Hoofdstuk 20

3K 42 9
                                    


Ik hoor een piep. Ik begin gelijk te huilen en te trillen. H-hij is dood. De tranen rollen over mijn wangen. Het voelt alsof mijn wereld voorbijvliegt. Dit kan niet gebeuren. Het is allemaal mijn schuld. Ik heb zijn hand nog steeds vast en ik voel het bewegen. Wat? Wat gebeurt er allemaal? Ik voel dat iemand in mijn hand knijpt. In de hand waar Matthy zijn hand in zat. Door het huilen heb ik mijn handen voor mijn ogen. Rustig doe ik mijn handen weg van mijn ogen. Ik veeg de ergste tranen van mijn wangen en kijk richting het bed. Matthy ligt daar. Hij kijkt naar mij. Hij heeft zijn ogen open en hij kijkt naar mij. Ik ben helemaal stil van verbazing. Hij leeft nog? Ik geef hem gelijk een knuffel. "S-sorry M-Matthy." Ik voel zijn armen mij ook knuffelen. Ik ben zo blij dat hij nog leeft. Maar hoe dan? Ze zeiden dat het slecht met hem ging. Dat maakt eigenlijk helemaal niet meer uit, want hij is er nog. "Sorry waarvoor?" vraagt hij aan mij. Ik kijk hem aan en zeg: "Gewoon, dat je hier ligt en..." ik wil doorpraten, maar Matthy geeft me een dikke knuffel. "Lies, het is niet jouw schuld. Wil je dat alsjeblieft onthouden." Ik kijk hem aan en hij komt wat dichterbij met zijn hoofd. En hij geeft een kusje op mijn voorhoofd. Ik voel de vlinders in mijn buik weer verschijnen. Wat voelt dit fijn en veilig. Bij hem.

De dokter komt naar ons toelopen en gaat naast Matthy staan. "Matthy, wij moeten even een paar testjes doen, zodat wij kunnen zien of je er nog wat van hebt overgehouden." Hij knikt en wij moeten de ruimte weer uit. Ik heb nog gevraagd of ik mocht blijven, maar dat mocht niet. Dus wij lopen naar beneden, naar Milo, Rob en Bel. Die zitten nog aan een tafel te wachten totdat wij met goed nieuws aan zouden komen. Ze kijken ons verwachtingsvol aan. Wij lopen naar hun toe en leggen uit dat Matthy nog leeft. En dat er nu allerlei testjes bij hem gedaan worden en dat er daarna wordt besloten hoelang hij hier nog moet blijven of dat hij naar huis mag.

We wachten nu al anderhalf uur op de dokter met de uitslag van Matthy. We zijn nog niet naar Matthy geweest en weten ook niet hoe het nu met je gaat. We zitten nu nog steeds met z'n allen aan een tafel, maar het wordt met de minuut stiller. Iedereen weet dat Matthy nog leeft, maar we weten niet of er wat ernstigs met hem aan de hand is. Ik hoop dat we niet nog langer moeten wachten, want ik word nu echt helemaal gek. Hoewel ik weet dat Matthy niet dood is, betekend niet dat ik me geen zorgen maak. Deze anderhalf uur ben ik echt heel erg gestrest en gespannen. Het lukt me niet om ergens anders over na te denken. Het blijft de hele tijd door mijn hoofd spoken. Iedereen zit een beetje op hun telefoon. Ik heb mijn oortjes ingedaan en ik ben muziek aan het luisteren. Misschien leidt dat een beetje af? Ik probeer het te minste.

Na een half uur komt er een dokter aanlopen. Ik dacht dat hij naar ons toe kwam lopen, maar hij liep ons voorbij. Gelukkig komt er niet veel later wel een dokter wel onze kan op lopen. "Jullie zijn er voor Matthyas het Lam?" Iedereen knikt en we lopen achter de dokter aan. We lopen naar Matthy zijn kamer en de deur gaat open. We lopen met z'n allen naar Matthy en we geven hem allemaal ene knuffel. Hij heeft hier de hele tijd in zijn eentje gewacht. Dat is eigenlijk echt heel zielig. Hij lijkt ook best wel blij om ons weer te zien. We pakken een aantal stoelen en we gaan bij hem zitten. Er zijn niet genoeg stoelen, dus ik moet bij hem op zijn bed zitten. Niet dat ik dat erg vind. Matthy gaat rustig rechtop zitten en ik help hem een beetje waar dat nodig is. Ik ga naast hem zitten en ik voel dat hij zijn arm om me doet. Ik voel me blozen dus ik kijk snel de andere kant op. Ik hoor Matthy een beetje lachen. Waarschijnlijk zag hij dat ik moest blozen.

We zitten te wachten totdat de uitslag er is. Matthy heeft verteld dat net zijn hoofdwond is gehecht. Ik kijk even naar zijn hoofd en ik zie dat dat inderdaad dat het gehecht is. "Doet het nog veel pijn." "Een beetje, maar ik heb veel pijnstillers gekregen dus het valt nu denk ik nog wel mee." "Gelukkig maar." Zeg ik. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en ik zie dat hij moet glimlachen. Iedereen is een beetje aan het kletsen tijdens het wachten op de dokter. Ik zie dat Raoul me de hele tijd met een grote glimlach zit aan te kijken. Zou hij door hebben dat ik Matthy leuk vind? Is het zo duidelijk?

De dokter komt binnenlopen. Hij kijkt heel serieus. Doet hij zit altijd of moet ik me zorgen gaan maken. Hij schraapt zijn keek en begint met praten...


Heel erg bedankt voor de 2k reads!! Echt niet normaal!! Al jullie lieve reacties maken mij erg blij. Ik hoop vrijdag een nieuw deel online te zetten. Als jullie nog goede ideeën hebben, ze zijn altijd welkom!! Groetjes Suus!

Ik heb je nodig // BankzittersWhere stories live. Discover now