Hoofdstuk 4

662 57 3
                                    

Niet veel later zitten we aan tafel en mijn moeder heeft de kom met soep op het rood met witte tafelkleed gezet. Haar handen doet ze af aan een theedoek en haar schort hangt ze terug in het kastje onder de gootsteen. Dan loopt ze naar Nina en mij toe en neemt plaats op de stoel tegenover ons. Ze vouwt haar servet dubbel en legt hem neer op haar schoot, zoals ze iedere avond doet. Het zijn gewoontes die ze van haar ouders heeft mee gekregen, maar Nina en mij nooit geleerd heeft. 

„Het ruikt lekker,” zeg ik en ik til de deksel van de pan op. 

Mijn mes en vork liggen naast mijn bord en ik pak ze vast om een stuk af te snijden van het tarwe-brood dat op een plank in het midden van de tafel ligt. Het ruikt vers en ziet er smakelijk uit.

Net op dat moment hoor ik de deur opengaan.

„Pap!” roep ik en ik spring op van tafel, terwijl ik het mes uit mijn handen laat glijden.

Ik val hem in de armen en hij drukt een kus op mijn voorhoofd.

„Schat, hoe wat het vandaag?” vraagt hij en ondertussen zet hij zijn aktetas op de grond, waarna hij naar de hal loopt op zijn jas op te hangen.

„Spannend, maar ik denk dat het wel prima is.” Ik straal wanneer ik het zeg en opeens lijkt het allemaal niet meer zo erg te zijn. Het ging eigenlijk ook best prima.

„Mooi zo, ik hoop op een fantastische uitslag.” Hij geeft me opnieuw een knuffel en trekt me dan mee richting de tafel, waar mijn moeder de soep al in onze kommen aan het scheppen is. „Dat ziet er heerlijk uit,” zegt hij tegen mijn moeder en hij doet alsof hij express de geur probeert op te snuiven.

Ze glimlacht naar hem en ik zie de liefde tussen hun.

Dit wil ik ook.

Een perfect gezin.

Ook zij hebben de test moeten doorstaan en kijk hoe zijn geëindigd zijn. Ik mag totaal niet klagen als ik later zo weet te eindigen, in tegendeel zelfs, dan moet ik mezelf gelukkig prijzen. 

„Ik weet nog dat wij de test moesten afleggen,” zegt mijn moeder opeens, terwijl mijn vader en ik aan tafel aanschuiven. „Zenuwslopend vond ik het.”

Ik neem een slok van mijn soep en de warme substantie glijdt door mijn keel naar beneden. De smaak kietelt mijn tong en ik proef een gehaktbal, die ik langzaam kapot bijt. 

„Ja, vooral al dat papierwerk dat we moesten afleggen was erg overweldigend.” Ook mijn vader neemt een slok en mijn moeder knikt naar hem. 

„En toen de eerste ontmoeting.”

Hun gesprek gaat verder en Nina en ik blijven stil luisteren, gevangen door nieuwsgierigheid. 

Eigenlijk hebben ze ons nooit echt verteld over hun ervaring. Meestal praatten ze erover heen of negeerden ze het onderwerp gewoon. Vandaag is het anders. Nu opeens hebben ze het over dingen die ze in geen jaren hardop hebben durven zeggen, of niet hebben willen zeggen. 

„Ja, dat kan ik me nog goed herinneren,” zegt mijn vader en hij legt de lepel neer op het bord waar de kom op staat. „Je stralende glimlach, je gouden haren en je slanke figuur.”

Mijn moeder begint hard te lachen en stikt bijna in de slok water die ze zojuist genomen had.

„Laat me niet lachen. We vonden elkaar beiden in het begin niets en dat weet je.” 

Ze bukt wat naar voren en hij slaat haar arm om haar heen.

Het lijkt zo net een verliefd tienerkoppel, of te wel twee mensen die nog nooit zulke intense liefde meegemaakt hebben. Ze lijken elkaar te willen opvreten, van binnen en van buiten. Ik ben jaloers op de manier waarop ze naar elkaar kunnen kijken. Zo wil ik ook ooit naar mijn geliefde kunnen kijken. 

„Nee, maar liefde kan groeien.” Hij drukt een kus op haar wang.

„Dat kan het zeker,” zegt ze zachtjes en ze laat haar hoofd tegen zijn borstkas aanzakken.

Nina en ik werpen een snelle blik naar elkaar en Nina doet haar vinger bijna in haar mond, net alsof ze moet kokhalzen.

„Moeten we jullie anders even alleen laten?” vraag ik, terwijl ik probeer hun aandacht even mijn kant op te wekken.

„Nee, hoor,” antwoordt mijn moeder kort en krachtig en ze laat mijn vader’s arm wegglippen.

„Hoe en wanneer krijg je jouw „match” te zien?” vraagt mijn vader om het onderwerp maar weer gauw mijn kant op te gooien.

Met mijn vingers pulk ik aan het brood dat ik op mijn bord heb liggen en ik trek er een stukje af om in mijn mond te stoppen. Ik kauw snel en slik het meteen door.

„Volgende week maandag moet ik naar de hoofdstad om daar naar het kantoor te gaan en dan zal ik mijn match te zien krijgen.” 

De hoofdstad. Ik ben er pas een paar keer geweest, maar ik heb nog nooit in mijn eentje zo’n stuk gereisd, al moet ik zeggen dat ik deze keer ook niet alleen ben, want Bibi gaat met me mee. Gelukkig heeft zij dezelfde tijd en datum gekregen waarop ze op het kantoor moet zijn, dan kunnen we mooi samen reizen. Waarschijnlijk met de bus, dan met de trein en dan ook nog een heel stuk lopen. 

„Spannend! We zijn allemaal erg benieuwd,” zegt mijn moeder. 

Niet veel later heb ik al mijn eten op, hebben we de tafel afgeruimd en kan ik eindelijk naar mijn eigen kamer om daar wat rust te vinden. 

Het idee spookt constant door mijn hoofd en ik kan het maar niet vergeten. Ik zie het al voor me. Wat nou als ik de ergste match van de wereld heb? Wat nou als hij ontzettend lelijk is? Of ontzettend dom? 

Niet te veel aan denken. 

Ik moet genoeg slapen deze week, want op de grote dag moet ik er op mijn best uit kunnen zien. Een eerste indruk is alles bepalend, meestal dan, want mijn ouders zijn natuurlijk de uitzondering op de regel. 

Ik denk nu al over wat ik aan moet trekken, wat ik zal dragen. Misschien mijn kanten jurkje dat ik ergens diep in de kast heb hangen, maar wie weet wekt dat het idee dat ik te veel moeite ervoor heb gedaan. Anders kan ik altijd nog voor een spijkerbroek gaan met een leuk topje erop, maar dat is dan weer zo simpel.

Ik weet het niet. Ik weet echt even helemaal niets meer op dit moment.

Gestrest staar ik in het donker naar het plafond boven me hoofd. Ik stel me voor dat ik nu de sterrenhemel zou zien en met die gedachte val ik in slaap. Mijn hoofd tegen het zachte kussen en mijn lichaam verstopt onder de donzen dekens.

De imperfecte relatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu