Ik heb je nodig // Bankzitters

Hoofstuk 6

We lopen naar binnen en ik stel me aan iedereen voor. Koen en Matthy had ik al ontmoet, maar nu ontmoet ik ook Rob en Milo. Milo heeft blond haar en rob is wat kleiner en heeft bruin haar. Ze lijken me beide erg aardig. Even later hoor ik iemand van de trap komen. Het is een meisje, de vriendin van Raoul, Lieke. "Hey, Lisa toch?" vraagt Lieke. "Ja klopt, leuk om je eindelijk te ontmoeten." "Zeker, vind ik ook." Zij gaat ook op de bank zitten naast Raoul. "Willen jullie wat drinken?" vraagt Matthy. Iedereen zegt ze willen drinken. "Lisa, wil jij niets?" vraagt Matthy aan mij omdat ik nog om niets had gevraagd. "Nee hoor, ik hoef niets." Matthy loopt naar de keuken en pakt voor iedereen wat te drinken.

We praten nog een beetje met elkaar over van alles en nog wat. Lieke is echt heel aardig, ik vind haar ook echt wat voor Raoul. Best gek dat ik haar nu voor het eerst ontmoet terwijl ze al best lang bij elkaar zijn. Het is ondertussen alweer 15:30. Misschien tijd om te beslissen of ik hier blijf eten of niet. Het lijkt me wel gezellig, maar ik weet niet of ze al eten hebben. Gelukkig vraagt Milo al snel wat over het eten. "Hebben we al wat te eten voor vanavond?" "Nee nog niet." zegt Raoul. "Wil je mee eten?" vraagt Matthy aan mij. Ik kijk hem aan in zijn mooie blauwe ogen. "Als dat kan?" "Tuurlijk, we hebben toch nog niets." "Is goed, app ik Bel even dat ik hier eet." Ik pak mijn telefoon en app Bel even.

'Is goed, veel plezier!'

Krijg ik terug van Bel. "Is het al tijd voor een biertje?" vraagt Rob. "Daar heb je op gewacht of niet?" zegt Milo met een lach op zijn gezicht. Ik vind het wel grappig, maar ik probeer mijn lach in te houden omdat Rob zo bozig kijkt. Maar uiteindelijk moet de rest ook lachen dus ik lach mee. "Maar?" vraagt Rob. Volgens mij heeft hij zin in bier. "Ja lekker." Zegt Milo. De rest wil ook Bier. "Lies, wat wil jij?" vraagt Raoul aan mij. "Ehh, doe mij maar water." "Is goed." En hij loopt naar de keuken. Pats. Ik hoor iets vallen. Volgens mij lukt het niet zo goed bij Raoul. "Raoul, heb je hulp nodig?" vraag ik. "Ehh, ja graag." Ik loop naar de keuken en ik zie allemaal glasscherven op de grond liggen. Ik pak stoffer en blik en veeg alle stukken op. ""Gaat het goed?" vraagt Raoul aan mij. "Ja hoezo?" "Niet per se met het opruimen, maar meer in het algemeen." "Mwah, het gaat wel." "Zeker, als er iets is kan je het altijd tegen me zeggen." "Weet ik. School qua cijfers gaat wel goed, alleen zijn de mensen daar niet zo aardig tegen mij. Gisteren hebben ze nog mijn fietsband lek gestoken. Erg kinderachtig." "Jezus, wat triest. Doen ze dat vaker." "Ja, ze maken sowieso veel stomme opmerkingen, maar niet vaak dat ze ook daadwerkelijk echt iets doen." "Echt vervelend voor je Lies." "Ja, maar ik kan er ook niet echt wat tegen doen." "Nee, klopt." We tillen de glazen naar de salontafel tussen de bank en de tv in. Na twee keer lopen ga ik weer op de bank zitten, dit keer naast Matthy. "Drink jij nooit, of alleen nu niet?" vraagt Koen. Op zich niet een hele rare vraag, maar ik heb niet zo veel zin om het te beantwoorden. Meestal vinden mensen het stom dat ik niet zo vaak drink. Eigenlijk drink ik nooit, maar er is wel eens een uitzondering. Niet vaak. "Ik drink niet zo vaak, ik vind het gewoon niet zo lekker." Ik lieg niet. Het is ook zo dat ik er soms gekke dingen van ga doen. "Ah oké." Zegt hij. Hij doet er tenminste niet heel stom over, denk ik.

"Wat zullen we eten?" vraagt Milo. "Willen we wat halen of wat koken?" voegt hij er nog aan toe. "Mac?" vraagt Rob. Ik vind het prima, maar ik wacht nog even af op wat de rest zegt. "Ik vind het goed." Zegt Milo. Iedereen vindt het prima. "Ik ga het wel halen, wil er iemand mee?" vraagt Matthy. "Ik wil wel mee" zeg ik. Het lijkt me wel leuk om hem ook wat beter te leren kennen. "Is goed, zullen we zo gaan." "Is goed." We kletsen nog een beetje en na een kwartiertje stappen we in de auto om naar de Mac te rijden. Er staan nu gelukkig geen kinderen voor de deur te schreeuwen.

"En wat wil jij hebben?" "Ik weet het niet ik heb niet heel veel trek. Doe gewoon maar een frietje." "Zeker, niet meer?" "Nee hoor." "Oké." Zegt hij en we rijden naar de Macdonalds. Tijdens het rijden krijgt hij de lijst vol met wat iedereen wilt. "Wil jij mijn telefoon even aangeven." Zegt Matthy. "Mag niet tijdens het rijden he?" grap ik. Ik geef zijn telefoon aan hem. We zijn al bijna bij de Mac totdat ik blauwe zwaailichten achter ons vandaan zie komen. "Kut." Zegt hij. Ja dat kan je wel zeggen ja. Hij legt heel snel zijn telefoon neer. We zetten de auto bij de eerste en beste plek neer. Matthy ziet er nog niet eens zo gespannen uit. Ik denk zelfs dat ik het spannender vind dan hij. "Komt goed." Zegt hij tegen mij. Het is dus zichtbaar dat ik dit niet zo fijn vind.

"Goedenavond." Zegt de eerste politieagent die naar ons toe komt gelopen.