannen hebben zich een soort van over gegeven. Ze bleven stokstijf staan dus hebben we ze vastgebonden en in een kooi gezet. Nu moeten we alleen nog een manier vinden om ze te bevrijden. Lucy slaapt in een veldbed en Edmund zit naast haar. Hij wijkt niet van haar zijde sinds we weer terug zijn, Caspian gaat ook niet weg bij mij en om de vijf minuten komt Peter langs en strijkt langs mijn wang of geeft me een kus op mijn voorhoofd. Ik lig met mijn hoofd op Caspians schoot terwijl hij op de stenen tafel zit en met zijn hand door mijn haar strijkt. "Toen Peter zei dat je doodt was, ik, ik wilde-" zegt Caspian zacht. Ik open mijn ogen en kijk hem aan. "Ik wilde ook meteen dood" zacht hij en komt dichter met zijn gezicht naar de mijne tot onze neuzen elkaar raken. "Ik hou van je Susan, ik kan niet zonder je leven" fluistert hij. Ik aai met mijn hand liefdevol over zijn wang. "Ik hou nog meer van jouw" zeg ik terwijl ik ondertussen mijn hoofd optil en mijn lippen met de Zijne verbindt.

Narnia; The Dark LionWhere stories live. Discover now