Hoofdstuk 15

481 42 1
                                    

De roedel was niet blij om me te zien de volgende dag. Ik was het pad naar mijn voordeur nog niet op, of Stan sleurde me naar de weilanden achter mijn huis.

Ik probeerde me los te rukken, maar zijn greep was ijzersterk en hij liet me pas los toen we in het midden stonden van een cirkel gevormd door zijn broeders en zussen. Het leek wel een offering, zonder de cult gewaden en de kaarsen.

Nathan kwam naar voren, woede vermengt met lichte bezorgdheid op zijn gezicht. Maar de boosheid neemt de overhand en hij laat dat merken ook.

Hij heft zijn hand om me een klap te geven, maar Lotus gaat in een flits naast hem staan en grijpt zijn pols beet. 'Niet doen, dit is niet de manier om haar te straffen.'

Nathan kijkt woedend naar Lotus, maar laat dan zijn arm hangen en klemt zijn kaken op elkaar. 'Wat is dan wel de manier.'

Lotus kijkt me even onderzoekend aan, en draait zich dan weer om naar haar vriendje. 'Misschien kan ze als aas dienen?' zegt ze bedenkelijk. 'We moeten haar tot die tijd natuurlijk opsluiten om te voorkomen dat ze weg loopt, maar ik weet zeker dat het effectief zal zijn.'

Aas? Mijn lichaam reageert op dat woord alsof iemand brand geschreeuwd heeft, en ik draai me om om weg te rennen als Stan en Romy de weg blokkeren en ik van de zijkant onderuit gehaald wordt door Christel, die grauwend boven me blijft hangen totdat Nathan haar beveelt om terug te trekken.

Ik blijf op de grond liggend, wetend dat rennen niks uit zal halen. Ze kennen me te goed, ze weten dat ik niet zo snel een gevecht zal aan gaan, vooral niet als het zeven tegen één is.

De wolven om me heen barsten los in een discussie terwijl ik naar de staalgrijze lucht kijk. Het zal straks wel gaan regenen. Ik hoor Jack iets zeggen over dat het te gevaarlijk is.

Als het woord Hellehonden valt, kom ik bliksemsnel overeind. 'Wat is er met de Hellehonden?' vraag ik haastig, iets te gretig. De andere wolven kijken me verdwaasd aan, alsof ze waren vergaten dat ik er ook nog was.

Eric schraapt zijn keel. 'We hebben geprobeerd om het achter te houden, zodat je niet in paniek zou raken, maar er zijn de laatste paar weken Hellehonden gespot in het bos noord van hier.'

'We denken dat ze je gevonden hebben, en als we niet snel iets doen, zullen ze aanvallen. Zonder het verassingselement kunnen we niet van ze winnen, dus hebben we besloten om het gevecht hierheen te halen.' legt Lotus uit. Ik kijk haar wantrouwerig aan. Drie dagen in de roedel, en ze denkt nou al dat ze de leiding kan nemen.

Ik kijk Nathan gespannen aan. 'En jullie willen mij zeker gebruiken voor jullie stomme gevechtje?' Iedereen mompelt instemmend, sommigen met schaamte op hun gezichten en andere met een valse grijns van oor tot oor. Ik krabbel overeind en klop het vuil van mijn broek. 'Vergeet het.'

Jack opent nerveus zijn mond om iets te zeggen, maar ik ben hem voor. 'De enigste reden waarom ik hier nog ben, is school en mijn tante. De roedel gaan me geen hol schelen, en jullie gezeur met de Hellehonden ook niet.'

'Ruth, ze hebben je ouders vermoord.' zegt Nathan terwijl hij een stap naar me toe zet. Ik zet twee stappen naar achteren en grom. Hij blijft met tegenzin staan. 'Als we ze nu aanvallen, kunnen we ze misschien voor een paar decennia verzwakken.'

Ik vernauw mijn ogen en kijk hem dreigend aan. Irritatie en woede vormt een knoop in mijn maag. 'Denk je nou echt dat ik dat al vergeten ben? Natuurlijk zou ik het liefst de nek van degene die mijn ouders heeft vermoord omdraaien, maar jullie plan is roekeloos. Ik doe er niet aan mee, je straft me maar op een andere manier.'

Het is even stil in de groep, en iedereen kijkt elkaar bedenkelijk aan. Lotus staart naar me alsof ik zojuist op haar knuffelkonijn ben gaan staan. Ik glimlach miezerzoet naar haar en loop dan achteruit de kring uit. 'Misschien heeft Nathan het je nog niet verteld, maar ik neem geen bevelen aan, zelfs niet van alfa's.'

HellehondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu